Yves Verschueren (CEO essenscia): ‘Niemand wil dat plastic verdwijnt’
Essenscia, de federatie voor chemie, kunststoffen en lifesciences, viert straks haar 100ste verjaardag. Maar met uitdagingen als de plastic soep, glyfosaat, de CO2-uitstoot en het klimaatprotest op tafel, is onbekommerd vieren er niet bij.
Geen federatie die de Belgische economie meer en beter symboliseert dan essenscia, de sectororganisatie van de chemie en de lifesciences die tot tien jaar geleden Fedichem heette. De bedrijven achter essenscia vertegenwoordigen ruim 240.000 directe en indirecte banen en bijna een derde van de nationale export. Volgende week viert de federatie, die 50 werknemers en ruim 720 leden-bedrijven telt, in het bijzijn van koning Filip haar eeuwfeest. Maar al te uitbundig dansen op de tafel zou ongepast zijn, geeft CEO Yves Verschueren toe. Daarvoor zijn de uitdagingen te talrijk.
Bij uw aantreden als CEO van essenscia in 2007 omschreef u chemie als een zwak merk. En nu?
YVES VERSCHUEREN. “Als een onderschat merk, een goudhaantje dat moet worden opgepoetst, maar vooral ook als een polariserend merk. Er zijn heel uitgesproken pleitbezorgers voor onze industrie, die wijzen op de positieve bijdrage ervan aan onze levenskwaliteit. Maar er zijn even goed heel wat mensen die veel vraagtekens bij onze sector plaatsen, over de CO2-uitstoot en het energie-intensieve karakter ervan. Zij vinden dat de sector gezondheidsproblemen veroorzaakt en dat we ons kunststofafval slecht beheren. Duidelijk maken welke positieve bijdrage wij leveren, is onze grootste uitdaging.”
Duidelijk maken welke positieve bijdrage wij leveren, is onze grootste uitdaging
U moet het als machtige sector, die wordt vereenzelvigd met plastic soep en vervuiling, opnemen tegen een onschuldig 17-jarig meisje, Anuna De Wever, dat als underdog voor het klimaat vecht.
VERSCHUEREN. “Ja, dat is inderdaad het al te simpele beeld dat wordt gebruikt. Maar vooraleer plastic te bekritiseren moet ook worden gepraat over wat het bijbrengt. Hoezeer mensen met dat doemdenken in hun hoofd zitten, onze sectoren dragen wel bij tot de stijging van de gemiddelde levensverwachting. Ik kan alleen maar hopen dat wie zich zo uitspreekt tegen plastic, nooit in een operatiezaal zonder kunststoffen terechtkomt. In moderne geneeskunde is niets nog denkbaar zonder kunststoffen. Denk maar aan baxters, katheders, bedden, schermen, hygiëne. En zonder kunststoffen ook geen smartphones, pc’s of internetverbindingen. Hetzelfde verhaal met de mobiliteit van de toekomst, die steunt op batterijen en lichtgewicht materialen. De hoofdboodschap is dat al die producten een enorme comfortwaarde en levenskwaliteit bieden. We proberen onze verantwoordelijkheid niet te ontvluchten, maar we kunnen niet tolereren dat we het kind met het badwater weggooien en zeggen dat plastic uit de wereld moet verdwijnen. Dat zal niet gebeuren, en eigenlijk wil niemand dat ook.
“Een heel andere discussie is die over de afvalproblematiek. Het falende beleid daarover wordt hier niet veroorzaakt. De plastic soep in de oceanen komt van tien rivieren die bijna allemaal in Azië en Afrika liggen. Daar wordt een rivier beschouwd als een vuilnisbak. Plastic drijft boven en zie je nog, maar wie weet wat er allemaal op de bodem ligt. Zeggen dat dat alleen de fout is van de industrie, is wel heel kort door de bocht. Wij kunnen hier nog zoveel plastic rietjes en bekertjes opruimen, dat zal niets veranderen aan de problematiek. Overheden moeten hun verantwoordelijkheid opnemen.”
Wat vindt u van de wekelijkse klimaatbetogingen?
