Van Moer Group groeit liever op eigen kracht
Van Moer Group neemt de grootste transporteur voor Delhaize over en haalt met Eric Noterman als co-CEO een logistieke klepper in huis. De transport- en logistieke groep is klaar voor een lange rit richting groei.
In zijn hoofdkantoor in Zwijndrecht, vier hoog met zicht op de indrukwekkende chemiefabrieken van Ineos en Borealis, weidt Jo Van Moer volop uit over zijn toekomstplannen.
De transportgroep zoekt uitbreiding in voeding(distributie) en in uitzonderlijk vervoer, haalde Luc Van Milders als bestuurder binnen, en krijgt met Eric Noterman een tweede CEO van formaat. En daar houdt het niet op. “We kijken ook naar uitbreidingsmogelijkheden in Roemenië en naar de markten in Brazilië en China.”
Niet slecht voor een ondernemer die in 1990 begon met één vrachtwagen. Vandaag beheert hij een park van 200 trucks. Maar dat voorbeeld wordt steeds moeilijker om na te volgen voor anderen, beseft hij.
“De zelfstandige chauffeur met zijn eigen vrachtwagen zal niet zo snel verdwijnen. De middelgrote spelers met een wagenpark van 20 tot 50 vrachtwagens hebben de meeste problemen. Zij zijn vaak afhankelijk van één of twee grote klanten. De tarieven vandaag zijn heel scherp. Rot zelfs.”
Logistiek
Hoewel er met louter transport amper geld te verdienen is, rolde Van Moer zelf “deels toevallig” in de logistiek. “Mijn vader gaf me in 1996 een hectare industriegrond in Melsele, waar we een magazijn van 3400 vierkante meter op bouwden. De bedoeling was het te verhuren, maar dat lukte niet. Daarom startte ik met goederenopslag. Met veel flexibelere uren dan in de vlakbij gelegen haven van Antwerpen. Vandaag hebben we twee grote sites in Kallo en Zwijndrecht en we bekijken de mogelijkheden om ons logistieke verhaal over te doen in Roemenië.”
“Ook China en Brazilië interesseren ons. De bedoeling is vooral onze import te verhogen. Nu komt onze logistiek voor 75 procent van export. Terwijl West-Europa steeds meer een distributierol krijgt. Als we die verhouding naar 50/50 kunnen brengen, kunnen we onze containers beter benutten.”
Diversificatie is noodzakelijk
Toch blijft het opvallend: ondanks de aantrekkingskracht van logistiek, kocht Van Moer met Wambacq-Peeters een loutere transporteur. Klopt, zegt Van Moer, “maar zo worden we de grootste transporteur van Delhaize. Dat is een contract van vijf jaar. Zij werken dagelijks met 400 vrachtwagens, waarvan wij er 100 beheren. We lopen weinig risico, want mensen zullen altijd eten. En voor de lange termijn willen we ook bestuderen of er andere logistieke opportuniteiten zijn met Delhaize.”
“Want diversificatie is een absolute voorwaarde. Ik wil nooit meer de situatie van einde 2008 meemaken. Van de ene op de andere maand stonden plots dertig vrachtwagens stil. Plots was er geen werk meer.”
“Toen heb ik zelfs gedacht aan verkopen. We hebben onze groei altijd zelf gefinancierd. Tussen 2006 en 2008 hebben we 25 miljoen euro geïnvesteerd. En vervolgens ging de economie in vrije val.
“Die liquiditeit- en solvabiliteitproblemen zijn morgen opgelost, als ik met een grote speler in zee ga. Maar Luc Van Milders (de voormalige CEO van Carestel, nvdr) en mijn revisor Frans Verschelden hebben me dat afgeraden.”
“Daarom werven we ook een nieuwe CEO aan. Het is de bedoeling dat Joost Van Lierde en ik de transport-, cleaning- en repair-activiteiten gaan leiden. Eric Noterman, nu nog CEO van DP World, neemt dan het logistieke voor zijn rekening.” (WR/LH)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier