Alain Mouton
‘Vooral slecht werkende arbeidsmarkt speelt allochtonen parten’
Alle arbeidsmarktonderzoeken tonen aan dat discriminatie inderdaad een van de oorzaken is van zwakke positie van allochtonen op de arbeidsmarkt, maar als reden komt discriminatie slechts op de vijfde plaats. Dat zegt Trends-redacteur Alain Mouton.
De werkgeversorganisaties Unizo en VBO zijn niet gewonnen voor zogenaamde mystery calls om discriminatie op het werk tegen te gaan. Federaal minister van Werk Kris Peeters (CD&V) pleitte deze week voor zo’n aanpak in de strijd tegen discriminatie door werkgevers. Bij een mystery call wordt gebeld naar een bedrijf onder een verzonnen naam om na te gaan of de werkgever discrimineert op basis van een exotische naam. Werkgevers stellen zich terecht de vraag of zoiets wel kan, aangezien die aanpak veel weg heeft van uitlokking.
Maar de kern van het debat ligt elders. Het pleidooi voor mystery calls vertrekt van de premisse dat de lage werkgelegenheidsgraad van allochtonen het gevolg is van discriminatie door werkgevers. In Vlaanderen heeft slechts 46 procent van de mensen van allochtone afkomst een baan, terwijl de totale Vlaamse werkzaamheidsgraad meer dan 70 procent bedraagt. Alle arbeidsmarktonderzoeken tonen aan dat discriminatie inderdaad een van de oorzaken is van zwakke positie van allochtonen op de arbeidsmarkt, maar als reden komt discriminatie slechts op de vijfde plaats.
‘Vooral slecht werkende arbeidsmarkt speelt allochtonen parten’
Om te beginnen geldt voor allochtonen wat voor jongeren, ouderen of mensen met een handicap geldt: dat de werkgelegenheidsgraad te laag ligt is een gevolg van een slecht functionerende arbeidsmarkt. In België speelt het insider-outsidersysteem volop. Wie een vaste job heeft zit gebeiteld, wie werkloos is, raakt moeilijk aan een baan. De loonkosten zijn te hoog, de kloof tussen brutoloon en nettoloon laat te wensen over, de activering kan beter…
Een tweede reden voor de lage tewerkstelling van allochtonen is hun gebrek aan een uitgebreid netwerk. Intensieve contacten, zeker buiten de eigen gemeenschap, versterken de kans op een job. Een derde reden is een gebrekkige opleiding en een ondermaatse talenkennis. Dat is vooral in Brussel duidelijk, waar de jongerenwerkloosheid in wijken met veel allochtonen tot 50 procent oploopt. Ten vierde is er ook een cultureel probleem. Jan Denys, arbeidsmarktdeskundige bij Randstad, wees een aantal jaar geleden in zijn boek ‘Free to Work’ op een attitudeprobleem bij sommige allochtone jonge mannen, zonder te veralgemenen natuurlijk. Zo is het voor Marokkaanse en Turkse mannen bijvoorbeeld niet altijd vanzelfsprekend leiding te krijgen van een vrouw. Die houding is een hinderpaal voor de integratie op de arbeidsmarkt.
Discriminatie speelt pas in een later stadium een bepalende rol bij een aanwerving. Bedrijven valt daar trouwens steeds minder te verwijten. Werkgevers weten dat ze zware reputatieschade lijden indien ze iemand weigeren aan te werven wegens zijn of haar afkomst. En ook de tussenpersonen op de arbeidsmarkt zoals uitzendbedrijven treden streng op. Het komt amper in het nieuws, maar uitzendkantoren verbreken wel degelijk de relaties met klanten die wensen te discrimineren bij de aanwerving van medewerkers.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier