Weekendwerk is een afknapper geworden in veel sectoren

© ANP / Harold Versteeg
Xavier Beghin medewerker Trends-Tendances

Sinds de pandemie is het evenwicht tussen werk en privé belangrijker geworden. Dat vergt een stevige dosis flexibiliteit van de bedrijven. Voor almaar Belgen houdt dat evenwicht ook in dat ze liever niet meer tijdens het weekend werken. Dat is een probleem in sectoren waar dat een traditie of een noodzaak is. De horeca, de gezondheidszorg en de handel staan bovenaan op de lijst.

“Na tevergeefs gezocht te hebben naar gekwalificeerd personeel voor ons atelier, zijn we tot onze grote spijt genoodzaakt op zondag te sluiten. Vanaf 22 september zal de bakkerij op zondag en maandag gesloten zijn. Bedankt voor uw begrip.” De bakkerij en patisserie Defreyne werd in 1961 opgericht door Remy en Josée Defreyne en is een waar instituut in de Wandwijk in het noorden van Brussel. De bakkerij is niet meer open op zondag, ondanks de enorme wachtrijen op die dag. Dezelfde radicale beslissing heeft Bakkerij Vereecke in Evere een paar maanden eerder genomen, ook al ondanks de grote drukte.

Veel bakkerijen en banketbakkerijen hebben besloten hun rolluiken niet te openen op zondag, hoewel dat de beste dag van de week is. Bakkers vinden niet langer de gekwalificeerde mensen die hun zaterdagavonden willen doorbrengen met het maken van stokbroden, of het bedienen van klanten op zondag. Om nog maar te zwijgen van de stagiairs die het opgeven wanneer ze geconfronteerd worden met de hardheid van de baan.

De bazen moeten veel harder werken om het gebrek aan personeel te compenseren. De sluiting op zondag is een manier om hun levenskwaliteit en die van hun werknemers te vrijwaren, zodat die laatsten niet opstappen.

Impact covid

Die situatie is een van de gevolgen van de coronapandemie, toen veel Belgen beseften dat alles anders kon, vooral het werk en de plaats die we eraan geven in ons leven. Vandaag is een baan die niet verenigbaar is met een normaal sociaal leven niet langer in trek. Dat fenomeen wordt nog versterkt door een wijdverspreid tekort aan arbeidskrachten.

“Waar zijn ze allemaal gebleven?” vraagt Simon Pirard, eigenaar van de gelijknamige wijnhandel in Waals-Brabant. “Ik heb net mijn wijnwinkel in Grez-Doiceau gesloten, omdat ik niet genoeg personeel kon vinden om mijn manager, die met langdurig ziekteverlof was, te vervangen. Ik heb geen enkele cv ontvangen ondanks mijn vele advertenties. Twee factoren spelen een rol: kennis van wijn en werken op zaterdag, wat het extra ingewikkeld maakt.”

‘Waarom niet inkrimpen? Minder doen met minder personeel. Er zal minder groei zijn, maar zal ik geen betere balans vinden?’ Simon Pirard, Vins Pirard

Het tekort aan geschoolde arbeiders is een groot risico voor onze economie en haar groei. “Ik ben bang een van mijn werknemers te zien vertrekken”, zegt Simon Pirard. “Mijn vader, die op zijn zeventigste nog altijd actief is, en ik vragen ons af hoe het verder moet met ons bedrijf. Waarom niet inkrimpen? Minder doen met minder personeel. Er zal minder groei zijn, minder klanten die bediend worden en een lagere omzet, maar zal ik geen betere balans vinden, en een betere winstgevendheid per uur, terwijl mijn stress vermindert? De franchisewinkel in Gerpinnes in Henegouwen doet het heel goed. We zouden op die weg kunnen doorgaan en daarnaast kunnen werken met onafhankelijke verkopers voor zakelijke klanten. We zouden dan alleen de leveringen moeten beheren. Het is echt jammer dat het zover moet komen. Maar als ik geen personeel kan vinden terwijl er zoveel werklozen zijn, wat kan ik dan doen?”

Wel bezoeken, niet werken

Waar zijn ze gebleven? Dat vraagt ook de horecasector zich af. Alleen al in Brussel zijn er 6.000 vacatures. Talloze restaurants snijden al een jaar in hun diensten om de personeelskosten binnen de perken te houden en het tekort aan sollicitanten op te vangen. Veel restaurants openen niet meer op zaterdag of zondag.

“Ik sluit Coincoin en Bloem Farine, twee van mijn restaurants, in het weekend, hoewel ik zeker weet dat dit mijn twee meest winstgevende dagen zijn”, zegt Mathieu Léonard, de voorzitter van de Federatie Horeca Brussel. “Ik doe het om mijn personeel te behouden en ervoor te zorgen dat ze zich goed voelen. Maar ook voor mijn eigen comfort. Anders besteed ik mijn tijd aan het werven van personeel om de vertrekkers te compenseren. Er is een tekort aan gekwalificeerd personeel, gekoppeld aan een afkeer van weekendwerk.”

Op de receptie na de presentatie van de Gault & Millau-gids in Brussels Expo begin november, vertelden veel restauranteigenaars ons over de moeilijke situatie. Een voorbeeld is de sommelier van een restaurant met een Michelinster in Henegouwen, die alleen in de eetzaal staat en vijftig couverts moet beheren. Dat lukt alleen dankzij studenten en flexi-jobs. Zijn jonge collega’s zijn vertrokken naar restaurants die niet open zijn in het weekend of alleen op zaterdagavond.

‘Je kunt het mensen niet kwalijk nemen dat ze niet meer in onze sector willen werken. Het is een keuze voor een levensstijl’

Mathieu Léonard, Federatie Horeca Brussel

“Je kunt het mensen niet kwalijk nemen dat ze niet meer in onze sector willen werken”, vervolgt Mathieu Léonard. “Het is een keuze voor een levensstijl. De horeca is daar medeverantwoordelijk voor. Tijdens de covidperiode vielen mensen die een deel van hun loon onder de tafel kregen, terug op de helft van hun loon. Ze verlieten de sector, en ik begrijp waarom. We hebben ons ingezet voor de veralgemening van de witte kassa, die heeft geholpen de sector op te schonen. We zouden waarschijnlijk niet zijn waar we nu zijn, als iedereen legaal was betaald. Het zij zo. Generatie Z, die covid heeft meegemaakt tijdens haar studie, is voor ons verloren. De opleidingscentra en hotelscholen zijn zo goed als leeg.”

Er zit een heel paradoxaal kantje aan die situatie. De Standaard publiceerde onlangs een studie over hoe Vlaanderen het koninkrijk van de horeca geworden was, met duizenden cafés en terrassen die de stadscentra overspoelden. Volgens Statbel is het restaurantaanbod de jongste tien jaar met 20 procent toegenomen. Tegelijkertijd is 5,5 procent van de kleine bakkerijen verdwenen, 14,5 procent van de slagerijen en 9,4 procent van de fruit- en groentewinkels. In dezelfde periode zijn onze uitgaven aan hotels, restaurants en catering met 45,4 procent gestegen tot 1.287 euro per persoon per jaar. In De Standaard bevestigen Yves Segers en Ignace Glorieux, professoren aan respectievelijk de KU Leuven en de VUB, dat jongeren nog nooit zo vaak de horeca hebben bezocht en dat ze over het algemeen veel meer uitgeven dan hun ouders. Maar ze willen er niet meer werken.

“We willen graag een stabiel voltijds personeelsbestand kunnen aannemen met een vast contract”, zegt Mathieu Léonard. “We willen graag mensen kunnen aanwerven door meer nettoloon te geven in plaats van brutoloon. Maar de regeringen leggen enkel bonussen of btw-verlagingen op tafel. Het draait allemaal om de korte termijn. We zouden graag een structurele hervorming van de belasting op arbeid zien, die ook ten goede komt aan bedrijven en niet alleen aan individuen.”

Lees ook: zoektocht naar personeel blijft grote uitdaging voor horeca

Onaantrekkelijke zorg

Ook in de gezondheidszorg klinkt een roep naar aanvaardbare werkomstandigheden. In verpleeghuizen en zorginstellingen verslechtert het tekort aan verplegend personeel de arbeidsomstandigheden. Dat doet werknemers met ziekteverlof uitwijken naar minder inspannende sectoren. Het aantal inschrijvingen voor zorgopleidingen is sterk gedaald. Een overdaad aan werk, een salaris dat niet overeenkomt met de aard van het beroep, en nacht- en weekenddiensten: dat alles is niet erg aantrekkelijk voor jongeren.

In het Epicura-netwerk en zijn drie grote ziekenhuisvestigingen in Aat, Baudour en Hornu komt het verplegend personeel overeen met 1.150 voltijdse banen. Maar dat is niet genoeg. “We hebben een permanent tekort van 20 tot 25 voltijdse werknemers”, zegt Dominique Gainvorste, hoofd van de verpleegafdeling van Epicura. “Er zijn twee goede wervingsperiodes: juni tot september en februari. Die komen overeen met de afstudeerperiodes. Daartussenin verliezen we alleen maar personeel. Er zijn genoeg verpleegkundigen in België, maar ze werken lang niet allemaal in de gezondheidszorg. Als mensen van job veranderen, ligt dat vaak aan het nacht- en weekendwerk. Sinds covid is de heroriëntatie veel algemener geworden.”

Ook de apotheeksector is niet immuun voor de trend om niet meer in het weekend te werken. De wachtdienst en de openingsuren op zaterdag hebben veel gediplomeerde apothekers en andere verwante beroepen in de richting van de farmaceutische industrie geduwd, die meer compatibele werktijden biedt. Universitaire opleidingen zien het aantal inschrijvingen sterk dalen. De studenten geven als redenen onder andere de weinig flexibele en meer ingewikkelde werktijden in apotheken, nachtdiensten tijdens de week en in het weekend, openingsuren op zaterdag en een gevoel van onveiligheid.

Rijden in het weekend

Ook in de transportsector is het niet gemakkelijk. Er is al lange tijd een tekort aan vrachtwagenchauffeurs. Bovendien is de gemiddelde leeftijd van chauffeurs erg hoog en zal de pensionering de komende jaren versnellen. Ook dit beroep is nauwelijks verenigbaar met een sociaal of gezinsleven.

“Het is een goedbetaalde job, maar het zijn lange uren”, bevestigt Philippe Degraef, directeur van Febetra, de Belgische federatie van transporteurs en logistiekedienstverleners. “En als je voor een grote retailer werkt, moet je ook op zaterdag en soms op zondag leveren. Tegenwoordig is het moeilijk een jonge chauffeur te vinden die dat accepteert. Het is een minder fysieke baan dan vroeger, gezien de laad- en losapparatuur, en ze zou meer vrouwen kunnen aantrekken. We zouden graag flexi-jobs kunnen aanbieden. Dat kan vooral het probleem van de zaterdagen oplossen. We hebben dat gevraagd, maar het is niet opgenomen in de jongste hervorming. We zullen ons verzoek herhalen bij de volgende federale regering.”

“We leveren onder meer aan de winkels van Trafic en Medi-Market, met regelmatige leveringen op zaterdag”, vertelt Didier Michel, de voorzitter van Febetra Henegouwen en CEO van de familiegroep TFM in Houdeng. “Het is niet altijd makkelijk mijn verplichtingen in het weekend na te komen. We proberen wisselende diensten te organiseren en er zijn ook vrijwilligers, omdat het op zaterdag beter betaalt. Maar je hebt 45 uur rust per week nodig. Dus als je op zaterdag tot 15 uur hebt gereden, kun je maandagochtend niet vertrekken.”

TFM heeft 250 chauffeurs en 50 magazijnmedewerkers in dienst. De afgelopen vijf of zes jaar was er een systematisch tekort van vijf tot tien chauffeurs. “Het zijn zeer moeilijke tijden”, zegt Didier Michel. “Er zijn honderd faillissementen per maand in de sector. Het aantal transportbedrijven is gedaald van 12.000 naar 8.500. Sinds het begin van het jaar heb ik amper drie spontane sollicitaties ontvangen. Slechts één heeft geleid tot een contract. Als ik sollicitanten ontvang, stel ik veel vragen, om ervoor te zorgen dat alles vanaf het begin duidelijk is. Een daarvan heeft te maken met werken in het weekend. In 90 tot 95 procent van de gevallen krijg ik een afwijzing.”

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content