VERSCHUEREN. “Ik heb er geen probleem mee dat de klimaatbezorgdheid van jongeren hier sterker en luider wordt uitgedragen. Ik hoop alleen dat zij ook de openheid tonen om te luisteren. Het helpt ons niet vooruit alleen maar aan doemdenken te doen. Zelfs als Vlaanderen volledig CO2-neutraal zou zijn, verandert dat niets aan de wereldwijde CO2-problematiek. Daarvoor moeten we de Verenigde Staten en China meekrijgen. We moeten durven in te zien hoe relatief onze bijdrage is.”
Had uw sector niet meer proactief moeten zijn, in plaats van reactief?
VERSCHUEREN. “In België zijn we proactief geweest. De jongste twintig jaar is onze productie verdubbeld, terwijl onze uitstoot van broeikasgassen is gehalveerd en onze energie-efficiëntie sterk is toegenomen. Neem bijvoorbeeld een sorteer- en recyclagesysteem als Fost Plus, dat een kwarteeuw geleden werd opgericht door de bedrijfswereld en er nog altijd door wordt gedragen. Trouwens, ere wie ere toekomt, dat is er gekomen onder druk van milieuorganisaties. Maar perfect is het allemaal nog niet. Er zijn meer inspanningen nodig. Zo schrijft de Antwerpse haven zich als eerste in Europa in voor het programma Zero Pellet Loss, omdat was gebleken dat tijdens het transport kleine plastic bolletjes, die zogenaamde pellets die de grondstof voor plastic vormen, in het water terechtkwamen. En op veel ruimere schaal is er onlangs een akkoord getekend tussen dertig multinationals, vooral uit de chemie- en kunststoffensector, om plastic afval beter te beheren en zwerfvuil in de oceanen te bestrijden. Die Alliance to End Plastic Waste legt anderhalf miljard dollar op tafel. We zullen over drie tot vier jaar al een fundamentele verbetering zien. Die multinationals kunnen het niet maken een grote aankondiging te maken en dan niets te doen. Kortom, we nemen altijd onze verantwoordelijkheid, of het nu gaat over plastic in de oceanen, of over het onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat.”
Dat glyfosaat, dat in de populaire onkruidverdelger Roundup zit, mag onder meer in ons land niet meer aan particulieren worden verkocht en door hen worden gebruikt.
VERSCHUEREN. “In bepaalde Europese lidstaten wordt het gebruik ervan inderdaad uitgefaseerd. Maar dat begrijp ik niet. We hebben als sector jarenlang met de overheid samengewerkt aan het opzetten van een Europees agentschap (ECHA, Europees Agentschap voor Chemische Stoffen, nvdr) dat de toxiciteit van alle chemische stoffen moet nagaan. Wanneer dat agentschap unaniem vaststelt dat glyfosaat niet kankerverwekkend is, vinden wij het bizar dat een overheid, die dat agentschap mee heeft opgericht, dat advies naast zich neerlegt en onder druk van de mensen in de straat toch beslist glyfosaat te verbieden. We moeten een manier vinden om daaruit te geraken. Anders blijft het een welles-nietesspelletje, waarin wij worden gebrandmerkt als de machtige multinationals die denken alles te kunnen afkopen met hun groot geld. Terwijl we ons zonder meer onderwerpen aan onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek door de overheid. Als het verdict negatief is voor ons, zullen we dat aanvaarden. Maar als het zoals bij glyfosaat positief is, nemen we het ook niet dat overheden dat oordeel naast zich neerleggen en het toch van de markt halen.
“Heel veel dingen zijn toxisch in grote hoeveelheden. Neem koffie, of wijn. In het Frans is daar een mooie uitdrukking voor: c’est la dose qui fait le poison. Bij chemie is dat net zo. Als je jezelf niet beschermt en bijvoorbeeld glyfosaat geconcentreerd in je lichaam krijgt, zal dat ongetwijfeld schadelijk zijn. Daarom moeten producenten er alles aan doen om te wijzen op mogelijke toxiciteit en hameren op verantwoord gebruik van hun producten. We zouden wel gek zijn om daar lichtzinnig over te gaan. Gaan we dat gevecht ooit winnen? Ja, zolang we alles heel duidelijk uitleggen.”
Wij kunnen hier nog zoveel plastic rietjes en bekertjes opruimen, dat zal niets veranderen aan de problematiek
In 2013 dreigde essenscia nog met een verhuizing van chemische activiteiten. Nu stelde Jacques Vandermeiren, de CEO van het Antwerpse Havenbedrijf, naar aanleiding van de aankondiging door het Britse Ineos om 3 miljard euro te investeren in twee fabrieken in het Antwerpse, dat de chemie zijn tweede adem heeft gevonden. Is dat optimisme gewettigd?
VERSCHUEREN. “Het doemdenken dat de chemie in Europa geen toekomst heeft, is ongepast. Er is niet alleen Ineos, maar bijvoorbeeld ook Total dat 1 miljard euro investeert in zijn cracker, of ExxonMobil en BASF die voortdurend investeren in de efficiëntie van hun installaties. Toen wij die uitspraken een handvol jaren geleden deden, was het alarmisme heel groot. Niemand had de gigantische comeback van de Verenigde Staten in chemie verwacht. Alle aandacht ging altijd naar China en het Midden-Oosten. En plots was er die enorme omwenteling door goedkoop schaliegas in de Verenigde Staten, terwijl bedrijven in Europa werden geconfronteerd met hoge energieprijzen. Dat verontrustte ons enorm. Sindsdien is de kloof in prijzen vernauwd, en is het evenwicht deels hersteld. We hebben geen massaal vertrek gezien. Integendeel. Er zijn heel wat capaciteitsuitbreidingen gekomen, en investeringen om installaties efficiënter en milieuvriendelijker te maken. Maar het is wel te vroeg om te zeggen dat we er gerust in zijn. We moeten zeer attent blijven.”
Wat Vandermeiren zegt, staat ook haaks op de visie van Jim Ratcliffe, de topman van Ineos. “Als Europa te groen wordt, gaat de chemie er aan”, zei hij onlangs aan Trends.
VERSCHUEREN. “Europa mag zeer groen worden, maar niet ten koste van de economische realiteit en onze competitiviteit. Als bij de drie P’s van duurzame ontwikkeling, people, planet, prosperity, enkel wordt gekeken naar het deel planet, dan haal je het industriële fundament van onze welvaart onderuit. Dat is zijn bezorgdheid en die deel ik. De vraag is of we erin zullen slagen die bezorgdheid over het klimaat in een gezond evenwicht te brengen met economische activiteit die hier alle kansen krijgt.”
Daar is duidelijk niet iedereen van overtuigd, bleek onlangs ook uit een televisiedebat tussen de partijvoorzitters Bart De Wever en Meyrem Almaci. Ineos zorgt voor een recordinvestering van 3 miljard en wordt een twistappel tussen N-VA en Groen. Die laatste zegde Ineos de wacht aan.
VERSCHUEREN. “Echt spijtig. Ik wil graag rustig de tijd te nemen om aan mevrouw Almaci en haar mensen uit te leggen wat die investering precies betekent. Vaak ligt onwetendheid aan de basis van zo’n dramatische uitspraken. Zeer vaak is de werkelijkheid veel complexer. Ik mag hopen dat ook voor Groen economie en tewerkstelling fundamentele pijlers van het beleid zijn. Ik hoop niet dat ze aansturen op een maatschappij waar we ons comfort opgeven en decennia terug in de tijd gaan.”
De druk zal snel toenemen in deze pre-electorale maanden. De groene golf zwelt aan en wijst met een beschuldigende vinger snel richting uw industrie. Pakken er zich donkere wolken samen?
VERSCHUEREN. “Ik wil niet spreken over donkere wolken, want onze sector is een deel van de oplossing. Per slot van rekening heeft iedereen dezelfde ambitie om voor onze planeet de best mogelijke oplossing te vinden. Ik kan me ook wel voorstellen dat als mensen horen dat er zo’n heel grote chemiefabriek komt, ze niet meteen begrijpen over welke technologie het gaat, of dat die zelfs milieuvriendelijk is. En wat de verkiezingen betreft: we hebben ons memorandum aan de partijen al geruime tijd klaar. Daarin hebben we het over de circulaire economie, over cao’s en sociale dialoog, maar zeker ook over het energiebeleid. Dat is voor ons de levensader. Als dat uit de hand loopt, hebben we een groot probleem.”
Essenscia pleit dus ongetwijfeld tegen het sluiten van kerncentrales.
VERSCHUEREN. “Wij blijven de aandacht erop vestigen dat zeker de meer recente kerncentrales nog gemakkelijk een aantal jaren kunnen meegaan. Of ze nog betrouwbaar zijn, is een vraag die aan de uitbaters moet worden gesteld. Maar als zij kunnen garanderen dat die nog tien of vijftien jaar meekunnen, vragen wij dat die open blijven. Ze zijn afgeschreven, dus is dat relatief goedkope energieopwekking. Bovendien zijn ze volledig CO2-neutraal. Velen willen volledig inzetten op hernieuwbaar, maar op een dag zonder zon en wind moeten we dan teruggrijpen naar gas, wat een hogere CO2-uitstoot betekent die bovendien wordt gesubsidieerd.”
Zelfs als Vlaanderen volledig CO2-neutraal zou zijn, verandert dat niets aan de wereldwijde CO2-problematiek. Daarvoor moeten we de Verenigde Staten en China meekrijgen
U zei in 2013 ook dat België het zwakste energiebeleid had van de ons omringende landen. En nu?
VERSCHUEREN. “We denken soms dat we de slechtste van de klas zijn, en soms geven we ook die indruk. In België is het ook extra moeilijk omdat we vier klimaatministers hebben. Maar laat ons eerlijk zijn: in Nederland mogen ze dan wel een zeer ambitieus plan hebben, maar ik stel vast dat het land niet verder staat dan België. En ik heb grote vraagtekens bij het Duitse model, dat zo zaligmakend heette te zijn. Ze hebben zwaar ingezet op hernieuwbare energie en op het sluiten van kerncentrales, maar zijn in CO2-uitstoot het meest de verkeerde richting uitgegaan, omdat ze hun kolen- en gascentrales opnieuw laten draaien. Dat is ook geen voorbeeld. Er is geen pasklaar antwoord, niemand die ons toont hoe het wel moet gebeuren.”
Volgende week viert u feest. Zijn er genoeg redenen om te vieren?
VERSCHUEREN. “Je kan niet honderd jaar vooruitblikken, maar we zullen de komende vijftien tot twintig jaar een mooie toekomst hebben, door onze kennis en infrastructuur. Het zal niet gemakkelijk zijn voor andere regio’s om ons in te halen. We zijn in België veel te weinig trots op wat we goed doen. Dat is de symboliek achter deze viering, hoe enorm onze bijdrage is geweest. Dat gaat terug op mensen als Ernest Solvay, Leo Baekeland die de kunststof bakeliet uitvond, Lieven Gevaert, de grondlegger van Agfa-Gevaert, en Paul Janssen, de stichter van Janssen Pharmaceutica. We zijn ervan overtuigd dat we bezig zijn met wat de wereld van morgen nodig heeft. Maar we mogen niet op onze lauweren rusten.”
Bio
· Geboren op 28 april 1958 in Mechelen
· Master rechten, bachelor economie KU Leuven
· Gehuwd, 3 kinderen
· 1981-1989: marketing- en verkoopfuncties bij Unilever in België
· 1989-1992: marketingdirecteur personal care, Zwitserland
· 1992-1996: marketingdirecteur Zimbabwe, Zambia en Malawi
· 1996-2000: directeur merkontwikkeling Oral Care in Milaan
· 2000-2001: senior vice president marketing Home & Personal Care Europa
· 2001-2004: senior vice president homecare Europa
· 2004-2007: voorzitter Unilever België
· Sinds 2007: CEO essenscia
· Voorzitter European Chemical Employers Group
· Voorzitter Europese associatie van nationale chemiefederaties
· Bestuurder Europese chemiefederatie Cefic
De essenscia-sectoren in een notendop
· 90.700 directe banen, 150.000 indirecte
· 65,8 miljard euro omzet
· 4,4 miljard euro uitgaven in onderzoek en ontwikkeling
· Belangrijkste exportsector met 120 miljard euro, 31,4 procent van het totaal
· Positief handelsoverschot van 23,7 miljard euro
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier