War for talent in start-ups en scale-ups
De vraag naar webdevelopers is niet bij te houden. In België woedt een heuse war for talent. Bonussen, wedstrijden, originele marketingacties: start-ups en grote bedrijven steken elkaar de loef af om de schaarse ontwikkelaars te verleiden.
10.000 euro cash bij de ondertekening van de arbeidsovereenkomst. Met die troefkaart om getalenteerde ontwikkelaars te lokken, veroorzaakte de Waalse scale-up Odoo eind 2019 heel wat ophef. Om zijn enorme groei te kunnen bijhouden, wilde het bedrijf liefst 120 nieuwe ontwikkelaars in dienst nemen. Dat bleek geen sinecure. Daarom zette de onderneming ongeziene verleidingslisten in. Met een salvo aan berichten op sociale media liet het bedrijf weten dat het de headhunters zou omzeilen en dat het bedrag van 10.000 euro, dat het anders voor hun diensten had moeten betalen, rechtstreeks naar de nieuwkomers zou gaan.
“Dat bedrag stemt ongeveer overeen met de marktprijs”, vertelde Fabien Pinckaers, de CEO en oprichter van de Waals-Brabantse scale-up, ons toen. “Headhunters rekenen drie maanden salaris aan. Het leek ons zinvol om dat geld aan onze mensen te geven.” Intussen is het bedrag teruggebracht tot 5000 euro, maar aan de strategie is niets veranderd. Odoo haalt alles uit de kast om de broodnodige witte raven uit het developerswereldje te vinden.
Odoo beperkte zich niet tot die communicatiecampagne om zich te profileren als aantrekkelijke werkgever bij programmeurs. Het bedrijf nam ook rechtstreeks contact op met om en bij de 2000 ontwikkelaars die aan de slag waren in België, in een poging hen over de streep te trekken. Op hun werkplek kregen zij een pakketje met een houten breinbreker, een uitdaging en een uitnodiging om bij Odoo te komen werken. “Denk aan ons als u op zoek bent naar een job als Python-ontwikkelaar”, stond er te lezen op een flyer in de doos.
Het is een wel heel directe vorm van direct marketing, die hier en daar in het verkeerde keelgat schoot. Thomas Van Eeckhout, de nieuwe co-CEO van Easi, plaatste een niet mis te verstaan bericht op LinkedIn met als hashtags #businessethics en #notcool. Een dertigtal leidinggevenden van bedrijven uit de digitale sector postte een commentaar bij de boodschap van de Easi-baas.
Schaarste
Maar er is wel degelijk een probleem. Het tekort aan softwareontwikkelaars beperkt de groeimogelijkheden van jonge techbedrijven. “Wij zoeken 120 ontwikkelaars”, geeft Fabien Pinckaers mee. “Terwijl er elk jaar maar 80 afstuderen aan de UCLouvain.”
De technologiefederatie Agoria bevestigt het toenemende risico op schaarste. Volgens Patrick Slaets, chief data analyst van de federatie van de technologische industrie, leiden de Belgische universiteiten en hogescholen jaarlijks 5000 tot 6000 ontwikkelaars op en volgen er nog eens 3000 een opleiding tot programmeur via permanente vorming. Tegelijk stappen er volgens hem elk jaar ettelijke duizenden uit de praktijk om bijvoorbeeld de functie van chief information officer of coördinator op te nemen. Kortom, over tien jaar zal het vak van ontwikkelaar-programmeur op het podium van de knelpuntberoepen staan. “Als er niet wordt ingegrepen op het niveau van de opleidingen, zullen er tegen 2030 ongeveer 16.000 ontwikkelaars te kort zijn op de Belgische markt”, zegt Patrick Slaets.
Als er niet wordt ingegrepen op het niveau van de opleidingen, zullen er tegen 2030 ongeveer 16.000 ontwikkelaars te kort zijn op de Belgische markt” Patrick Slaets Agoria
Fabien Pinckaers bevestigt, maar nuanceert ook: “Ontwikkelaars vinden die kleine websites bouwen of eenvoudige mobiele apps ontwikkelen is geen probleem. Het zijn vooral de topontwikkelaars die schaars zijn.” Slechts 2 procent van de kandidaten die bij Odoo over de vloer komen, krijgen een contract.
Banken
Niet alleen de bruisende start-upscene is voortdurend op zoek naar ontwikkelaars. De grootste werkgevers voor dat type van profielen zijn te vinden in de financiële sector en bij de overheid, stelt Patrick Slaets vast. BNP Paribas Fortis, een van ‘s lands grootste financiële instellingen, heeft 300 development engineers in dienst, die zich bezighouden met ontwikkelen, testen en analyseren. De banksector ondergaat niet alleen een ingrijpende digitale transformatie, maar moet ook heel wat projecten uitvoeren rond open bankieren. Dat is de trend waarbij instellingen hun data openstellen voor derden en almaar transparanter moeten zijn.
Of het nu om banken, grote bedrijven of start-ups gaat, allemaal moeten ze hun beste beentje voorzetten om de vaak jonge mensen te verleiden. “Sommige ontwikkelaars beseffen dat ze begeerd zijn”, zegt de verantwoordelijke van een groot webagentschap. “Ze profiteren daarvan om heel specifieke eisen op tafel te leggen. Om een ontwikkelaar aan boord te halen, gingen wij er zelfs mee akkoord dat hij zijn hond meebracht naar kantoor.”
Net zoals voor de andere millennials is het loonpakket niet langer het enige aandachtspunt bij de nieuwe generatie medewerkers. Het evenwicht tussen werk en privé prijkt bovenaan op hun verlanglijstje. Hun werkgever moet een sexy imago hebben. Zo moet hij bereid zijn IT-teams van thuis te laten werken, en niet alleen in tijden van corona. Julien Vandeleen, de oprichter van BePark, kan ervan meespreken: “Je voltallige IT-team in hetzelfde kantoor, dat is een utopie”, zeg hij. “Iedereen werkt graag vanop afstand. Bovendien gebeurt de rekrutering van steengoede ontwikkelaars meer en meer op Europees niveau. Voor commerciële profielen is dat niet mogelijk, voor ontwikkelaars wel.”
Wanneer ontwikkelaars de werkgevers voor het uitkiezen hebben, kunnen ze die tegen elkaar uitspelen. “Ontwikkelaars verdienen zeker 5 tot 10 procent meer dan het gemiddelde”, analyseert Patrick Slaets. “Van ontploffende loonvoorwaarden is daarom nog geen sprake. Dat ze meer verdienen, komt vooral doordat ze vaak in Brussel werken en in sectoren die wat beter betalen, zoals de banksector.” Op de site van Odoo kan een kandidaat-ontwikkelaar zijn salaris simuleren met een rekentool. Wij deden de test. Een kandidaat met amper vijf jaar ervaring kan bij Odoo ruim 2700 euro netto per maand verdienen, krijgt er een kleine bedrijfswagen bovenop als belangrijkste voordeel in natura en krijgt meer dan 5200 euro extra op jaarbasis als dertiende maand.
De verkeerde man of vrouw in dienst nemen kost een start-up handenvol geld, om van de impact op het team nog te zwijgen” Jonathan Schockaert Listminut
Frontvorming is nodig
Toegegeven, België is lang niet Silicon Valley. In de Californische techvallei kan en mag alles om toch maar de beste ontwikkelaars in huis te halen. Aandelen van een bedrijf dat sterk zal groeien en misschien naar de beurs zal trekken, salarispakketten om van achterover te vallen, trendy werkplekken – met yogalessen en fruitmanden -, tot en met het opkopen van start-ups om die vervolgens te ontmantelen en de beste medewerkers over te nemen.
Om uitwassen te voorkomen, gaan er bij ons meer en meer stemmen op om een sterk Belgisch front te vormen met het oog op de opleiding van getalenteerde ontwikkelaars en, bij uitbreiding, alle profielen uit de digitale sector. Anders dreigen onze bedrijven de huidige en toekomstige uitdagingen van de digitalisering niet aan te kunnen, als ze al niet bezwijken onder de internationale concurrentie.
Niet enkel ontwikkelaars
Door de schaarste aan ontwikkelaars, mogen we niet uit het oog verliezen dat start-ups ook zoeken naar talentvolle verkopers, marketeers en hr-experts. Voor al die functies hopen de jonge bedrijfjes de beste krachten te vinden. Durfkapitaalinvesteerders dringen er trouwens op aan dat ze dat doen, en het liefst heel snel. “70 procent van het geld dat we investeren in start-ups die in de prille beginfase zitten, gaat naar medewerkers”, benadrukt Frank Maene, managing partner van het investeringsfonds Volta Ventures. “Als we 1 miljoen euro investeren in een bedrijf, weten we dat er 700.000 euro naar rekrutering en salarissen zal gaan. En dus pushen wij de oprichters om intelligente, getalenteerde, gedreven en gemotiveerde mensen aan boord te halen.”
Vanwaar die verbeten zoektocht naar de allerbeste mensen? Om te vermijden dat er geld verloren gaat. De meeste ondernemers achter een technologische start-up mikken op groei. Zij beseffen dat ze noch de tijd noch de middelen hebben om zich te vergissen. Er is een groot verschil tussen een ‘zeer goede’ en een ‘gewone’ ontwikkelaar, zegt Jonathan Schockaert, de CEO van Listminut. “Investeren in een heel goede ontwikkelaar zal voor de start-up al snel een wereld van verschil maken, omdat zo iemand doeltreffender is en sneller resultaat aflevert.”
Die redenering gaat op voor de meeste functies. “Precies daarom steken wij zoveel moeite in het rekruteringsproces”, vervolgt de baas van Listminut. “Dan heb ik het niet alleen over de competenties. We kijken ook of het klikt qua persoonlijkheid en of de kandidaat onze waarden deelt. De verkeerde man of vrouw in dienst nemen kost een start-up handenvol geld, om van de impact op het team nog te zwijgen.”
Dat geldt des te meer voor de functies die de groei moeten voortstuwen wanneer de start-up vervelt tot een scale-up, vindt Julien Vandeleen van BePark. In zijn ogen is eerdere ervaring in een andere start-up een grote troef. “Wij ontmoeten soms kandidaten die van een grotere structuur komen, maar die het discours en de realiteit van een start-up niet beheersen”, zegt Vandeleen. “Profielen die al aan de slag waren in succesvolle start-ups, hebben vaak een meerwaarde omdat ze die ervaring wél hebben.”
Toen Take Eat Easy bijvoorbeeld in 2016 failliet ging en de medewerkers plots op straat stonden, konden velen onder hen zich verheugen in de belangstelling van tal van startende bedrijven, net door hun unieke ervaring in een snel groeiende start-up. Alleen doet zo’n situatie zich – gelukkig – niet elke dag voor en moet elke start-up roeien met de riemen die hij heeft in de queeste naar witte raven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier