Katleen De Stobbeleir
‘Vrouwen hoeven niet te bewijzen dat ze hun emancipatie verdiend hebben’
‘Emancipatie is niet iets waar vrouwen dankbaar voor moeten zijn. Het is een onrecht dat is rechtgezet.’ Dat zegt Katleen De Stobbeleir, professor leadership en partner van de Vlerick Business School.
Westerse vrouwen mogen van geluk spreken. In tegenstelling tot de overgrote meerderheid van de dames op deze aardkluit kunnen we zowat alles bereiken: studeren, carrière maken, die carrière al dan niet combineren met een gezin, tijd voor onszelf en persoonlijke ontplooiing. De vrijheden zijn eindeloos.
Toch bekruipt me rond vrouwendag ook altijd een wat vreemd gevoel. Want daar komen ze weer: de vele artikels over de miskende superheldinnen die vrouwen zijn. Niet alleen zakelijk zijn ze steengoed, ze zijn ook empathisch en perfecte mama’s, en ze komen altijd stralend voor de dag. De onderliggende boodschap is dat het hoog tijd wordt dat al die miskende superheldinnen de erkenning krijgen die ze verdienen.
Maar elke superheld heeft een zwakte. Die van de supervrouw is dat ze de rol van de miskende superheldin draagt als een ereteken, iets om trots op te zijn. We kunnen alles, en net daarom proberen we ook alles te zijn en al die verwachtingen in te lossen. Dat blijkt uit onderzoek van professor Jodi Vandenberg-Daves aan de universiteit van Wisconsin. Maar we weten maar al te goed dat ‘alles’ vaak op niets uitdraait. Alles doen is ongezond, zowel voor mannen als voor vrouwen. Ook dat is gelijkheid.
Waar komt die drang vandaan om alles te zijn voor iedereen? Het onderzoek van professor Jodi Vandenberg-Daves toont aan dat het superwomansyndroom diep in onze maatschappelijke verwachtingen geworteld zit, en dat al op jonge leeftijd. Kort door de bocht: kleine meisjes moeten consciëntieus zijn en hard werken op school, onze kleine jongens overstelpen we met complimenten als ze fluitend door hun lagereschooltijd fietsen. Van jonge moeders verwachten we dat ze hun droombaan combineren met de origineelste kinderfeestjes en uitstapjes, terwijl we jonge vaders blijven veroordelen wanneer ze deeltijds werken, tenzij ze hun huis verbouwen of een zelfstandige activiteit uitbouwen.
Vrouwen hoeven niet te bewijzen dat ze hun emancipatie verdiend hebben.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat studies blijven aantonen dat de vrouwelijke emancipatie in de westerse wereld niet geleid heeft tot meer vrijheid, maar vooral tot nog meer werk op de schouders van vrouwen. Want naast de betere tewerkstellingskansen, de hogere lonen en de toename van het aantal vrouwen aan de top tekende zich de voorbije jaren nog een andere trend af, die sociologen ook wel de trend van het ‘intensieve moederschap’ noemen: je kind centraal stellen in zowat elke beslissing die je neemt. En zo kreeg de vrije, geëmancipeerde vrouw steeds meer het gevoel dat ‘alles doen’ nog niet genoeg was.
Dat gevoel werd bovendien realiteit. Zo ontdekten sociaal psychologen bijvoorbeeld het ‘superwomansyndroom’, het fenomeen dat ook de maatschappij het vanzelfsprekend is gaan vinden dat vrouwen goed zijn in multitasken en hen straft wanneer ze daar niet in slagen. Het superwoman-syndroom zet ook door in de privésfeer, waar de huishoudelijke taken disproportioneel verdeeld blijven.
Het goede nieuws is dat vrouwen geen minderheid zijn, maar de helft van de maatschappij vertegenwoordigen, en dus wel degelijk een actieve stem hebben in dit kapittel. Emancipatie is niet iets waar vrouwen dankbaar voor moeten zijn. Het is een onrecht dat is rechtgezet. Vrouwen hoeven dus ook niet te bewijzen dat ze die emancipatie verdiend hebben. Integendeel: emancipatie is net zelf kunnen kiezen waaraan je je beperkte energie besteedt, en ook wat je niet doet. Onlangs kreeg ik van een studente een te gekke pin met daarop: Girls just want to have fun(ding). Die medaille zal ik met veel fierheid opspelden naar aanleiding van internationale vrouwendag. De superheldinnenmedaille laat ik dit jaar achterwege.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier