Weer een energieleverancier in de problemen: wat brengt de toekomst?

© Getty Images
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

Na het faillissement van de Vlaamse Energieleverancier en het kleinere, Waalse Energy2Business, meldt nu ook Watz dat het tijdelijk bescherming tegen zijn schuldeisers heeft gevraagd. Experts sluiten niet uit dat nog energieleveranciers failliet gaan, en laten hun licht schijnen over de toekomst van energie in België.

Maandagochtend raakte bekend dat de energieleverancier Watz tijdelijk bescherming tegen zijn schuldeisers heeft aangevraagd. Het is het tweede slachtoffer van de hoge marktprijzen voor energie. Net als de Vlaamse Energieleverancier, die op 7 december failliet is verklaard, heeft Watz geen eigen productie. Die bedrijven moeten met andere woorden alle elektriciteit en gas aankopen. Voor alle duidelijkheid: Watz is nog niet failliet.

“Door de stijgende energieprijzen moeten we gigantische bedragen voorschieten, die we pas later recupereren via onze eindafrekeningen”, zegt Gert Haubrechts, de CEO van Watz, in een persbericht. “Wij moeten het verschil tussen het sociaal tarief (een gunstiger tarief waar 1 miljoen gezinnen recht op hebben, nvdr) en de marktprijs voorschieten. Dat gaat over enkele miljoenen, die wij pas van de overheid recupereren in november 2022.”

Het nieuws viel tijdens een panelgesprek, georganiseerd door Test Aankoop. De consumentenorganisatie vroeg zes energie-experts hun glazen bol op te poetsen. “De toekomstige prijzen voor elektriciteit en gas zijn de grote onbekende. Niemand kan voorspellen waar die naartoe gaan”, meent Ruben Baetens (3E). Over heel wat andere zaken hadden de experts wel een toekomstgerichte mening.

Wat weten we wel over de prijzen? Tussen 2007 en 2020 steeg de elektriciteitsfactuur van de Vlaamse gezinnen met 89 procent. De aardgasfactuur steeg met 4 procent. In de eerste helft van 2021 betaalden enkel gezinnen in Denemarken en Duitsland meer voor elektriciteit. Voor aardgas zit ons land in de middenmoot. Er moet iets veranderen als Vlaanderen op de middellange termijn de omslag van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energie wil maken. Maar eerst de korte termijn:

Zullen nog energieleveranciers failliet gaan?

ALEX POLFLIET (Zero Emission Solutions): “We hebben zeker nog niet het laatste gezien van de problemen bij de energieleveranciers. Nu had de Vlaamse Energieleverancier wel zwaar ingezet op scherpe, vaste tarieven, terwijl andere spelers de vaste tarieven al achter zich hadden gelaten. Toch kunnen nog faillissementen volgen in België.

“Ik wil ook waarschuwen voor de grote sociale drama’s die nog zullen komen. De meeste gezinnen zullen het effect van de gestegen energieprijzen pas de komende maanden echt voelen in de afrekening van de energiefactuur.”

Moet de overheid de gezinnen beter beschermen tegen de stijging van de energieprijzen?

JORDI VAN PAMEL (Test Aankoop): “Ja. Volgens ons zal een verlenging nodig zijn van de uitbreiding van het sociaal tarief tot mensen met een beperkt inkomen, die nu tot 31 maart geldt. Maar heel wat gezinnen kunnen geen beroep doen op dat verlaagde tarief. Daarom pleiten we voor een btw-verlaging naar 6 procent, op een basisschijf van energie. Nu betalen we 21 procent btw op elke component van de elektriciteitsfactuur, dus ook op de meeste heffingen en openbare dienstverplichtingen.”

RUBEN BAETENS (3E): “Het klinkt logisch om een basispakket van energie beschikbaar te stellen, zonder of met weinig belastingen. Boven op dat pakket zouden dan progressieve belastingtarieven van toepassing kunnen zijn. Alleen vraag ik me dan af: stel je zo’n basispakket voor elektriciteit én een basispakket voor aardgas vrij van belastingen? We willen wel nog altijd een shift van gas naar elektriciteit, en op die manier faciliteer je die niet.”

KRIS BACHUS (HIVA-KU Leuven): “De steun van de overheid moet vooral terechtkomen bij de mensen die het nodig hebben. Dan lijkt het me beter om bijvoorbeeld de 20 procent laagste inkomens een forfaitair bedrag te geven om rond te komen. De overheid moet geen geld uitdelen aan mensen met een verwarmd zwembad in hun tuin, bijvoorbeeld. Dat is weggegooid geld. Van een btw-verlaging genieten de hoogste inkomens ook.”

POLFLIET: “Elke subsidie van energieverbruik is er een te veel. Ik heb ook geen wonderformule, met alle bestuurlijke niveaus en versnippering van bevoegdheden. Maar je zou moeten zoeken naar manieren om de woningen energiezuiniger te maken. We moeten met zijn allen minder energie verbruiken, en daarvoor moeten de juiste stimulansen ingevoerd worden.”

De Vlaamse overheid voert binnenkort een renovatieplicht in, tot label D. Een goede zaak?

JOHAN AELBRECHT (UGent): “Een gemiddelde woning in Vlaanderen heeft een Energieprestatiecertificaat (EPC) van E. Het gaat met andere woorden om een zeer beperkte winst. Het is maar een eerste stap in een veel ingrijpender en omvattender renovatieverhaal. We moeten naar label A of nog beter in 2050. In Vlaanderen betalen de gezinnen veel te veel voor slecht geïsoleerde woningen. Er zijn weinig alternatieven, waardoor mensen zo’n slechte woning te duur betalen. Je moet toch de vraag stellen of de huurmarkt voldoende is uitgebouwd in ons land. In Duitsland heb je voor alle segmenten van inkomens een goede huurmarkt. Je zou op een ruimere manier naar wonen moeten kijken.”

BAETENS: “De renovatieplicht op zich vind ik goed. Maar een verplichte renovatie tot label D zal geen druk zetten op de woningprijzen. Met enkele simpele trucjes en de installatie van zonnepanelen kun je zonder significante investeringen of energiewinst het energielabel van een woning van E of F opkrikken naar E. Heel wat studies hebben aangetoond dat een woning met energielabel C evenveel energie gebruikt als een met label E. Met de renovatieplicht vergroten we het comfort in de woningen, maar we zullen er geen energie door besparen. Het einddoel moet een goed geïsoleerde woning zijn, die met een warmtepomp verwarmd kan worden. De overheid moet over dat einddoel duidelijk communiceren, want de renovatie naar label D zal wellicht een enorm inefficiënte tussenstap zijn, zodat gezinnen beter ineens verder gaan dan D.”

Over zonnepanelen gesproken: de mensen zijn niet meer zo geneigd om daarin te investeren, nadat de Vlaams overheid haar belofte in verband met de terugdraaiende teller heeft gebroken.

AELBRECHT: “We moeten echt afstappen van het idee dat elke investering in isolatie of duurzame energie zich in vijf, acht of tien jaar moet terugverdienen. Ik snap niet waar die fixatie vandaan komt. Wanneer mensen een nieuwe keuken of badkamer installeren of een oprit aanleggen, dan is niemand bezig met de terugverdientijd.”

POLFLIET: “Ik moet daar schuld bekennen. Ook ik heb lang gehamerd op die terugverdientijd bij zonnepanelen, en het feit dat het een goede investering is, zeker in combinatie met een warmtepomp. Terwijl ik het ook over het comfort van die warmtepomp zou kunnen hebben.”

In België volgen de lonen, met enige vertraging, de prijzen in de gezondheidsindex. Ook de prijzen van elektriciteit, gas en andere brandstoffen wegen voor enkele procenten in die index.

VAN PAEMEL: “De opeenvolgende loonindexeringen worden stilaan onbetaalbaar voor bedrijven. De automatische indexering compenseert bovendien onvoldoende de stijging van de energieprijzen. Een verlaging van de btw zorgt ervoor dat de laagste inkomens, waarvan we weten dat de energiefactuur zwaarder weegt in het gezinsbudget, hun koopkracht zien stijgen. Taksen, heffingen of de financiering van subsidiemechanismen hebben geen plaats in een factuur, die geen onderscheid maakt tussen mensen met een hoog of een laag inkomen. Die moeten eruit.”

De federale overheid heeft ook een hervorming van de federale heffingen doorgevoerd. Dat scheelt een slok op de borrel.

VAN PAEMEL: “De hervorming van de federale energieheffingen tot één accijns en de bevriezing van de heffingen op het niveau van dit jaar is een goede zaak, al is de impact voor gezinnen minimaal. Voor een doorsneegezin betekent de hervorming een vermeden stijging van zo’n 30 euro, wat een druppel op een hete plaat is. Ter vergelijking: in Nederland kende het kabinet een compensatie toe van 400 euro voor een gemiddeld gezin, via een extra belastingkorting en een verlaging van het belastingtarief op elektriciteit in 2022.”

AELBRECHT: “Het hele fiscale plaatje moet in ogenschouw worden genomen.”

BAETENS: “Er bestaat een wisselwerking tussen subsidies en heffingen. We hebben vandaag subsidies om inefficiënte heffingen te compenseren. Ik ben voor een CO2-heffing, die kan budgetneutraal of zelfs kostenverlagend zijn. Met een efficiënte heffing kun je ook veel subsidies schrappen.”

AELBRECHT: “We hebben in België de hoogste belastingen op lonen van heel Europa. Dat is al tien jaar zo. Iedereen weet dat. Er wordt af en toe aan gemorreld, in de kantlijn. Er komt maar geen beweging in. We zijn kampioen in het uitdelen van belastingkortingen, maar elke belastingkorting moet worden terugverdiend. Er zou echt moeten worden nagedacht over hoe we onze economie en onze maatschappij beter kunnen doen functioneren. Maar daar is weinig politieke interesse voor.”

BAETEN: “Heel wat mensen grijpen terug naar verwarming op hout of pellets. Dat is spotgoedkoop. Er zijn geen heffingen op en het allerlaagste btw-tarief is van toepassing. Maar hout- en pelletverbranding zorgt wel voor grote luchtvervuiling.”

Was het niet expliciet de bedoeling van Europa – en bij uitbreiding de rest van de wereld – om de CO2-uitstoot in rekening te brengen en dus fossiele brandstoffen duurder te maken?

BACHUS: “Ik wil er toch ook even op wijzen dat geen enkele journalist belde, toen de energieprijzen vorig jaar extreem laag waren. We moeten er ook over waken dat energie niet te goedkoop wordt. Dat betekent niet dat de prijzen op de korte termijn nog moeten stijgen, en we moeten een onderscheid maken tussen elektriciteit en gas. Voor de transitie naar meer duurzame energie is het belangrijk dat de prijzen van aardgas niet te veel dalen. Die prijzen zijn in België bij de laagste in Europa. De verhouding tussen elektriciteit en gas zit verkeerd. We houden nu een debat in een context van hoge energieprijzen. Over twee jaar zijn de prijzen misschien weer laag. Zonder meer de belastingen verlagen is geen goed idee. We moeten over energieprijzen praten in de context van de klimaattransitie. De kosten voor die transitie moeten in rekening worden gebracht.”

POLFLIET: “Particulieren betalen relatief weinig voor aardgas in ons land. Beduidend minder dan in Nederland. Nochtans komt een derde van ons aardgas uit Nederland. Voor elektriciteit is dat anders. Grote bedrijven betalen voor elektriciteit grosso modo hetzelfde als in Nederland, Duitsland, Frankrijk. Kleine bedrijven betalen meer. Dat is niet logisch. Want we zijn het er allemaal over eens dat we meer moeten elektrificeren.”

Vooral grote bedrijven genieten kortingen en vrijstellingen, om hun concurrentiepositie te beschermen. In Nederland moeten bedrijven sinds 2020 meer bijdragen aan de energietransitie. Moet België dat voorbeeld volgen?

LORENZO VAN DE POL (Voka): “De situatie tussen België en Nederland kun je niet één-op-één vergelijken. Zo moeten de Belgische bedrijven al een loonstijging van om en bij 3,5 procent financieren, door de automatische indexering van de lonen in ons land. De bedrijven zien de energiekosten ook stijgen, net zoals de gezinnen. De meeste contracten laten een zekere indexatie toe, waardoor de meeste bedrijven die hogere kosten kunnen doorrekenen aan hun klanten. Bedrijven die dat niet kunnen, zitten in slechte papieren. Wanneer een bedrijf internationaal actief is, met concurrenten uit andere werelddelen die de energieprijzen niet zo hebben zien stijgen, dan moeten zij de productie stilleggen omdat ze niet meer kunnen concurreren. Dat zien we nu al gebeuren. In Nederland moeten ook vooral de kleine bedrijven meer betalen, die minder de speelbal zijn van internationale concurrentie. En bovendien mogen we niet vergeten dat de Nederlandse bedrijven in absolute termen minder betalen voor energie dan de Belgische bedrijven.”

Waar moet de overheid de hoogste prioriteit aan geven?

POLFLIET: “Een taxshift, een verschuiving van belastingen, zodat elektriciteit goedkoper wordt dan aardgas.”

AELBRECHT: “Een taxshift.”

BACHUS: “Een taxshift.”

BAETENS: “Om iets anders te zeggen. De renovatieplicht tot label D afschaffen en vervangen door een einddoel.”

VAN DE POL: “De overheden van verschillende bestuursniveaus moeten goed samenwerken om de energietransitie tot een goed einde te brengen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content