Kledingwinkelketen ZEB zet in op aanwerving personeel met een beperking

ZEB verwelkomt zijn twintigste werknemer met een beperking. De kledingwinkelketen zet al een tijd volop in op inclusie. “Wij kijken naar de kwaliteiten van de kandidaat, ongeacht zijn of haar beperking. Waarom zou je hen geen kans geven als er een match is?”, zegt CEO Matthias Hindriks. Opvallend: voor zo’n aanwerving hebben bedrijven recht op een subsidie, maar ZEB heeft er nog geen enkele aangevraagd.

Wanneer bedrijven het hebben over een inclusief hr-beleid, wordt in de eerste plaats gedacht aan de aanwerving van medewerker met een migratie-achtergrond. Of een focus op een evenwicht tussen mannen en vrouwen in het personeelsbestand. Zelden is er aandacht voor de integratie van mensen met een beperking op de arbeidsmarkt. Daar komt nu wel wat verandering in, onder andere met de campagne ‘Een pracht van een Vlaamse werkkracht’ van de Vlaamse overheid. Bedrijven die medewerkers met een beperking aanwerven, kunnen daarvoor een subsidie aanvragen.

Het project is een schot in de roos. In negen maanden kwamen al 5.000 subsidieaanvragen binnen, waarvan ruim 80 procent een positief gevolg kreeg. Een bedrijf dat niet gewacht heeft op die subsidies om een inclusief hr-beleid te voeren voor mensen met een beperking, is ZEB. De kledingwinkelketen verwelkomde dit jaar zijn twintigste werknemer met een beperking. ZEB, dat net geen 1.000 medewerkers telt, zet al jaren in op inclusie.

“Wij willen vooral dat iedereen zich comfortabel en op zijn gemak voelt, wanneer ze een ZEB-winkel binnenkomen”, zegt CEO Matthias Hindriks, Daarom lanceerden we ‘ZEB for everyone’, waarbij we onderzochten hoe mensen met een beperking een bezoek aan onze winkel ervaren. Uit die studie bleek dat zij vooral zoals iedereen behandeld willen worden. Mensen met een rolstoel worden vaak niet eens aangesproken, wel de persoon die hen voortduwt. Daarom lieten we onze storemanagers plaatsnemen in de rolstoel en deden we hen een blinddoek om, zodat zij zich nog beter konden inleven in de wereld van personen met een handicap.”

‘Inzetten op inclusie is bij ons organisch gegroeid’

ZEB-CEO Matthias Hindriks

Ook jobstudenten en stagiairs

Die gedachte trekt de kledingwinkelketen door in zijn personeelsbeleid. Hindriks: “De mensen met een beperking die we aantrekken, zijn niet alleen vaste medewerkers, maar ook stagiairs of jobstudenten. Die laatste groep is heel belangrijk voor ons om piekmomenten mee te overbruggen. Iemand met een beperking in je team opnemen, zeker als het geen vaste medewerker is, vraagt natuurlijk heel wat flexibiliteit van onze mensen. Bij ons mag iedereen solliciteren. We gaan niet specifiek op zoek naar mensen met een beperking, maar als iemand zich aandient, dan kijken we altijd of er een fit is met de vacature. Voor ons telt alleen de match tussen de vacature en de kandidaat. Als we zien dat iemand geschikt is voor de job, dan krijgt die een kans. We kijken eerst en vooral naar de talenten van die persoon en of we die kunnen inzetten voor openstaande functies. Iedereen start op gelijke voet.” Bij ZEB werkt bijvoorbeeld al vijf jaar iemand met een autismespectrumstoornis, en ook iemand die halfdoof is. Die sorteert kleding of is in het magazijn aan de slag.

Geen subsidies nodig

ZEB werkt onder meer samen met Onbeperkt Jobstudent en Gespecialiseerd Team Bemiddeling (GTB). Beide organisaties helpen jongeren en volwassenen met een beperking of gezondheidsprobleem om een geschikte job te vinden. Vooralsnog stelde ZEB mensen met een beperking aan zonder tussenkomst van de overheid. Matthias Hindriks: “We wisten niet eens dat de campagne ‘Een pracht van een werkkracht’ bestond. Subsidies hebben we dan ook nog nooit aangevraagd. Inzetten op inclusie is bij ons organisch gegroeid. Een kandidaat voelt al snel aan als het een bedrijf om de subsidies te doen is. Voor ons draait het om de persoon. Hij of zij moet zich op zijn gemak voelen. Subsidies kunnen wel een mooie stimulans bieden om meer mensen met een gezondheidsprobleem of een beperking aan een job te helpen. Al hoop ik dat dat in de toekomst niet meer nodig zal zijn en de drempel bij zowel de kandidaat als het bedrijf lager wordt om spontaan ergens te solliciteren.”