VIB bouwt buitenlands netwerk
Johan Cardoen volgt Rudy Dekeyser op aan het hoofd van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB). De nieuwe en oude baas lichten samen een tip op van de sluier over de toekomstplannen voor het VIB. En die situeren zich deels in het buitenland.
Het VIB werd opgezet als partnerschap met UGent, KU Leuven, Universiteit Antwerpen en VUB en werd de voorbije 16 jaar geleid door het tweetal Rudy Dekeyser en Jo Bury. Dekeyser was daarbij verantwoordelijk voor technologietransfer, boudweg te vertalen als het te gelde maken van het basisonderzoek. Zo werd het instituut het lanceerplatform voor spin-offs als Devgen en Ablynx.
Dekeyser gaat nu aan de slag in de durfkapitaalwereld als managing partner in een nieuw fonds van het Nederlandse Life Sciences Partners (LSP). Johan Cardoen, CEO van het Gentse plantenbiotechnologiebedrijf BASF CropDesign en voorzitter van de clusterfederatie FlandersBio, volgt hem op en zal voortaan het VIB samen leiden met Bury.
Wat zijn de ambities van het VIB en zijn nieuwe co-algemeen directeur?
Johan Cardoen: “De uitdaging om in voetsporen van Rudy te treden, zal groot genoeg zijn. Ik heb 24 jaar in het bedrijfsleven gezeten en die ervaring kan ik het VIB bijbrengen. Hoogstaand onderzoek blijft uiteraard de basis, maar we moeten werken om het VIB nog meer op de kaart te zetten, door het spin-offbeleid verder uit te bouwen en open innovatie verder proberen in te vullen. En door te kijken buiten de grenzen van Vlaanderen.”
U bedoelt satellietafdelingen in het buitenland?
Johan Cardoen: “Daar wil ik zeker over nadenken. Een partnerschap met een Amerikaans instituut? Dat zou kunnen. Het VIB-model wordt in vele ons omringende landen gekopieerd. Misschien moeten we die succesformule dus zelf exporteren om meerwaarde te creëren voor Vlaanderen.”
Rudy Dekeyser: “Niemand weet dit, maar we hebben rond technologietransfer al een aantal bruggenhoofden gebouwd, onder meer in Barcelona en Luxemburg. Al hebben we bijna 1300 mensen in het VIB, toch is het onmogelijk om toegang te hebben tot al de technologie die nodig is om alle wetenschappers volop alle kansen te geven om hun vragen te beantwoorden. We zijn dus verplicht om buiten onze muren te kijken. Via die bruggenhoofden kunnen we ook proberen om industriële activiteit via partnerships naar Vlaanderen te halen. We hebben dat trouwens al gedaan. Biocartis en arGEN-X hebben we naar hier gehaald. Met een schitterend resultaat. Vorig jaar hebben ze samen 100 miljoen euro opgehaald. Dat is 100 miljoen euro extra investering in Vlaanderen.”
Zit de structuur van het VIB muurvast of kunnen buitenlandse onderzoekscentra geïntegreerd worden?
Johan Cardoen: “De structuur zal er binnen een aantal jaren zeker anders uitzien. Ik sluit niet uit dat er een of andere buitenlandse liaison komt. Trouwens, het VIB heeft al enkele jaren een initiatief met imec, namelijk het centrum voor hersenonderzoek Nerf. Er kunnen zeker gelijkaardige initiatieven komen. We moeten blijven investeren in innovatie, en de vinger aan de pols houden omdat de technologische ontwikkeling zo snel gaat.”
Rudy Dekeyser: “De dynamiek van biotech is indrukwekkend. Vroeger had je Europa en de VS. De VS zijn nummer één. 70 procent van alle biotechactiviteit zit daar. Maar nu heb je ook China, Korea, Brazilië, het komt van overal. Competitief blijven, is echt niet vanzelfsprekend. Stilstaan is zeker achteruitgaan.”
Zit er wat in de pijplijn?
Rudy Dekeyser: “Er is een dossier dat kans maakt om groter te worden dan elke spin-off die we al hebben gerealiseerd, omdat het toepasbaar is in de witte, rode en groene biotech. Als het lukt, is het een doorbraak op wereldniveau. We hebben cruciale experimenten lopen. En dan zijn er drie andere dossiers, onder meer in bio-informatica en agrochemie.”
Bert Lauwers
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier