Zomerfestivals worden almaar duurzamer

WERCHTER 2022 Er bleef opvallend minder afval achter dan na de vorige edities.
Roeland Byl redacteur bij Trends

Het is weer volop een festivalzomer, na twee jaar corona-ellende. Toch is het niet business as usual. De festivals willen niet meer geassocieerd worden met weides vol afval en ellenlange files. Duurzaamheid is het nieuwe mantra. Al lukt dat niet overal even goed.

Na twee jaar covid-19 is er weer een volwaardige festivalzomer aan de gang. Het aantal kleine evenementen valt nauwelijks te tellen, terwijl de grote festivals steeds grootschaliger worden. Tomorrowland telt dit jaar zelfs drie weekends.

Iedereen blij, maar zo’n massale muzikale trip naar de wei heeft een forse ecologische voetafdruk. Dat beseffen de festivals zelf ook. Daarom is nagenoeg de hele sector bezig met vergroenen en verduurzamen. Er blijft duidelijk minder afval achter dan enkele jaren geleden. Dat merkten de jeugdbewegingen die na de jongste editie zoals gewoonlijk de kampeerterreinen in Werchter kwamen opruimen. Ook bij Pukkelpop is er vooruitgang. “Het is een traag proces, maar zowel op het terrein als op de campings gaan jongeren steeds bewuster om met afval”, laat woordvoerder Frederik Luyten weten.

Toekomstbestendig

“Duurzaamheid op festivals gaat over meer dan afval”, benadrukt Jeroen Verdonck van Dranouter, dat in de sector als een van de voorlopers in duurzaamheid geldt. “Voor ons hangt de ecologische voetafdruk samen met ons totale project, waarbij de sociale cohesie in de regio een belangrijke doelstelling is.” Bij Sfinks, een van de andere pioniers, zit het ecologische bewustzijn sinds de jaren zeventig ideologisch ingebakken in het DNA. De jongste jaren is duurzaamheid voor nagenoeg elk festival een thema. Dat gaat vaak gepaard met het nodige lawaai, alsof een duurzaam imago een kwestie van marketing is geworden. Is die aandacht voor ecologie ook niet een beetje greenwashing? “Ik kan niet voor andere festivals spreken, maar bij ons is er geen sprake van greenwashing”, zegt Geert Vanrijkelen, die bij Sfinks verantwoordelijk is voor partnerschappen en duurzaamheid. “We ontkennen niet dat een festival een aanzienlijke ecologische impact heeft, maar we willen daar zo bewust mogelijk mee omgaan. Daarom proberen we onze CO2-uitstoot te verkleinen, ons watergebruik te vergroenen en onze afvalstromen te beperken.”

Het is een traag proces, maar zowel op het terrein als op de campings gaan jongeren steeds bewuster om met afval’

Frederik Luyten, Pukkelpop

Voor tips kunnen de festivalorganisatoren terecht bij de Groeneventscan van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM). Het agentschap beloonde in precoronatijden de meest duurzame festivals ook met een award. Het sensibiliserende effect van de award was onmiskenbaar, maar tegenwoordig zet OVAM minder nadrukkelijk in op het verduurzamen van de festivalsector. Ook al omdat sinds 2020 een Vlaams materialendecreet van kracht is. Dat verplicht evenementen bijvoorbeeld om herbruikbare bekers en eetgerei te gebruiken, tenzij de organisator kan aantonen dat 95 procent van de bekers gescheiden wordt opgehaald voor recyclage. Volgens OVAM wordt de Groeneventscan nog altijd veel gebruikt, vaak als inspiratiebron omdat de scan ook tips geeft over diverse thema’s.

FESTIVAL De mobiliteit is nog een groot aandachtspunt.
FESTIVAL De mobiliteit is nog een groot aandachtspunt.© Corbis via Getty Images

Het expertisecentrum Publieke Impact aan de Karel de Grote Hogeschool (KdG) werkt aan een opvolger voor de eventscan van OVAM. Deze week gaat die matrix, zoals de onderzoekers hem noemen, de testfase in. Wat is er dan anders? “De Groeneventscan was sensibiliserend, wij willen van onze matrix meer een kwantitatief instrument maken”, zegt Joris Verhulst van KdG. “Uiteindelijk moet de matrix het mogelijk maken op basis van CO2-equivalenten de ecologische voetafdruk van een evenement te berekenen.”

Na alle corona-ellende is de honger om met een schone lei te beginnen groot, merkt Verhulst. “Je voelt dat iedereen zijn festival toekomstbestendig wil maken. Alle grote spelers hebben een duurzaamheidsmanager of werken samen met ondernemingen die zijn gespecialiseerd in het verlagen van de ecologische impact. Sommige staan verder dan andere, maar er is nog veel winst te boeken.”

Klimaatneutraal

De meeste festivals zetten fors in op het verkleinen van hun afvalstromen. Bij Ieperfest is Martijn Van de Walle verantwoordelijk voor de vergroening van het festival. “Vlamingen staan bekend als de beste sorteerders van Europa”, zegt hij. “Wie thuis een barbecue geeft, gooit zijn lege pint toch ook niet in de struiken van de buren? Wij plaatsen daarom overal afvaleilanden om het sorteren mogelijk te maken op de festivalwei.”

Maar duurzaamheid is meer dan afvalstromen beheren. De festivals kunnen ook inzetten op hun energie- en watergebruik, de consumptie ter plaatse en alle vormen van transport. Zo probeert Tomorrowland verantwoord douchen te pushen. Paradise City zet met een mobiel rietveld in op waterzuivering. Veganistische en vegetarische eetkraampjes zijn zowat overal ingeburgerd om de ecologische voetafdruk te verkleinen. En bij Sfinks zie je geen frisdrankflesjes meer omdat het festival een contract sloot met Coca-Cola om frisdranken ter plaatse met mixmachines en tapwater te maken. Dat verkleint de CO2-uitstoot van het transport. Eén palet met siroop vervangt 26 palets met frisdrank. Er zijn dus veel minder vrachtwagens nodig. En bovendien wordt de afvalberg van petflesjes kleiner.

Alle grote spelers hebben een duurzaamheidsmanager of werken samen met ondernemingen die zijn gespecialiseerd in het verlagen van de ecologische impact’

Joris Verhulst, Karel de Grote Hogeschool

Ook in Dranouter gebruiken ze zo’n tapinstallatie voor water en spuitwater. Dat past in het voornemen van het folkfestival om tegen 2024 volledig klimaatneutaal te zijn. “We willen niet inzetten op losse inspanningen, maar hebben een plan voor een allesomvattend project,” zegt duurzaamheidscoördinator Verdonck. “We zetten daarbij voor de helft in op reductie en voor de helft op het compenseren van onze CO2-uitstoot. We moeten realistisch zijn: 100 procent reductie is onmogelijk. Uiteindelijk heb we geen controle op de voetafdruk van onze artiesten en bezoekers.”

Het goede voorbeeld

Het is duidelijk dat de wetgeving over herbruikbare bekers de festivals ertoe aanzet de ecologische kaart te trekken. Toch vindt de reglementering niet bij iedereen genade. Tegenstanders zijn vooral bij de grote festivals te vinden. Het argument is dat je eigenlijk het transport en de impact van het afwassen van de bekers moet meerekenen. Dat laatste gebeurt niet altijd op het festivalterrein zelf. Een en ander maakt dat herbruikbare bekers pas duurzaam worden als ze minstens negen keer worden hergebruikt. Dat lukt lang niet altijd, zeker als niet alle herbruikbare bekers terugkomen, omdat ze bijvoorbeeld worden bijgehouden als souvenir.

