Wolfgang Riepl
Textielmachinebouwers voelen crisis in Midden-Oosten
Op de beurs ITMA, de belangrijkste beurs van de textielmachinebouwers, pronken de Belgische producenten van het textielmekka rondom Kortrijk. Toch zit de tapijtenmarkt in een dip, vooral door de aanhoudende crisis in het Midden-Oosten.
Om de vier jaar wordt ITMA, de afkorting van Internationale Textilmaschinen Ausstellung, georganiseerd. De eigenaar van de beurs is Cematex, de Europese koepelorganisatie van de textielmachinebouwers. De beurs toert rond en vindt plaats in diverse landen. De huidige editie vindt plaats in Milaan.
Voor de West-Vlaamse textielindustrieproducenten is de beurs een ware hoogmis. Misschien niet zozeer voor de contracten, maar vooral voor de contacten. De voorzitter van Cematex, de organisator van de beurs, is bovendien Charles Beauduin, de gedelegeerd bestuurder van Van de Wiele, een van de West-Vlaamse topspelers in textielmachines en randapparatuur.
Van de Wiele was in drie paleizen van de beurs aanwezig met indrukwekkende standen. De West-Vlamingen hadden zich strategisch opgesteld, niet zover van hun belangrijkste concurrent, de Zwitsers van Stäubli. Elk uur traden de textielmachines ongeveer 20 minuten in werking.
Voorsprong op de concurrentie
Moslimlanden zijn typische tapijtlanden. En daar heerst een crisisgevoel, door de vele oorlogen en de lage grondstofprijzen
In de expohallen pronken de ondernemingen met hun gloednieuwe apparatuur. Bij Van de Wiele is dat bijvoorbeeld een machine die uit plastickorrels garen maakt voor de productie van tapijten. Het duidt op de continue zoektocht naar vernieuwende technologie, want op die manier behoudt de onderneming voorsprong op de concurrentie. Van de Wiele investeert jaarlijks een tiende van zijn omzet in onderzoek en ontwikkeling. Met resultaat, want de onderneming legt elk jaar een van de mooiste cijferbalansen van alle Belgische bedrijven neer.
Vorig jaar overschreed die omzet ruim 500 miljoen euro. “Het zal in 2015 wellicht wat minder worden. Want we merken toch wel een dip in de tapijtenmarkt in het Midden-Oosten”, geeft gedelegeerd bestuurder Charles Beauduin toe.
Recessie in Midden-Oosten
Ook een andere West-Vlaamse firma, de nv Machinebouw Tanghe uit Deerlijk, merkt de recessie. Tien jaar geleden belandde het familiebedrijf in handen van de twee zaakvoerders, Luc Abs en Luc Beyne. Tanghe maakt machines en apparatuur voor het laatste stadium in de productie van tapijten: de confectie. Luc Abs: “In een goed jaar draaien we een omzet van 3 miljoen euro. Maar vandaag is de markt labiel. Moslimlanden zijn typische tapijtlanden. En daar heerst een crisisgevoel, door de vele oorlogen en de lage grondstofprijzen, vooral van olie. In tijden van crisis kopen mensen minder snel een nieuw tapijt. Landen als Libië, Saoedi-Arabië en Syrië zijn belangrijke afzetmarkten voor tapijten.”
In moslimlanden wordt vooral geweven tapijt verkocht. Turkije is de grootste producent. Ter vergelijking: in Europa is Italië de belangrijkste productiemarkt voor weefgetouwen voor alle toepassingen, maar die markt is vier kleiner dan de Turkse. Maar Tanghe maakt ook apparatuur voor de productie van getuft tapijt, vooral voor westerse landen. “We zijn wereldwijd actief. Maar ook in landen als Brazilië, Rusland en de Verenigde Staten gaat het niet echt goed.”
De zwakke markt maakt dat de wereldwijde productiecapaciteit voor geweven tapijt slechts voor 50 tot 60 procent wordt benut. “Het najaar is normaal de piekperiode voor de productie. Maar vandaag zien we slechts een capaciteitsbenutting van 70 procent”, zegt Abs.
‘Uit ideeën machines maken’
Bij nv Matthys klinkt CEO Wim Matthys optimistischer. Het familiebedrijf maakt randapparatuur voor textielmachines. Het zijn eventueel volledig geautomatiseerde componenten voor het controleren, oprollen en versnijden van weefsels. “De markt van geweven tapijten zit in een dip. Turkije was in dat segment een markt in volle groei”, merkt ook Wim Matthys op.
“Maar dat is gelukkig niet onze enige activiteit. We leveren sleutelklare oplossingen voor klanten uit de hele wereld. Tot 2003 waren we bijna enkel actief in Vlaanderen. Maar sindsdien gaan we wereldwijd, tot in China en Rusland. Het merendeel van onze klanten zijn machinebouwers in Duitsland, Frankrijk en Italië.”
Matthys haalt 15 miljoen euro omzet en heeft zijn productie volledig in eigen land, in Desselgem bij Waregem. “Onze leuze heet niet toevallig ‘Uit ideeën machines maken’. We bouwen volledig op de maat van de klant. We doen de studie, de engineering en het eindwerk van de randapparatuur. Klanten komen bijvoorbeeld naar ons met de vraag: kunnen jullie voor ons een machine maken die met meer automatisering tot een hogere productiviteit kan leiden?”
Belgisch bier
Je kunt je niet voorstellen waar overal textiel in zit. En ons orderboekje blijft heel goed gevuld de volgende maanden
Een andere opvallende aanwezige is de beursgenoteerde onderneming Picanol, de wereldleider in weefmachines voor alle textiel behalve tapijten. Uit de Picanol-machines rollen één op de drie jeans die wereldwijd worden gemaakt, maar ook airbags, interieurbekleding, draadkoord in autobanden en materiaal dat de wanden in mijnen ondersteunt. “Je kunt je niet voorstellen waar overal textiel in zit. En ons orderboekje blijft heel goed gevuld de volgende maanden”, meldt Luc Tack, de gedelegeerd bestuurder van Picanol en de Trends Manager van het Jaar 2014. “Er is enorm veel enthousiasme bij onze klanten voor onze nieuwste ontwikkelingen. En we hebben de grootste toog van de hele beurs (lacht).” Aan die ruime toog wordt Belgische pils van het vat geschonken. Het bier vindt gretig aftrek.
De professionele bezoekers bewonderen vooral de nieuwste ontwikkelingen van Picanol. Tack: “We hebben weefgetouwmachines uit lichter materiaal, die minder energie verbruiken en een flexibelere productieomschakeling toelaten. Technologie verbeteren doe je door continu stappen vooruit te zetten.” De voorbije tien jaar investeerde Picanol jaarlijks 5 tot 6 procent van de omzet in onderzoek en ontwikkeling. “Ik ben tevreden over de beurs. Vrijdagavond bezocht de Vlaamse minister-president Geert Bourgeois (N-VA) ITMA. Contact met bewindvoerders is altijd belangrijk, als we de maakindustrie in eigen land willen behouden. Ook onze vakbonden zijn hier trouwens goeiedag komen zeggen.”
De Belgische textielmachinemarkt in cijfers
België is de vierde speler in de sector van hoogtechnologische textielmachines, na Duitsland, Italië en Zwitserland. Maar ons land staat vooral sterk in de niche van weefgetouwen. Het is wereldwijd de dominante speler in hoogtechnologische weeftechnologie en het vergrootte de laatste jaren nog zijn voorsprong. België vertoeft ook in de kop van het peloton in niches zoals tapijtafwerkingmachines of recyclage van textiel. Ook in garenbehandeling als voorbereiding op de productie van tapijt zijn we pioniers.
De sector van textielmachines omvat 40 bedrijven, goed voor een geconsolideerde omzet van 1,3 miljard euro en 5175 werknemers.
De wereldwijde productiecapaciteit voor geweven tapijt wordt slechts voor 50 tot 60 procent benut.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier