Tijdens de eerste helft van dit jaar werden in Vlaanderen 7.137 contracten voor individuele beroepsopleiding (IBO) afgesloten. Dat zijn er 25 procent meer dan vorig jaar, blijkt uit een analyse van het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ) op basis van cijfers van de Vlaamse arbeidsbemiddelingsdienst VDAB.
Een IBO houdt in dat een pas aangeworven werknemer eerst een opleiding van 1 tot 6 maanden volgt in een bedrijf en daarna een contract krijgt. Aanvankelijk gold de regel dat na afloop van de leertijd een contract van onbepaalde duur moest worden aangeboden, maar sinds 1 oktober vorig jaar is het beleid versoepeld en is ook een contract van bepaalde duur toegelaten.
Die versoepeling gaf de IBO duidelijk een boost, blijkt uit onderzoek van het NSZ. In 2013 steeg het aantal IBO-contracten al met 6,2 procent ten opzichte van het jaar ervoor, maar dit jaar gaat het om een toename met een kwart van het aantal afgesloten contracten. Tijdens de eerste zes maanden van 2014 werden er namelijk 7.137 IBO-contracten afgesloten, tegenover 5.697 tijdens dezelfde periode in 2013.
De opmars is volgens het NSZ absoluut toe te juichen. “Zo’n IBO is voordelig voor de werkzoekende die op die manier ervaring opdoet, maar ook voor de werkgever die tijdens de opleidingsperiode slechts een productiviteitspremie moet betalen”, zo vermeldt het persbericht van NSZ. Uit de cijfers voor de eerste zes maanden van 2014 blijkt dat de meeste IBO-contracten in de bouwsector worden afgesloten (20 procent), gevolgd door de kleinhandel (13 procent) en de horecasector (8 procent). (Belga/BO)
