Textielinzamelaars bedolven onder afdankertjes: verkoopprijs tweedehandskledij daalt spectaculair

© Getty
Sarah Vandoorne Freelancejournalist

We gooien steeds sneller en steeds meer oude kleren weg. Maar de vraag naar afdankertjes is in elkaar gestort. Textielinzamelaars zien hun inkomsten met 70 procent dalen. Het huidige systeem is onhoudbaar, waarschuwt de sector.

Kristof Bogaert van de federatie van de afval- en recyclagesector Denuo ziet een sterke daling van wat er te verdienen valt met tweedehandskledij. De markt is overspoeld met afdankertjes van lage kwaliteit, bevestigt Pieter Verpoest van de kledinginzameler Eurofrip. “Mijn droom is alle afgedankt textiel te kunnen afnemen, maar de exportmarkten zijn verzadigd.” Bogaert wijst ultrafastfashionmerken als Shein en Temu met de vinger. De kwaliteit van de kleren die je er kunt kopen laat te wensen over, maar ze zijn zo goedkoop dat ze kunnen concurreren met Europese afdankertjes. “Afrikanen kopen liever op Chinese webshops”, zegt Hans Tops, de directeur van Kringwinkel Antwerpen.

Sinds januari zijn alle Europese lidstaten verplicht textiel apart in te zamelen, zoals in België al langer gebeurt via containers. Tweedehandskleren uit Zuid- en Oost-Europese landen, waar textiel voordien doorgaans in de vuilbak verdween, zullen de markt verder overspoelen.

Verschillende Europese inzamelaars zijn al over de kop gegaan, waarschuwt Bogaert. In eigen land ging We Make Hope, het vroegere Wereldmissiehulp, in mei vrijwillig in vereffening. In juni beslist een vereffenaar of de vzw de boeken toedoet. Het Brusselse Spullenhulp heeft al 21 mensen moeten laten gaan. Bang voor ontslagen is Bal niet. “De contracten voor containers met steden en gemeenten lopen gewoon door. Er komt zo veel binnen dat we het niet gebolwerkt krijgen.”

Lenteschoonmaak

VICT (de afkorting van Vlaams Inzamelcentrum Textiel), zijn zusterbedrijf VIC-Trans en het moederbedrijf VICT-Recutex, dat sinds 1948 bestaat, zijn een inzamelaar, een transportbedrijf en een sorteerbedrijf in één. Ze zijn de grootste textielinzamelaar en -sorteerder van ons land. Per dag sorteert de groep 65 ton kledij. Ook hier is voelbaar dat de markt verzadigd is. Op 1 en 2 mei, twee sluitingsdagen op rij, raakte 130 ton niet gesorteerd. Op Hemelvaart en de brugdag daarna evenmin. “We kunnen het ons eigenlijk niet permitteren vakantie te nemen”, zegt CEO Thomas T’jollyn. “De aanvoer van textiel is te groot, zeker nu de lenteschoonmaak achter de rug is.”

‘Onze absolute topkwaliteit ging naar Rusland. Afrikaanse klanten zouden ook graag die betere kleren willen, maar ze bieden niet dezelfde prijs’

Het bedrijf heeft 3.000 containers verspreid over Vlaanderen. Daarmee haalt het jaarlijks 16 tot 17 miljoen kilogram kledij op. VICT leegt elke container minstens één keer per week, al zijn er ook die dagelijks leeggehaald worden. “Soms zelfs op zaterdag of feestdagen, om geen overlast te veroorzaken met overvolle containers. De huidige capaciteit is te klein om de toevloed van textiel nog de baas te kunnen”, zegt T’jollyn. De situatie is zo nijpend dat de vrachtwagenchauffeurs er zelf al de kussens en donsdekens uithalen die het bedrijf van OVAM moet ophalen. “Maar evengoed stuiten ze op huishoudelijk afval zoals waterkokers en ander elektronische apparatuur, goed voor 800.000 kilo sluikstort per jaar,” zegt Frederik Bal, de COO van VICT.

Via sorteerbanden komt de opgehaalde kleding terecht in trechtersystemen, waar een werknemer vliegensvlug en op de tast bepaalt wat soort kledingstuk het is en of het in goede staat is. Dat wordt vervolgens verder gesorteerd op kwaliteit en uiteindelijk verbaald, om te exporteren naar klanten. T’jollyn wijst een topje aan waar het prijskaartje nog aanhangt: “Dat komt helaas wel vaker voor.”

Inkomsten

Europa exporteert per jaar 1,4 miljoen ton kledij naar Afrika en Azië, drie keer meer dan in 2000. VICT heeft afnemers van Kenia tot in Pakistan, maar moest onlangs afscheid nemen van een deel van zijn cliënteel. Door de oorlog in Oekraïne is Rusland buiten bereik. Ook Israël en Libanon raakt het niet meer binnen. Dat snijdt in de omzet. “Onze absolute topkwaliteit ging naar Rusland. Afrikaanse klanten zouden ook graag die betere kleren willen, maar ze bieden niet dezelfde prijs”, zegt T’jollyn.

Die prijs is met 70 procent gezakt. Ongesorteerd is textiel nog slechts 0,20 à 0,25 euro waard, in plaats van 0,70 à 0,75 euro. De Kringwinkels, die kleren zelf sorteren met het oog op lokaal hergebruik, doen wat overblijft van de hand bij sorteerders uit de privésector, zoals Eurofrip en Curitas, en opkopers. Jochim Schrooten van De Biehal in Limburg getuigt dat ze daar oorspronkelijk 0,20 euro voor kregen. “Nu is dat nog maximaal 0,02 euro, tenzij voor hoogwaardige spullen zoals sportschoenen.” Franse en Duitse collega’s melden een minimumprijs van respectievelijk 5 en 10 cent, aldus Bal.

“Het is niet langer rendabel voorgesorteerd textiel te valoriseren op deze moeilijke markt”, zegt Pieter Verpoest van Eurofrip. In plaats van te betalen om kledij over te nemen, vroeg het bedrijf er geld voor. Het contact met Kringwinkel Antwerpen is onlangs zelfs afgesprongen. Tekenend is dat in ons land steeds meer afdankertjes worden verbrand in plaats van verkocht. De koepel van de Kringwinkels, Herwin, tekende in december bijna een verdubbeling op van het aantal vernietigde kledingstukken: van 10 procent puur afval, bijvoorbeeld sluikstort in containers, tot 17 procent, waarbij ook herbruikbare kledij eraan moest geloven.

VICT, dat niet meer actief is in Antwerpen, tekent een vernietigingsgraad van slechts 5 procent op, al telt het daar niet de goederen bij die zijn vrachtwagenchauffeurs uitsorteren. ‘Vernietigen’ wil VICT-eigenaar Thomas T’jollyn het bovendien niet noemen: zijn partner Vanheede Environment Group, een afvalverwerkingsbedrijf, kan er nog brandstof uithalen, bijvoorbeeld voor de metaal- en cementindustrie. Daarnaast stuurt VICT 20 tot 25 procent naar recyclage, al eindigt het meestal in isolatiemateriaal of als poetsdoeken. Textiel-naar-textielrecyclage blijft laag: minder dan 1 procent van onze afdankertjes wordt opnieuw kledij, volgens de Amerikaanse belangenorganisatie Textile Exchange.

“Maar door deze crisis groeit het belang van recyclagetechnologie”, benadrukt Verpoest. “Machinebouwers zoals Valvan uit Menen zijn volop manieren aan het bedenken om kledij te recycleren, maar de vraag blijft uit.” Het is goedkoper nieuwe grondstoffen dan gerecycleerd garen te gebruiken. De Europese Unie denkt na over een verplichting voor producenten om recyclaat te gebruiken. “Zo creëert het de behoefte en kan de balans worden hersteld”, denkt Verpoest.

Het huidige systeem is onhoudbaar, zegt Bogaert. “In de toekomst zullen steden en gemeenten moeten betalen voor de inzameling, in plaats dat inzamelaars betalen om containers te mogen plaatsen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content