Waarom de Belgische staat een deel van BNP Paribas verkoopt
De Belgische staat heeft deze nacht meer dan 33 miljoen aandelen van BNP Paribas verkocht en strijkt daarvoor 2,165 miljard euro op. Daardoor daalt het Belgische belang in de Franse bank van 7,8 naar 5,1 procent. Voor de operatie zijn enkele goede redenen.
Lees verder onder de video
1. De koers van BNP Paribas staat op recordhoogte
BNP Paribas sloot gisteren op de beurs tegen 66,15 euro, een van de hoogste koersnoteringen sinds de financiële crisis. Bankaandelen presteren momenteel uitstekend op de aandelenmarkten. Dat danken ze aan de gunstige cocktail van de stijgende rente en de heel beperkte kredietverliezen. Daardoor kunnen ze uitpakken met hoge winstverwachtingen. En de meeste West-Europese banken zijn goed gekapitaliseerd, waardoor ze een groot deel van die winst kunnen uitkeren aan de aandeelhouders.
De Belgische staat verkocht zijn deelneming van 2,7 procent in BNP Paribas tegen 64,96 euro per aandeel. Dat een kleine korting op de slotkoers van de dag voordien wordt toegekend, is normaal bij plaatsingen van die omvang. De verkoopprijs correspondeert ongeveer met de prijs die de Belgische overheid in 2009 betaalde voor de aandelen via de inbreng van Fortis Bank. Er is dus geen echte meerwaarde, maar de operatie brengt wel 2,165 miljard euro in het laatje.
2. De Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij herschikt haar portefeuille
De deelneming van de Belgische staat in BNP Paribas zit in de portefeuille van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM). Die kreeg vorig jaar ruimere bevoegdheden om haar portefeuille te beheren en moet een grotere rol als staatsinvesteringsfonds spelen. Bij FPIM luidt het dat men streeft naar een “evenwichtigere portefeuille” en dat daarom “de blootstelling aan de financiële sector wordt afgebouwd”. De verkoop van het belang in BNP Paribas moet als onderdeel daarvan worden gezien.
FPIM kocht vorig jaar participaties in de verzekeringsgroep Ageas en in de effectenbewaarder Euroclear. Op die manier werpt de investeringsmaatschappij zich op als een verankeraar van bedrijven met een belangrijke voetafdruk in ons land. Volgens minister van Financiën Vincent Van Peteghem (cd&v) wordt de opbrengst van de verkoop van de participatie in BNP Paribas grotendeels gebruikt voor de financiering van de Ageas- en Euroclear-deelnames. Zij moeten de dividendenstroom vanuit BNP Paribas vervangen. Slechts een half miljard zou gaan naar de afbouw van de staatsschuld.
3. De Belgische staat had toch niets te zeggen in Parijs
Door de afbouw van haar participatie behoudt de Belgische overheid één zitje in de raad van bestuur van BNP Paribas. Tot nu waren dat er twee. Maar veel verschil zal dat niet maken. De vertegenwoordigers van ons land hebben in Parijs nooit veel in de pap te brokkelen gehad. Minister Van Peteghem sprak op de radio dan ook van “een niet-strategische participatie, waar we weinig zeggenschap hebben”.
Nochtans is BNP Paribas Fortis, de Belgische dochter van BNP Paribas, de grootste bank van ons land. Dat onze overheid geen zeggenschap heeft over zo’n strategisch belangrijke instelling, heeft ze alleen aan zichzelf te wijten. Koen Geens, partijgenoot van Van Peteghem en zijn voorganger op Financiën, besliste in 2013 de blokkeringsminderheid van 25 procent in BNP Paribas Fortis aan de Fransen te verkopen. Een keuze voor het geld die de Belgische overheid elke hefboom uit handen nam.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier