West-Vlaamse machinebouwers zijn wereldtop: ‘De volledig autonome landbouwmachine komt eraan’
België is een wereldleider in de productie van landbouwmachines, en West-Vlaanderen is het belangrijkste centrum. Op een kleine oppervlakte zitten daar heel wat constructeurs, die vaak de marktleider in hun niche zijn.
Als het over landbouw gaat, denken mensen niet meteen aan technologie, maar in tractoren, oogstmachines en planters zit erg veel spitstechnologie verwerkt. De gevaartes waarmee boze boeren eerder dit jaar Brussel binnenreden, zijn bijna computers op wielen. Veel bedrijven die zulke machines bouwen, zijn gevestigd in België, en vooral in West-Vlaanderen. In die sterke cluster van bouwers van landbouwmachines zitten wereldleiders in hun niche.
Eén van die leiders is AVR uit Roeselare. “We zijn gespecialiseerd in machines voor de aardappelteelt”, zegt Stefan Top, de managing director van AVR. “Aanvankelijk waren dat vooral oogstmachines. Door enkele overnames maken we nu ook machines voor de andere stappen in de aardappelteelt, zoals pootmachines, om aardappelen te planten. We zijn een one-stopshop geworden voor de aardappelteelt.”
AVR maakt grote, hoogtechnologische gevaartes. Een van de rooiers, de Puma 4.0, is meer dan 15 meter lang en 4 meter hoog. “Dit is een hightech business”, zegt Stefan Top. “Zeven jaar geleden verbonden we onze machines, die boordevol sensoren zitten, voor het eerst met een cloudtoepassing. We halen er constant data uit om de processen te verbeteren. Zo kan een boer met die data berekenen hoeveel opbrengst hij zal hebben en kan hij heel precies bemesten, zodat hij duurzamer kan telen. Onze machines staan bol van de software, de sensoren en de slimme systemen.”
‘Zonder onze machine heb je geen hennepoogst voor hoogwaardig textiel, althans op grote schaal. We hebben een markt gecreëerd’
Niels Baert, Hyler
Vier bedrijven domineren de wereldwijde markt voor aardappelmachines. Twee daarvan zijn Duitse bedrijven. Twee zijn Belgisch, AVR en Dewulf, en allebei zijn ze gevestigd in Roeselare. AVR kon een mooi onderdeel van de markt veroveren. Dit jaar hoopt het 107 miljoen euro omzet te draaien, tegenover 96 miljoen vorig jaar. Het bedrijf stelt zo’n 270 personen tewerk en exporteert naar zestig landen.
Het is geen toeval dat AVR en Dewulf vanuit België zijn uitgegroeid tot wereldspelers. “25 procent van onze verkoop realiseren we nog altijd in eigen land”, aldus Stefan Top. “De aardappelteelt groeit in ons land, maar ook in omliggende landen zoals Frankrijk, Duitsland en Nederland. In België heb je ook grote afnemers van aardappelen, denk maar aan de frietproducenten Agristo en Clarebout.”
Lang verboden
Een jonge machinebouwer is Hyler in Meulebeke, dat machines voor de hennepteelt maakt. Dat is een nieuwe markt, die snel belangrijker wordt. “Hennep was lang verboden, vanwege de associatie met marihuana”, zegt oprichter en CEO Niels Baert. “Maar dat is onterecht. Het is een mooi alternatief voor polyester en katoen. Je hebt veel water nodig om katoen te telen, wat het milieu onder drukt zet. Hennep capteert heel wat CO2 en je hoeft de planten niet te besproeien of te beregenen. Hennepvelden dragen ook bij aan de biodiversiteit. Voor het klimaat is het een enorm positieve teelt.”
Om hennep op grote schaal te oogsten zijn specifieke machines nodig. Ze moeten de plant in tweeën snijden en die parallel achter de oogstmachine achterlaten. “We moesten die oogstmachine van nul af aan bouwen”, legt Baert uit. “We zijn een van de enigen die zoiets aanbieden. Dat is belangrijk, want zonder deze machine heb je geen hennepoogst voor hoogwaardig textiel, althans op grote schaal. We hebben een markt gecreëerd. Zonder oogstmachine duurt het met meerdere mensen een week om een hectare te oogsten. Dit jaar hebben machines van Hyler 4.000 hectare hennep geoogst, en volgend jaar zal dat het dubbele zijn. Dat kun je gewoon niet met de hand doen.”
Hyler heeft zo’n dertig medewerkers en levert een honderdtal oogstmachines per jaar af. De kmo richt zich vooral op België en de buurlanden. “België is een wereldleider in de productie van landbouwmachines”, bevestigt Baert. “West-Vlaanderen is het belangrijkste centrum. Op een kleine oppervlakte zitten hier erg veel constructeurs, die vaak nog eens marktleider zijn in hun niche.”
‘Wij maken precisielandbouw mogelijk. De juiste dosering op de juiste plaats: zo verminderen we het gebruik van water, meststoffen en pesticiden’
Joachim Vanlerberghe, Delvano
Derde generatie
Even verderop, in Harelbeke, vinden we Delvano. Het bedrijf maakt sproeimachines om pesticiden, meststoffen en ziektebestrijders te verspreiden. “Delvano bestaat sinds 1966”, vertelt zaakvoerder Joachim Vanlerberghe. “We zijn een familiebedrijf. Mijn grootvader richtte het op, mijn vader nam het over en nu sta ik als derde generatie aan het roer.”
Delvano verkiest de term ‘gewasbeschermingsmachine’, omdat ‘sproeimachine’ als negatief worden gepercipieerd. Dat is onterecht, volgens Vanlerberghe: “De machines die wij maken, evolueren heel snel en worden almaar duurzamer. We maken precisielandbouw mogelijk. Zo plaatsen we camera’s op onze spuitbomen, die detecteren waar er onkruid staat, zodat de landbouwer op de juiste plaatsen kan behandelen. Een andere duurzame methode is werken met drones. We brengen het veld in kaart en gaan dan specifiek werken. De juiste dosering op de juiste plaats: zo verminderen we het gebruik van water, meststoffen en pesticiden.”
Delvano stelt zo’n vijftig personen tewerk, met daarbovenop tijdelijke werkkrachten tijdens productiepieken. Het Harelbeekse bedrijf draait gemiddeld 12 à 13 miljoen euro omzet. België, Nederland, Duitsland en Frankrijk zijn de belangrijkste markten.
De landbouwmachines worden niet alleen hoogtechnologisch, ze worden vaak ook groter. “Het aantal boeren daalt”, analyseert Vanlerberghe. “Maar tegelijk blijft het areaal hetzelfde. Boeren moeten dus steeds grotere landbouwgronden bewerken, en daarvoor zijn capaciteitsmachines nodig. Tegelijk leidt de klimaatverandering ertoe dat het planten, de gewasbescherming en het oogsten in kortere tijdsperiodes moeten gebeuren. Dat betekent dat er meer werk moet gebeuren in minder tijd.”
Optimale behandeling
Om nieuwe technologie te ontwikkelen krijgen de machinebouwers de hulp van een reeks onderzoeksinstellingen, zoals ILVO, imec, VIB en Flanders Make. “Het centrum van CNH in Zedelgem is een wereldvermaard onderzoeks-, ontwikkelings- en productiecentrum. Je zou ervan versteld staan hoe hightech landbouw tegenwoordig is”, vertelt Koen Maertens, CTO bij Flanders Make. “Hulpfuncties worden steeds vaker autonoom – denk aan een maaidorser die zelf de richting kiest om de bestuurder te ondersteunen. De volledig autonome machine komt eraan. Al is dat voor de Belgische landbouw niet de meest voor de hand liggende technologie, aangezien de arealen hier wat kleiner zijn.”
Landbouwers staan, zeker in Europa, steeds meer onder druk om te verduurzamen. Machines kunnen daarbij helpen. “Duurzaamheid is een ruim woord”, stelt Maertens. “Bij Flanders Make verkleinen we bijvoorbeeld de ecologische voetafdruk van landbouwmachines. We willen ze langer in leven houden en hun CO2-uitstoot tijdens het gebruik terugdringen, bijvoorbeeld door elektrificatie of de optimalisatie van de aandrijfsystemen. Die aandacht voor duurzaamheid komt ook tot uiting in de precisielandbouw, die voor een aantal gewassen tot op plant- of zelfs vruchtniveau zorgt voor een optimale behandeling, om de neveneffecten voor de omgeving te beperken.”
‘We moeten de machines autonoom maken. Dat verlaagt de kosten. Elektrificeren maakt alles efficiënter en vermindert de uitstoot’
Hendrik Van Asbroeck, Astanor Ventures
Hecht ecosysteem
Monarch Tractor toont hoe de toekomst van de landbouwmachines eruit kan zien. Dat Amerikaanse bedrijf maakt een kleine tractor die autonoom en elektrisch is. De machine is niet gespecialiseerd in één teelt. Monarch haalde dit jaar 122 miljoen euro op. Een deel zal dienen om uit te breiden in Europa. Dat zal Monarch doen vanuit België, waar onder meer onderzoek en ontwikkeling, de verkoop en zelfs de productie zullen gebeuren.
“Je zit hier met een hecht ecosysteem van machinebouwers”, zegt Hendrik Van Asbroeck, partner bij Astanor Ventures, een Belgisch-Frans durfkapitaalfonds dat de recente kapitaalronde van Monarch mee leidde. “Je hebt daarnaast onderzoeksinstellingen als imec, ILVO en Flanders Make. Er is een netwerk aan leveranciers. En, cruciaal voor een sector als de landbouw: de regels worden vlakbij in Brussel gemaakt.”
Astanor investeert in bedrijven die de voedselketen willen veranderen en vooral verduurzamen. Voor Van Asbroeck was Monarch daarvoor een aantrekkelijk bedrijf. “Het idee achter Monarch is geniaal in zijn eenvoud”, vertelt hij. “Boeren maken veelvuldig gebruik van tractoren. Monarch maakte die machine elektrisch, en dus duurzamer. Tegelijk maakt het de tractor autonoom. De machine verzamelt met camera’s enorm veel data die de boeren kunnen helpen. Met data kun je de landbouw duurzaam maken.”
Dat is volgens Van Asbroeck een cruciale verschuiving: “De jongste decennia probeerden landbouwers de efficiëntie op te drijven door steeds grotere machines te gebruiken, en meer chemische producten in te zetten. Nu komen we tot de conclusie dat dit niet duurzaam is. De boeren zitten dus in de knel. We moeten dat doorbreken. We moeten de machines autonoom maken. Dat verlaagt de kosten. Elektrificeren maakt alles efficiënter en vermindert de uitstoot. Door op grote schaal data te capteren doen we ten slotte op een kostenefficiënte manier aan precisielandbouw.”
‘De markt staat onder zeer zware druk’
Onze bouwers van landbouwmachines mogen dan wereldleiders zijn, ze zitten ook in een crisis. De oorlog in Oekraïne, de hoge intrestvoeten en de sputterende economie spelen de sector parten. CNH, het grootste Belgische landbouwmechanisatiebedrijf, moest deze zomer tweehonderd banen schrappen in zijn Belgische vestigingen.
Hyler, AVR als Delvano voelen de crisis niet. Delvano levert deels aan aardappelboeren, een sector die het voorlopig goed doet. Ook hennep blijft uitbreiden. Toch ziet Stefan Top de effecten op de industrie. Behalve managing director van AVR is hij vertegenwoordiger bij de European Agricultural Machinery Association (CEMA). Die organisatie stelt elke maand een barometer op, waarvoor ze meer dan honderd grote bedrijven in de sector bevraagt. Die barometer kleurt dit jaar dieprood. “De markt staat onder zware druk”, stelt Stefan Top vast. “Er is een diepe, langdurige crisis aan de gang. Ik hoor bij bepaalde bedrijven dat hun omzet min 15 of zelfs min 30 procent ging.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
AVR
-
Maatschappelijke zetel:
Roeselare
-
Sector:
Machines voor landbouw en bosbouw, productie en verkoop
-
Toegevoegde waarde:
21240797