Werkgevers willen ontslagbescherming vakbondslui afbouwen
Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) wil de bescherming van kandidaten bij sociale verkiezingen afbouwen. ‘Sommigen doen het alleen voor de bescherming tegen ontslag’, klinkt het donderdag in De Tijd.
In de aanloop naar de sociale verkiezingen van mei leggen de werkgeversorganisaties een hervorming van de bescherming van werknemersvertegenwoordigers op de tafel. Bij de sociale verkiezingen kiezen werknemers hun vertegenwoordigers voor de ondernemingsraad en het Comité voor Bescherming en Preventie op het Werk. Om verkozen te worden moeten arbeiders en bedienen opkomen via de lijsten van de grote vakbonden – het ACV, het ABVV en de ACLVB.
De zowat 60.000 werknemers die zich kandidaat stellen bij sociale verkiezingen zijn in de meeste gevallen tot vier jaar na de stembusgang beschermd tegen een ontslag. Dat geldt zowel voor wie wel als voor wie niet verkozen raakt.
‘Op zich is het logisch dat werknemersvertegenwoordigers beschermd zijn, omdat ze hun mandaat moeten kunnen uitoefenen. Maar als werkgever kan je iemand die echt over de schreef gaat nauwelijks ontslaan en dat is niet normaal’, zegt Monica De Jonghe, directeur-generaal van het VBO.
Daarom pleit de werkgeversorganisatie ervoor die bescherming af te bouwen. Ze wil daarvoor in discussie gaan met de vakbonden, maar die happen niet toe. ‘Wie zich kandidaat stelt, neemt een risico. Daarom is die bescherming normaal’, zegt Mario Coppens van de liberale vakbond ACLVB. Hij betwist dat werknemers het statuut kunnen gebruiken om er de kantjes af te lopen.