Er zit trouwens een achterpoortje in de wetgeving. Een organisator hoeft geen herbruikbare bekers te gebruiken als hij meer dan 95 procent van de bekers ophaalt voor recyclage. Die uitzondering kwam er naar verluidt door gelobby van de grote festivals. Zij argumenteerden dat ze te groot zijn om de omschakeling te maken. Nochtans zijn herbruikbare bekers op het grote Duitse metalfestival Wacken Open Air al twaalf jaar geen probleem.

Voor de vergroening van de festivals spelen soms ook puur economische motieven. Minder elektriciteit verbruiken betekent ook minder elektriciteit betalen. “Duurzaamheid wint ook daarom terrein, zeker bij grote festivals”, zegt Joris Verhulst. “Het is een afweging tussen de meerkosten en de opbrengst van groene alternatieven. Maar de drive om die alternatieven te proberen is zeker aanwezig. Festivals zien zich ook als een microcosmos waar mensen in contact komen met een andere manier van denken. Dat heeft een sensibiliserend effect. Elke keer dat je een toilet doortrekt, verspil je water. Festivals die hun waterbesparende maatregelen in de kijker zetten, inspireren op die manier ook de bezoekers.”

Die voorbeeldfunctie zet ook lokale initiatieven, zoals feesten van jeugdbewegingen, ertoe aan om ecologische concepten te kopiëren in hun evenement. Al is er niet één concept voor iedereen. De mobiliteit is een goed voorbeeld. Bij Pukkelpop is het bus- of treinticket inbegrepen in het ticket. Sfinks is gratis en makkelijk te bereiken met de bus of de trein, maar die prijs moet je wel zelf betalen. Andere festivals liggen zijn dus moeilijker met het openbaar vervoer te bereiken. Daar ligt nochtans behoorlijk wat ecologische winst te rapen (zie kader De auto is koning).

Maar soms zijn economische en ecologische motieven niet genoeg. Bij Ieperfest was het bijvoorbeeld de gewoonte de douches met pelletkachels van warm water te voorzien. Dit jaar was dat niet het geval. “We hadden niet voldoende vrijwilligers om ze installeren”, zegt Van de Walle. “Soms moet je keuzes maken, puur praktisch om het voor onze vrijwilligers leefbaar te houden.”

Kiemen voor nieuw economisch weefsel

De aandacht voor duurzaamheid op festivals is een voedingsbodem voor nieuwe bedrijven. Zo ontstonden de watertapinstallaties van Robinetto uit de bezorgdheid van de festivalorganisatoren om hun ecologische voetafdruk te verkleinen. Het Kempense Calculus is dan weer gegroeid uit de noden van Tomorrowland om het elektriciteitsverbruik en het waterverbruik te kwantificeren. Calculus maakt sinds vijf jaar software die het mogelijk maakt het water- en elektricteitsverbruik van de gehuurde installaties te monitoren. Het spreekt voor zich dat die data cruciaal zijn voor verbeteringstrajecten.

Het tuinaannemingsbedrijf Hellowater werkt zich in de kijker met mobiele rietvelden om het afvalwater van festivals te zuiveren tot loosbaar water. Playpass plaatst een betaalpas op de festivalbandjes, waardoor drankbonnen overbodig worden.

9 keer moeten drinkbekers minstens worden hergebruikt voor ze duurzaam worden. Dat lukt lang niet altijd.

Zomerfestivals worden almaar duurzamer

De auto blijft koning

Tussen 60 en 80 procent van de ecologische voetafdruk van een evenement is te wijten aan de mobiliteit. Aan de Karel de Grote Hogeschool doet Liese Exelmans onderzoek naar de vervoerskeuze van festivalgangers. Doel van dat onderzoek is te kijken wat er nodig is om de auto te laten staan voor recreatieve verplaatsingen. Het onderzoek is nog niet afgerond, maar het is wel al duidelijk dat wie de auto voor zijn dagelijkse verplaatsingen gebruikt, meestal ook met de auto naar events trekt. Er wordt blijkbeer al wel meer gecarpooled.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content