Verpakkingsdrukkerijen draaien op volle toeren: ‘Het is gekkenwerk’

JEROME, FANNY EN NIKO DHONDT. "We draaien nu ook 's nachts." © M. Wiegandt

Terwijl veel drukkerijen op een laag pitje draaien of helemaal stilliggen, is het alle hens aan dek bij de verpakkingsdrukkerijen die produceren voor de voedingsindustrie en de farmaceutische sector. “Wij zijn een cruciale schakel in de voedselketen”, zegt Fanny Dhondt van de familiale verpakkingsdrukkerij St-Luc Labels & Packaging in Nazareth.

De grafische sector werkt in de coronacrisis met twee snelheden. Drukkerijen die het vooral moeten hebben van commercieel drukwerk – zoals folders, uitnodigingen, catalogi en ander promotiemateriaal – hebben zwaar te lijden. Het deel van de sector dat het al moeilijk had, krijgt het in deze crisis nog harder te verduren. De meeste commerciële drukkerijen draaien op een laag pitje of zijn dicht. In de verpakkingssector is er een heel andere dynamiek. Bij de bedrijven die verpakkingen produceren voor essentiële sectoren zoals de voedingsindustrie en de farmaceutische sector is het alle hens aan dek om op een veilige manier operationeel te blijven en alle bestellingen tijdig af te werken. “Het is gekkenwerk”, bevestigt Niko Dhondt, de bestuurder van de verpakkingsdrukkerij St-Luc Labels & Packaging in het Oost-Vlaamse Nazareth. Hij runt het familiebedrijf samen met zijn zus Fanny Dhondt en zijn vader Jerome Dhondt.

Dubbel effect

“Wij zijn een belangrijke toeleverancier van de voedingsindustrie. Die business boomt. We zien een dubbel effect: door het hamsteren van de jongste weken moeten onze klanten de warenhuizen opnieuw bevoorraden en de vraag stijgt doordat niemand buitenhuis kan eten. Wij produceren veel verpakkingen voor kant-en-klare maaltijden en voorverpakte voedingswaren zoals charcuterie, kazen, brood en koekjes. Bij die klanten zien we een duidelijke stijging van de afnamevolumes”, zegt Niko Dhondt.

St-Luc Labels & Packaging is de jongste jaren via overnames uitgegroeid tot een internationale speler met vestigingen in Nederland en Noord-Frankrijk. De groep heeft meer dan 300 werknemers, van wie 115 in België aan de slag zijn, en draaide in 2019 een geconsolideerde omzet van bijna 60 miljoen euro. Het familiebedrijf bedrukt labels, folies en kartonnen verpakkingen voor internationale bedrijven die actief zijn in de voeding, cosmetica, de petrochemie en de farmaceutische industrie.

“Wij werken voor cruciale sectoren. Sinds begin april staan de verpakkingsdrukkerijen op de lijst van de essentiële bedrijven”, stelt Fanny Dhondt vast. “Als de lockdownmaatregelen strenger worden, kunnen wij verpakkingen blijven leveren aan de voedingsindustrie. Dat is cruciaal, want zonder verpakkingen komen er geen producten in de supermarkten.”

Dagelijks overleg

De productie van St-Luc in België en Frankrijk draait op een volledige bezetting, in de Nederlandse vestigingen loopt het ziekteverzuim op tot 20 procent. “We overleggen dagelijks met de directie om de toestand op te volgen. In de productie respecteren we alle regels van social distancing rigoureus. We hebben ook bijkomende maatregelen genomen, zoals de inrichting van extra ruimtes als kleedkamers voor het personeel. Alle contactpunten worden verschillende keren per dag gereinigd met ontsmettingsalcohol. De werkposten worden beschermd met een speciale folie, die na elke shift wordt vernieuwd. Iedereen heeft een flesje handgel gekregen, we stellen ook handschoenen ter beschikking”, duidt Fanny Dhondt.

De medewerkers die contact hebben met verschillende werkposten, dragen een mondmasker. De familiale directieleden loven de teamspirit van het personeel en hopen dat ze geen beroep moeten doen op het stelsel van de tijdelijke werkloosheid.

“We doen er alles aan om onze mensen zo veilig mogelijk te laten werken en we zijn het verplicht aan onze klanten om operationeel te blijven”, zegt Niko Dhondt. “We hebben iets meer absenteïsme dan anders, omdat iedereen die hoest of niest een week thuis moet blijven. We nemen geen risico. De medewerkers zijn gemotiveerd en blij dat ze kunnen blijven werken. Veel van onze mensen doen flink wat overuren en helpen mee de werkdruk te dragen. We draaien nu ook ‘s nachts. We hebben heel veel werk en onze productiemensen kunnen op die manier meer gespreid werken.”

“Onze kantoormedewerkers werken zo veel mogelijk van thuis”, zegt Niko Dhondt. “We hebben laptops aangekocht en dat lukt wonderwel. Zelfs afdelingen zoals de prepress, waar gewerkt wordt met zware grafische programma’s die je niet zomaar op een laptop kan laten draaien, werken nu op afstand. Onze IT-mensen hebben die klus goed geklaard.” Niko Dhondt ziet meer thuiswerken ook op lange termijn doorbreken. “Dit is een goede leerschool om er eindelijk werk van te maken. De mobiliteit kan er alleen maar wel bij varen.”

‘Alles wat met marketing te maken heeft, doet het slecht’

“We doen er alles aan om de productie draaiend te houden”, zegt Denis Geers, de topman van de familiale drukkerijgroep Graphius en de voorzitter van de sectorfederatie Febelgra. “We draaien ongeveer op de helft van onze normale capaciteit. De weekbladen, maandbladen en kwartaalbladen blijven doorlopen, en ook de boekenmarkt houdt stand. Het is elke dag een enorm gepuzzel om de productieplanningen op te maken en uit te voeren. De mensen die nu aan het werk zijn, zijn onze meest polyvalente medewerkers, die aan verschillende machines kunnen werken.”

Geers ziet grote verschillen in de grafische sector. “Verpakkingsdrukkerijen doen het goed. Alles wat met voeding te maken heeft, loopt gewoon door. Alles wat met marketing te maken heeft, doet het heel slecht. Er zijn grafische bedrijven die op 10 procent draaien en er zijn er die gesloten zijn.” De Febelgra-voorzitter begrijpt die sluitingen. “Op een bepaald moment kom je op een punt dat het duurder is open te blijven dan te sluiten.” Bij Graphius is ook een deel van de productie in de vestiging in Brussel stilgelegd en verschoven naar Gent. “Gelukkig kunnen we in de groep schuiven met opdrachten. Deze crisis is echt nooit gezien. We doen elke ochtend een crisismeeting waarin we bepalen wie wat zal doen”, legt Denis Geers uit.

De ondernemer rekent op de banken om de grafische bedrijven overeind te houden. “Dit is een heel kapitaalintensieve sector. De banken geven aan gezonde bedrijven overbruggingsfaciliteiten en uitstel om hun leningen af te lossen, maar het moet allemaal worden terugbetaald. De banken steunen de bedrijven die een goed financieel plan voorleggen, maar voor sectorgenoten die het al moeilijk hadden, is deze crisis dramatisch.”

De grafische sector zit al jaren in een negatieve spiraal. “De jongste maanden was er wat beterschap, maar wat nu gebeurt, kon niemand zich indenken. Ik hoop dat de meeste bedrijven er zonder al te veel kleerscheuren doorkomen en hun marketingbudgetten niet droogleggen. Een belangrijk deel van de grafische sector hangt daarvan af. Maar ik vrees ervoor. Dit gaan we nog een hele tijd voelen”, besluit Denis Geers.

Partner Content