Vanheede Environment Group: ‘Wij staan als milieubedrijf aan de goede kant’

DAVID VANHEEDE "Je kunt niet achter elk klein emmertje afval aan gaan." © FOTOGRAFIE THOMAS SWEERTVAEGHER
Luc Huysmans senior writer bij Trends

Hoe hou je als Vlaams familiebedrijf stand in een sector waar internationale bedrijven de lakens uitdelen? Het West-Vlaamse milieubedrijf Vanheede blijft sneller groeien dan de markt.

Voor een interview over recyclage en circulariteit is het bijna logisch dat het gesprek plaatsvindt in de tot vergaderzaal omgetoverde woonkamer van het vroegere ouderlijke huis. David Vanheede (54) en zijn twee jaar jongere zus kregen na de vroegtijdige dood van hun vader in 1999 de leiding over het familiebedrijf in handen.

Het was de start van een mooi parcours. Het laatste decennium verdubbelde de niet-geconsolideerde omzet van 90 naar 185 miljoen euro, al kreeg de omzet de laatste twee jaar een forse duw in de rug door de hoge materiaalprijzen. “Je moet ook kijken naar het volume, waar de toename iets beperkter is”, zegt Vanheede. “Bovendien trekken we ook de kaart van circulariteit, en daar zijn we slechts een schakel in het verhaal.”

Vanheede heeft negen businessunits: afvalophaling bij huishoudens, ophaling bij bedrijven, beheer van gevaarlijk afval, materiaalrecuperatie, recyclage van plastics, chemische recyclage, organische recyclage, deponiebeheer en hernieuwbare energieproductie. Er worden 2.353 soorten afvalstoffen beheerd, een kwart meer dan tien jaar geleden De groep verwerkt jaarlijks meer dan 1 miljoen ton afval, waarvan 95 procent wordt gerecycleerd of een nuttige toepassing vindt. Dat leverde vorig jaar 579.717 ton nieuwe grondstoffen op.

Het aantal medewerkers steeg het laatste decennium van 450 naar 867. Personeel vinden is niet vanzelfsprekend, zeker niet in West-Vlaanderen, waar de werkloosheidsgraad het nulpunt benadert. “We moeten enorm ons best doen”, glimlacht David Vanheede. “Chauffeurs zijn overal een knelpuntberoep, zelfs al kan je bij ons je rijbewijs voor vrachtvervoer halen. Ons voordeel is dat mensen iets willen betekenen voor de maatschappij. Wij staan als milieubedrijf aan de goede kant. Dat trekt jongeren aan.”

De coronapandemie zorgde voor een toename van het huishoudelijk afval met 10 procent. Tegelijk compenseerden de grootwarenhuizen het volumeverlies in de horeca, mede doordat opnieuw meer verpakkingen werden gebruikt. De krapte op de materialenmarkt bracht hogere prijzen voor de secundaire materialen mee, en ook de hernieuwbare energie die het bedrijf produceert, genoot daarvan. “We hebben ook kunnen profiteren van onze digitale inspanningen. We hebben ons digitaliseringsprogramma, met een nieuwe app voor een beter contact met de klant, versneld ingevoerd. Dat heeft zijn vruchten afgeworpen.”

De digitalisering maakt het ook mogelijk in te spelen op de nieuwe reglementering. Vlaanderen is toe aan Vlarema VIII, de achtste update van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen. De ambitie is nog niet gewijzigd: een betere sortering aan de bron, om betere materialen te krijgen die kunnen worden ingezet in de circulaire wereld. “Die regelgeving is een van de redenen waarom wij in circulariteit en materialengebruik aan de top staan. En het brengt nieuwe activiteiten, en dus omzet.”

Circulaire wereld

“Uiteindelijk gaan we naar een bijna 100 procent circulaire wereld, maar dat zal misschien niet in deze eeuw gebeuren”, tempert Vanheede de verwachtingen. “Vlaanderen zal wel bij de eerste regio’s zijn om dat te bereiken. Je merkt dat de klik is gemaakt. Vroeger kregen we ons plastic aan de straatstenen niet kwijt, nu is de interesse groter. Dat is het gevolg van de reglementering. De verplichting om recyclaat in te zetten was nodig om onze klanten in gang te doen schieten, en nu doen ze meer dan het wettelijke minimum. Vroeger waren bedrijven bang dat de klant geen recyclaat zou willen. Nu merken ze dat die erom vraagt, en het soms eist.”

Al pleit Vanheede ook voor redelijkheid. “De nieuwste regelgeving definieert 23 afvalstromen die moeten worden beheerd. Maar je kunt dat aantal niet tot in het oneindige opdrijven, want je fragmenteert telkens het volume, terwijl de logistieke kosten toenemen. Je kunt niet achter elk klein emmertje afval aan gaan.”

Vanheede is voorzichtig met voorspellingen over het afvalvolume. “Onze dienstverlening groeit, maar tegelijk optimaliseren veel bedrijven hun productieprocessen richting circulariteit. Het zou weleens kunnen dat onze sector qua volume aan de top staat. We merken dat het niet meer groeit.”

De circulaire economie betekent dat milieubedrijven veel meer dan vroeger moeten samenwerken. “Er zijn zoveel verschillende materialen die we opnieuw willen inzetten bij de klant. Dan is alles zelf doen geen optie meer. Aan de ene verkoop je alleen het materiaal, bij een andere hergebruiken we ons granulaat om bijvoorbeeld afvalcontainers te laten maken. Het aantal partners in ons ecosysteem wordt steeds groter. De uitdaging is die complexiteit eenvoudig te maken voor onze klant.”

Een meer circulaire economie vergt ook aanpassingen van de afvalbedrijven zelf. “We zetten meer in op recyclagetechnieken: van kunststoffen, van organisch afval zoals voedsel, of chemische recyclage waarbij we afval omzetten in gassen of oliën. We investeren in een betere voor- en nasortering, met behulp van technieken zoals infraroodherkenning en zelfs artificiële intelligentie.”

Dat vertaalt zich in een stevig investeringsprogramma. De laatste vijf jaar werd telkens ongeveer 19 miljoen euro geïnvesteerd, in meer geautomatiseerde of performantere installaties. De komende twee jaar worden ook nieuwe gebouwen in gebruik genomen.

Ambities

Vanheede is actief in vier regio’s: Vlaanderen, Wallonië, Brussel en Frankrijk. Hoewel de markt bij onze zuiderburen veel groter is, schommelt het aandeel in de groepsomzet al jaren rond 10 procent. “We zijn zo sterk gegroeid in België, dat die groei gelijke tred hield met de groei in Frankrijk”, legt Vanheede uit. “Nu de sector hier matuur wordt, zou Frankrijk weleens een hogere vlucht kunnen nemen.”

Dat zou het West-Vlaamse bedrijf nog meer in het vizier kunnen brengen van de grote internationale spelers, zoals het Brits-Nederlandse Renewi of het Duitse Remondis. Al is afval een lokale business, waar afstanden een grote rol spelen. Afval wordt zelden over meer dan 250 kilometer vervoerd, waardoor contracten op Europese schaal zeer moeilijk realiseerbaar zijn. Bovendien is de Europese wetgeving verre van geharmoniseerd. “Onze sterkte is dat we dicht bij de markt zitten”, specificeert Vanheede.

Een verkoop sluit hij echter uit. “We zijn er zelfs niet mee bezig. We zijn een familiale groep. De derde generatie wordt opgeleid. Mijn twee kinderen zijn al gestart in het bedrijf, de drie van mijn zus komen er ook aan. We willen dat ze de stiel leren op de werkvloer.”

Het bedrijf ambieert de komende tien jaar vooral zijn positie in de vier regio’s te verbeteren. “We houden de voeten op de grond. Wanneer we heel internationaal zouden gaan, dan zouden we ons anders moeten financieren. Maar we hebben geen plannen om naar de beurs te gaan. Misschien komt er een businessunit bij, maar dat zou van alles kunnen zijn: bouwafval, hout, glas, …”

“De komende jaren zullen we nog onze handen vol hebben met de circulaire economie, en er gaat ook steeds meer aandacht naar de energietransitie. Over tien jaar zijn vrachtwagens op waterstof misschien vanzelfsprekend. Daarop zullen we inspelen.”

95 procent van het afval wordt gerecycleerd of vindt een nuttige toepassing.

Vanheede Environment Group: 'Wij staan als milieubedrijf aan de goede kant'

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content