Terreurbestrijding sluit fiscaal achterpoortje voor bedrijven
Belgische bedrijven moeten vanaf volgende maand de identiteit van eventuele anonieme eigenaars bekendmaken. Dat is een gevolg van een Europese richtlijn, die de witwasnetwerken achter terreur en criminaliteit moet blootleggen. Maar ook de Belgische fiscus kijkt met een begerig oog naar zo’n register.
Sinds midden deze maand heeft ons land een nieuwe antiwitwaswet, de omzetting van een Europese richtlijn. Ze stelt dat ondernemingen een maand nadat de wet van kracht is geworden – vanaf 16 november dus – moeten melden wie de ultieme rechthebber is (ultimate beneficial owner, UBO).
Dat moet gebeuren in een register bij de Administratie van de Thesaurie, die wordt beheerd door de federale overheidsdienst Financiën. Eén probleem is alvast dat zo’n register nog altijd niet gecreëerd is.
Maar er is meer. “De Europese Unie wil de opbrengsten van misdaadorganisaties en de financiering van de terreur opsporen”, zegt Dave van Moppes, vennoot bij Tuerlinckx Fiscale Advocaten.
“Bij de voorbereiding van de wet leek dat ook de bedoeling van de Belgische wetgever. Intussen blijkt dat de regering de richtlijn bijzonder ruim interpreteert, en ze ook kan gebruiken om fiscale fraude aan te pakken.”
Alles zichtbaar
Op die manier wordt de wet een bijkomend wapen in het stilaan indrukwekkende arsenaal van de fiscus.
Want het nieuwe register staat niet enkel open voor privé-instellingen die informatie moeten raadplegen volgens de witwaswetgeving: financiële bedrijven, accountants, notarissen en vastgoedmakelaars.
Ook het gerecht kan er een blik op werpen. En sinds kort is duidelijk dat ook de fiscus inzage krijgt.
Met een druk op de knop kan eleke fiscale ambtenaar van eleke belastingplichtige in zijn land informatie uit alle lidstaten opvragen” (Filip Smet, Laga)
Omdat het een Europese richtlijn is, zullen alle Europese lidstaten zo’n register openen en de informatie ter beschikking houden voor vragen van de fiscale administratie van andere lidstaten.
Filip Smet, fiscaal advocaat bij het advocatenkantoor Laga: “Nu ook de fiscale administratie het register kan raadplegen, kan niemand in de Europese Unie zich nog achter een vennootschap verschuilen voor de fiscus.”
De Belgische fiscus beschikt bovendien sinds kort over de gegevens van buitenlandse bankrekeningen van Belgen. De combinatie van het UBO-register en het door de OESO en de Europese Unie opgezette financiële uitwisselingssysteem (Common Reporting Standard) geeft de fiscus een verregaand zicht op de vermogenssituatie van Belgen die over de landsgrenzen heen actief zijn.
Smet: “Met een druk op de knop kan elke fiscale ambtenaar van elke belastingplichtige in zijn land informatie uit alle lidstaten opvragen.”
“Zover zal het niet onmiddellijk komen”, denkt Van Moppes. “De informatie kan pas geleidelijk in kaart worden gebracht. Maar het wordt op termijn inderdaad erg moeilijk om in de lidstaten van de OESO nog geld te verstoppen voor de fiscus.”
De OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) telt 35 lidstaten, het merendeel welvarende landen.
Vermogensscreening
Smet verwacht dat de fiscus extra informatici zal inzetten om op met de nieuwe financiële informatie ondernemingen te screenen waarin vermogende Belgische families hun kapitaal onderbrengen.
“De focus zal minder liggen op de inkomsten, maar wel op het vermogen, meer bepaald de oorsprong ervan”, voorspelt hij.
Van Moppes: “Wie geen uitleg kan verschaffen over de herkomst van het vermogen kan een belastingclaim verwachten, inclusief boetes tot drie keer de ontdoken belasting. En dat enkel voor het burgerlijke deel, want in principe kan er ook een correctioneel dossier van komen. Goederen die met de ontdoken sommen werden aangekocht, kunnen in principe ook verbeurd worden verklaard. Ik kreeg al heel wat telefoontjes van zenuwachtige cliënten.”
De nieuwe witwaswet hangt als een zwaard van Damocles boven het hoofd van heel wat Belgen. Er heerst onzekerheid omdat de Administratie van de Thesaurie nog geen register heeft opgericht. Normaal moest dat al gebeurd zijn in juni.
Puur op basis van een bericht in de pers of sociale media en zonder zich te kunnen verdedigen wordt iemand een bancaire paria” (Charlotte Lardenoit, Tuerlinckx)
Van Moppes: “De administratie lijkt te gaan voor een register à la Belge, door rond te kijken hoe de buurlanden het aanpakken en het beste te kopiëren.”
Dat er nog geen register is, betekent niet de Belgische bedrijven nog even de dans ontspringen.
“Ook als er geen koninklijk besluit over het register is, moeten bedrijven in principe vanaf 16 november de informatie bekendmaken aan de Thesaurie”, waarschuwt Van Moppes. “Anders riskeren ze een boete van 50 tot 5000 euro. Al kan ik me moeilijk inbeelden dat een overheid die zelf niet in orde is, dat soort maatregelen zal nemen. Maar uitstel is geen afstel. Belastingplichtigen kunnen zich beter voorbereiden, nu zeker is dat de ware begunstigde van ondernemingen bekend wordt.”
Regulariseer nu
Hoe kunnen belastingplichtigen fortuinen regulariseren die ze bewust voor de fiscus verborgen hebben gehouden? Smet raadt een fiscale regularisatie aan. “De timing is cruciaal, want zodra een fiscaal onderzoek is aangevat, is een spontane regularisatie zinloos.”
Het verjaarde kapitaal kan tot nu toe tegen 37 procent van de ontdoken som worden geregulariseerd. Dat wordt vanaf 1 januari 38 procent. De boete gaat dan ook van 22 naar 24 procent.
“Hoe langer men wacht, hoe duurder de regularisatie”, waarschuwt Smet. “Snel zijn is de boodschap.”
De ultieme rechthebber
Wie volgens de nieuwe wetgeving de ultimate beneficial owner van een bedrijf is, hangt af van de juridische entiteit. Alle Belgische vennootschappen met rechtspersoonlijkheid moeten de natuurlijke persoon melden die rechtstreeks of onrechtstreeks een kwart van het kapitaal, het stemrecht of de aandelen heeft.
Zij worden als de ultieme rechthebbers beschouwd. Maar dat kunnen ook personen zijn die via andere middelen de daadwerkelijke controle over een vennootschap uitoefenen. Als de onderneming op basis van die elementen nog geen antwoord kan geven, worden de directieleden als de UBO aanzien.
“Het ziet ernaar uit dat de Europese Unie de 25 procentdrempel zal verlagen”, voorspelt advocaat Filip Smet.
Voor stichtingen en vzw’s met een activiteit of hun hoofdzetel in België zijn er verschillende ultieme rechthebbers: de bestuursleden, de vertegenwoordigers van de organisatie, het management, en de verschillende ‘beneficiarissen’ van de organisatie. Ook de oprichter van een stichting is een ultieme rechthebber.
“Nogal wat Belgen doen aan erfenisplanning via een burgerlijke maatschap”, signaleert advocaat Dave van Moppes. “Die heeft geen rechtspersoonlijkheid. Het is nog niet duidelijk welke informatie erover moet worden geregistreerd. Een koninklijk besluit moet opheldering brengen.”
Anderen brengen hun fortuin onder in een buitenlandse trust of fiduciaire vennootschap. Die moet in België geen stappen ondernemen, omdat de Europese richtlijn dat enkel eist in het land waar de structuur direct fiscale relevantie heeft. “Europa wil dat regime verstrengen door de persoon die deze structuur controleert te verplichten zich aan te melden in het land waar hij woont”, aldus Smet.
“Zo’n structuur kan nog een tijd blijven bestaan, omdat het beheer dikwijls gebeurt via anonieme managers in bijvoorbeeld Guersney”, weet Van Moppes. “Maar ook dat soort achterpoortjes zal ooit worden gesloten.”
België heeft nu ook zijn PEP’s
Op basis van dezelfde Europese richtlijn moeten financiële instellingen voortaan ook verrichtingen van Belgische politici (politically exposed persons, PEP) melden aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking.
“Banken zijn hypergevoelig geworden voor het witwasrisico”, zegt Charlotte Lardenoit, vennoot bij Tuerlinckx Fiscale Advocaten.
Tot op heden zijn Belgische banken enkel verhoogd waakzaam voor buitenlandse PEP’s. Hun namen worden doorgespeeld aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking (de ‘witwascel’).
Zo wil de wetgever vermijden dat banken worden ingeschakeld als witwasmachine voor geld afkomstig van omkoping of andere misdrijven.
“De ruime toepassing van die regelgeving holt de privacywetgeving helemaal uit”, zegt Lardenoit. “Vroeger werd enkel een hoge buitenlandse politiek verantwoordelijke kritisch doorgelicht, nu ook Belgische. Meer nog, banken melden nu ook hun familieleden en naaste medewerkers aan. Banken doen een beroep op gespecialiseerde firma’s, zoals Thomson Reuters of Dow Jones, om data te verzamelen die helpen bij de identificatie van PEP’s en personen die aan terrorisme verbonden worden, ook op basis van berichtgeving over bijvoorbeeld een mogelijk strafdossier.”
Dat kan verregaande gevolgen hebben.” Banken hebben sommige cliënten al laten weten dat ze hun geld ergens anders moeten onderbrengen”, signaleert Lardenoit.
“De klant heeft geen enkel verweer. Nergens kan hij terecht om zich van die lijst te laten schrappen, laat staan dat hij een beroep kan doen op het recht van dienstverlening van een bank. Puur op basis van een bericht in de pers of sociale media en zonder zich te kunnen verdedigen wordt hij een bancaire paria.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier