Twee redenen waarom varkenshouders de uitkoopregeling links laten liggen
De Vlaamse regering heeft 200 miljoen euro veil voor varkenshouders die willen stoppen. Dat moet de stikstofuitstoot doen dalen. Maar de varkenshouders hebben lak aan de uitkoop, door de fors gestegen varkensprijzen en de blijvende onduidelijkheid rond het stikstofakkoord.
Varkenshouders kunnen nog tot uiterlijk woensdag 17 mei, de dag voor Hemelvaart, hun dossier indienen voor een uitkoopregeling. In het kader van het stikstofakkoord wil de Vlaamse regering tegen 2030 de Vlaamse varkensstapel met 30 procent afbouwen. Voor de praktische uitwerking wordt vooral de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) ingeschakeld. Die selecteert de varkenshouders en zorgt voor het geld. De landbouwers krijgen onder meer uitkoopvergoedingen voor dieren, gronden en gebouwen. De Vlaamse overheid maakte een bedrag van 200 miljoen euro vrij.
VLM selecteerde al 982 varkenshouders in Vlaanderen, met in totaal bijna 2 miljoen varkens. Die komen dus in aanmerking, omdat ze te veel stikstof uitstoten, maar moeten daarom niet verplicht intekenen op de uitkoopregeling. Volgens een bericht in de krant De Tijd op vrijdag 5 mei hebben amper 35 varkenshouders ingetekend. Dat cijfer wordt bevestigd door VLM. “De deadline is 17 mei. Ik verwacht dat het cijfer nog zal oplopen”, analyseert Jan Degryse. De vennoot bij de bedrijfsrevisor Vandelanotte is onder meer gespecialiseerd in varkenseconomie. “Maar aan het beoogde cijfer van 30 procent afbouw zal men niet geraken.”
‘Exuberante prijzen voor biggen’
Twee hoofdredenen verklaren de lauwe interesse. De hoge varkensprijzen en het nog steeds onduidelijke kader voor de varkenshouder. De prijs voor een kilo varkensvlees voor de landbouwer steeg van een dieptepunt van geen 90 eurocent per kilo eind 2020 naar circa 1,85 euro vandaag. “De landbouwer met een kortetermijnzicht verdient vandaag goed geld”, merkt Jan Degryse. “De biggenprijzen staan exuberant hoog. Voor de varkenshouders die enkel afmesten zijn dat zeer hoge prijzen, want zij moeten ook nog eens de veevoeders betalen.” De biggenprijs steeg van 30 tot 40 euro een jaar geleden, naar 60 tot 80 euro vandaag. Die prijsstijging hangt samen met een zware varkensziekte in Spanje. De veestapel werd massaal geslacht, wat vervolgens de export van biggen naar Spanje deed exploderen.
De jammerklachten in de varkenswereld zijn door de hoge prijzen voorlopig voorbij. Propigs, een coöperatie van 300 varkenshouders en verbonden aan de Boerenbond, klaagde in zijn jaarverslag vorig jaar nog steen en been. De varkensprijzen bereikten een dieptepunt door de uitbraak van de Afrikaanse varkenspest in België, wat de export sterk deed dalen. De belangrijke Chinese markt ging potdicht. Bovendien was er de coronapandemie in 2020 en 2021. Vervolgens de Oekraïneoorlog: “Die doet Europa en de wereld schudden op zijn grondvesten.” Met als gevolg duur aardgas, een voedselcrisis, exploderende tarweprijzen en een beperkte toegang tot kunstmest. Propigs voorspelde vorig jaar al: “Er zal een afbouw komen in de varkenshouderij in Vlaanderen.” Het bedrijf leed verlies in het boekjaar 2021.
Maar Propigs meldde er niet bij dat die afbouw opnieuw tot hogere prijzen zou leiden. De West-Vlaamse familiale groep Danis, de grootste private speler in de varkensmarkt, deed dat wel. De consoliderende holding De Hazelaar leed weliswaar verlies door de zwakke varkensprijzen in 2021. Maar ze hield de moed erin. “Wereldwijd wordt een daling van de productie van varkensvlees verwacht, wat kan leiden tot een ommezwaai van een aanbodmarkt naar een vraagmarkt en bijgevolg stijgende varkensprijzen”, schreef het jaarverslag.
En inderdaad, de hemel klaarde de voorbije maanden op voor de varkenshouders.
Onduidelijk stikstofakkoord
Maar de hogere varkensprijzen zijn niet de enige reden voor de bijzonder lauwe respons van de Vlaamse varkenshouders op de uitkoopregeling van de Vlaamse regering. Het blijft gissen naar het alternatief. “Het stikstofakkoord moet ertoe leiden dat gronden gevrijwaard blijven voor landbouw. Ik hoop dat daar nog dingen kunnen wijzigen”, zegt varkenseconoom Jan Degryse. Een breekpunt voor varkenshouders is bijvoorbeeld dat zij na de stopzetting van de varkenskweek geen andere veeteelt kunnen doen: dus evenmin melkkoeien of vleesvee. “Mits er een normering rond bijvoorbeeld uitstootnormen komt, zou die mogelijkheid moeten kunnen”, vindt Jan Degryse. “Je mag de toekomst van de landbouwers niet volledig afpakken.”
De varkenshouders morren eveneens over het voorziene bedrag van 200 miljoen euro. Niet alle varkenshouders zijn gelijk. “Dat bedrag is veel te laag”, vindt Kris Casier, een varkenshouder uit het West-Vlaamse Merkem bij Houthulst. “Een varkensboer zou 154 euro per plaats voor een mestvarken krijgen. Maar hoe ouder de stal, hoe lager het bedrag. Wie 35 jaar oude stallen heeft, krijgt nog maar 30 tot 40 euro per plaats voor een mestvarken.” Kris Casier heeft een varkensbedrijf met 400 zeugen en verkoopt jaarlijks 13.000 varkens. Zijn varkenshouderij ligt in een groene zone, en maakt dus geen aanspraak op de uitkoopregeling.
Toch verwacht Degryse dat het aantal varkenshouders dat ingaat op de uitkoopregeling nog zal oplopen. Vooral kleinere varkenshouders, die bijna pensioengerechtigd zijn, zullen overstag gaan. Volgens een doorgaans goed geïnformeerde bron zouden uiteindelijk 180 tot 300 varkenshouders intekenen op de uitkoopregeling. Wat dus weliswaar merkelijk lager is dan de 982 door VLM geselecteerde varkenshouders.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier