Unizo-topman Danny Van Assche: ‘Actie-stakingsdag is een stukje folklore dat veel geld zal kosten’
De vakbonden organiseren op woensdag 9 november een actie- en stakingsdag terwijl een recessie dreigt. Trends polste naar een reactie bij Danny Van Assche, topman van KMO-organisatie Unizo. “De bedrijven voelen zich in de hoek geduwd, ook door de fiscale plannen van minister Van Peteghem.”
De vakbonden willen met een actie- en stakingsdag druk zetten op de regering. Ze eisen dat de koopkracht extra wordt versterkt. Uw mening?
DANNY VAN ASSCHE. “Maandag kwamen de sociale partners samen, twee dagen voor de actiedag. Vreemd toch, maar blijkbaar hebben de vakbonden een machine in gang gezet die ze niet kunnen stoppen. Ik heb daar een wrang gevoel bij, zeker omdat een recessie dreigt. Ik zie dat de stakingsbereidheid bijzonder groot is bij De Lijn, NMBS, onderwijs en stedelijke kinderopvang. Dat zijn allemaal ambtenaren. Ik dacht dat het een actie was voor meer nettoloon. Terwijl de ambtenaren het beste systeem van koopkrachtbescherming hebben met regelmatige aanpassingen van het loon met de spilnindex en de automatische loonindexering. Zij zitten niet in de situatie van de 40 procent privé-werknemers wier brutoloon één keer per jaar wordt geïndexeerd, namelijk in januari.
“De vakbonden poken op in plaats van realistisch te zijn. Ik zou graag samen aan tafel met de vakbonden om een analyse te maken van het probleem. Zij zijn totaal blind voor de problemen waarmee de bedrijven geconfronteerd worden. Woensdag passeert met de actie-stakingsdag een stukje folklore dat veel geld zal kosten.”
Federaal minister van Financien Vincent Van Peteghem wil met een fiscale hervorming de koopkracht versterken. Onder andere via het optrekken van de belastingvrije som. Is dat een probleem?
VAN ASSCHE. “Unizo is altijd voorstander geweest van een fiscale hervorming, maar is verbaasd nu de plannen concreet vorm krijgen. Van de fiscale blauwdruk, die de minister in juli op tafel legde, blijft nog weinig over. De noodzakelijke kern is verdwenen: door een verbreding van de belastingschalen en een verlaging van de tarieven moet de progressiviteit van de personenbelasting aangepakt worden. Hierdoor zouden werknemers bruto niet meer kosten, maar netto wel meer koopkracht overhouden. De huidige plannen van de minister geven een totaal andere indruk. Zo stelt de minister voor om de belastingvrije som, het eerste stuk van het inkomen dat is vrijgesteld van belastingen, te verhogen.
“Dat heeft geen impact op de tewerkstelling, aangezien elke burger ongeacht zijn activiteit of inactiviteit erop vooruitgaat. Deze maatregel bevoordeelt vooral de lage lonen en biedt geen enkele stimulans om te beginnen of te blijven werken. Ik zie hier geen activerend beleid achter. Het is een koopkrachtmaatregel die niet thuishoort in een globale fiscale hervorming. Trouwens, ik vrees dat de bedrijven de hervorming zullen betalen. De bedrijven voelen zich in de hoek geduwd.”
Waarom dreigen bedrijven de pineut te worden?
VAN ASSCHE. “De minister wil ook snoeien in kleine belastingverminderingen. Hierdoor komt de financiering van startende ondernemingen onder druk, op een moment dat de nood aan investeringen in innovatie en ontwikkeling groot is. Er zou een afbouw komen van de taxshelter voor startende ondernemingen en scaleups. Startende bedrijven hebben een sterke nood aan kapitaal om de eerste maanden en jaren te overleven. De taxshelter voorziet in een concrete mogelijkheid om zo’n kapitaal aan te trekken. Zonder deze maatregelen moeten starters terugvallen op traditionele manieren van financiering, vaak tegen minder gunstige voorwaarden. Eigenlijk bespaart men op ondernemerschap, om die middelen uit te delen aan de burgers.”
In zelfstandigenkringen was er ook veel kritiek op het afbouwen van de auteursrechten. Enkel journalisten, schrijvers en artiesten zouden nog via die weg kunnen worden verloond, maar niet de IT-experts, consultants of architecten zoals nu gebeurt.
VAN ASSCHE. “Ik betreur dat de auteursrechten uit de globale hervorming worden gelicht en dat er geen enkele compensatie is voor de zelfstandigen, zonder met één sector hierover te overleggen. Men gaat hier met de vuile laarzen door, zonder al te veel overgangsperiode. Ik kan begrijpen dat men excessen wil bestrijden. Bijvoorbeeld als iemand zomaar beweert dat voor een inkomen van 100 euro er 80 auteursrechten zijn en 20 gewoon inkomen, dan is dat niet aanvaardbaar. Maar als het over creatieve beroepen gaat, dan zijn daar auteursrechten aan verbonden.
“Minstens moet er een mogelijkheid komen voor sectoren die ook met artistieke zaken bezig zijn om er ad hoc op terug te vallen. We denken bijvoorbeeld aan de architecten, die conceptueel werk verrichten en meedoen aan internationale concours. Dit is intellectueel werk dat auteursrechtelijk beschermd kan worden en waarvan de inkomsten zeer onzeker zijn. Dit is een typevoorbeeld waarvoor de auteursrechten ooit werden ingevoerd. We vragen daarom de nodige flexibiliteit in dergelijke gevallen.”
De minister zou tegen december met een uitgewerkt plan komen. Hoopt u nog op overleg om dit bij te sturen?
VAN ASSCHE. “Over de eerste blauwdruk was er overleg. Maar nu wordt het hele systeem overhoop gehaald, wat bovendien door bedrijven moet worden betaald. Unizo wil een evenwichtige hervorming waarbij mensen die werken er meer aan over houden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier