Sinds 2020 haalden Limburgse start-ups 107 miljoen euro op. Daarmee zijn ze een solide Vlaamse middenmoter. Maar met 169 ligt het aantal start-ups in Limburg lager dan in andere provincies. Financieringsrondes die moeten zorgen voor een internationale doorbraak ontbreken. Daarom stelt Voka-KvK Limburg een aantal maatregelen voor om het landschap van starters en scale-ups in de provincie te versterken.
In 2024 overschreed de gezamenlijke waardering van de Vlaamse start-ups voor het eerst de mijlpaal van 54 miljard euro, een stijging van 31,7 procent tegenover 2023. Vlaanderen behoort daardoor tot de snelst groeiende innovatiehubs van Europa. Vooral sectoren als lifesciences, healthtech, energie en enterprisesoftware trekken veel kapitaal aan.
De jongste cijfers van Flanders Investment & Trade (FIT) over kapitaalrondes geven echter een gemengd beeld van de Vlaamse regio’s. In de periode 2020–2025 haalden Vlaamse bedrijven samen ruim 3,8 miljard euro op. Limburgse bedrijven waren in diezelfde periode goed voor 140 miljoen euro – méér dan West-Vlaanderen (107 miljoen euro), maar duidelijk minder dan grotere provincies als Oost-Vlaanderen (2 miljard euro) en Antwerpen (1 miljard euro). Het gaat om bedrijven die de afgelopen vijf jaar hier zijn opgericht of hier hun hoofdkantoor hebben. De cijfers tonen dat Limburg zo een solide middenmoter is in Vlaanderen . Vooral in 2021 en 2022 haalden Limburgse starters grote bedragen op (meer dan 37 miljoen euro).
Blijven hangen in vroege groeifase
Limburg had vorig jaar 169 start-ups. Hoewel dat minder is dan in Oost-Vlaanderen (747) of Antwerpen (770), toont de Limburgse hotspot Hasselt opvallende resultaten: het heeft een hoge conversiegraad van start-up naar scale-up, hoger dan bijvoorbeeld Antwerpen of Leuven. Dat wijst op een ecosysteem dat kleiner in schaal is, maar efficiënt in het begeleiden van jonge bedrijven om door te groeien.
Toch is er ook een duidelijke rem: de meeste Limburgse rondes situeren zich in pre-seed (om ideeën of prototypes uit te werken), seed (voor verdere productontwikkeling en eerste klanten) en Series A (groeikapitaal om marktpositie uit te bouwen). Series B-rondes, die vaak nodig voor een internationale doorbraak, ontbreken nog zo goed als volledig in de provincie.
Lees ook: 10 jaar na de sluiting van Ford Genk: ‘De Limburgse maakindustrie mist nog diepgang’
“Onze starters in Limburg zetten sterke eerste stappen. Maar zonder Series B-financiering riskeren we dat bedrijven hun kapitaal, en uiteindelijk hun groei, buiten Limburg zoeken”, zegt Ellen Olislagers, directeur familiebedrijven & starten van Voka – Kamer van Koophandel Limburg.
Dat probleem wordt versterkt door het beperkt aantal investeerders. Limburg telt slechts 48 investeringsmaatschappijen en fondsen met een hoofdzetel in de provincie, tegenover 239 in Antwerpen, 215 in Oost-Vlaanderen en 135 in Vlaams-Brabant.
“Dat Limburg meer kapitaal ophaalt dan West-Vlaanderen, bewijst dat het ondernemerschap hier sterk is. Maar om die groei hier te verankeren, hebben we meer investeerders nodig in de provincie zelf”, aldus Olislagers.
Opleiding burgerlijk ingenieur in Hasselt?
De financiering blijft dus een belangrijke hefboom én drempel. In 2023 stroomde er 671 miljoen euro naar innovatieve ondernemingen, waarvan 583 miljoen euro privaat kapitaal en 88 miljoen euro subsidies. Dat vertegenwoordigt slechts 0,21 procent van het Vlaamse bbp, terwijl toonaangevende regio’s zoals Berlijn bijna dubbel zoveel per capita ophalen. Wel zijn bij één op de drie investeringsrondes buitenlandse investeerders betrokken, wat wijst op een groeiende internationale validatie.
Daarom lanceert Voka-KvK Limburg in een Limburgs Tech Manifest een aantal voorstellen om het start- en scale-up-landschap in de provincie te versterken. Dat gebeurt in samenwerking met Limburgse start-ups en scale-ups, vertegenwoordigers van de Corda Campus in Hasselt, Flanders Investment & Trade, Vlaio, POM Limburg en aantal politici.
In het manifest wordt gepleit voor een opleiding tot burgerlijk ingenieur aan de Universiteit Hasselt. Die bestaat daar momenteel nog niet. Uit onderzoek blijkt dat burgerlijk ingenieurs vaak mee aan de basis van start-ups liggen. Daarnaast vraagt het Tech Manifest dat Limburg zich meer positioneert als regio voor start-ups en dat onderwijsinstellingen en bedrijven meer samenwerken . Ook wordt gevraagd dat er meer Vlaamse overheidsopdrachten terecht komen bij kmo’s. Nu vallen die een beperkte groep grotere bedrijven ten deel.