Steven Laureys: ‘We kennen de koffiepauze. Waarom niet de meditatiepauze?’

STEVEN LAUREYS "Studies tonen aan dat meditatie werknemers assertiever maakt." © FOTOGRAFIE DEBBY TERMONIA

In onze cultuur blijven we ons mentale welzijn verwaarlozen, stelt neuroloog Steven Laureys vast. En dat terwijl mensen lijden aan burn-outs en stress, slecht slapen en snakken naar meer rust. “Ik ben er zeker van dat momenten van meditatie veel stress en emotionele uitputting kunnen voorkomen.”

Steven Laureys is neuroloog aan het universitair ziekenhuis van Luik, en een wereldautoriteit in de werking van het brein en het menselijk bewustzijn. Enkele jaren geleden ontdekte hij de kracht van meditatie en schreef er Het no-nonsense meditatieboek over. De rechten werden onder meer verkocht aan uitgeverijen in Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Australië en India. Zopas verscheen een vervolg met een oefenboek, voor wie er echt aan wil beginnen. Op de cover zit Laureys in lotushouding, ogen dicht, de handen rustend op zijn knieën, en lijkt hij klaar om te leviteren. Al is zijn boodschap: je hoeft niet zweverig te zijn om aan meditatie te doen.

Binnen een paar decennia kijken we hoofdschuddend terug op de tijd dat alle heil verwacht werd van medicatie

“Je kunt mediteren in de trein of in de bus, aan je bureau, zittend, liggend, staand – het kan allemaal”, zegt Steven Laureys. “Zolang je maar je aandacht bij jezelf kunt houden. Het hoeft ook niet lang te duren. Een paar minuten zijn al goed. Toen ik me begon te interesseren voor meditatie, heb ik veel gelezen. Veel boeken van zenmeesters zijn behoorlijk veeleisend. Vandaar dat ik de lat niet te hoog wilde leggen. In mijn boek staan heel eenvoudige oefeningen, naast opgaven die wat meer vergen.”

De gemakkelijkste vorm van mediteren lijkt me: trager ademen.

STEVEN LAUREYS. “Voor jou is dat misschien zo. Voor mij ook. Maar niet voor iedereen, hoor. Het is net zoals bij sport: voor sommigen is hardlopen de beste keuze, anderen zwemmen liever. Ademhalingsmeditatie is laagdrempelig, omdat je er niks voor nodig hebt. Je hebt altijd je adem bij je. En het is eenvoudig: wie trager ademt, wordt vanzelf rustiger. Ons autonoom zenuwstelsel zit zo in elkaar.”

Wat mediteren in de weg staat, is de zogenoemde monkey mind: de onstopbare stroom van gedachten die in je hoofd van de hak op de tak springen. Hoe krijg je die slingerende aap onder controle?

LAUREYS. “In eerste instantie door te beseffen dát hij er is. Vervolgens kun je proberen er afstand van te nemen, en je afgedwaalde gedachten terugbrengen naar je focus. Bijvoorbeeld naar je adem. Zodra dat lukt met gedachten, kun je dat ook doen met emoties. Zo krijg je steeds meer grip.”

Een stiltemoment opzoeken lijkt me ook een makkelijke opstap voor beginners.

LAUREYS. “Het ontbreken van lawaai kan helpen om je te concentreren op het hier en nu. Ware stilte vinden is niet simpel, er is altijd wel wat rumoer. Het gaat er vooral om kalmte in je hoofd te krijgen. Ik ben een keer in een echoloze kamer geweest. Daar beleef je de bijna absolute stilte. Zonet hadden we het over de monkey mind. Wel, daar bleek eens te meer hoe moeilijk het is je hersenen stil te zetten. Ik begon er geluiden waar te nemen die er niet waren, in mijn geval hallucineerde ik dat ik kinderkabaal hoorde. Waarschijnlijk omdat ik vijf kinderen heb.”

Veel mensen doorkruisen eerst een dal vooraleer ze meditatie ontdekken. Dat dal heet dan een burn-out of spanningshoofdpijn

Iets meer voor gevorderden is wandelmeditatie: zo traag mogelijk stappen. In uw eerste boek bespeurde ik een tikkeltje irritatie toen u daaraan meedeed.

LAUREYS. “Ik ben van nature niet zo rustig. Ik stap altijd heel snel. Ook in het ziekenhuis. Dus aan die wandelmeditatie meedoen, was voor mij allesbehalve vanzelfsprekend. Heel traag passen zetten en elke kleine spierbeweging bewust beleven, dat was voor mij een karwei. Maar kijk: als ik het kan, met mijn onrustige persoonlijkheid, dan kan iedereen het.”

Er is ook zoiets als liefdevolle aandachtsmeditatie. Dan projecteer je positieve gevoelens op je medemens. Zo zou je bijdragen aan de wereldvrede. Dat is veel meer dan een techniek om rust te vinden. Het is haast een religieus programma.

LAUREYS. “Ik vond het belangrijk om die vorm van meditatie te vernoemen, omdat die voor veel mensen heel inspirerend is. Maar natuurlijk, ik blijf een wetenschapper, ik ben geen prediker, ik heb niks te verkopen, ik heb geen eigen school. Niettemin vind ik het belangrijk om uit mijn comfortzone te stappen en te luisteren en te praten met ervaringsdeskundigen. Daarstraks was ik nog in gesprek met Sadhguru, een Indiase yogi met een heel grote aanhang. Me openstellen voor zulke stemmen kan me alleen maar helpen om het mysterie van het menselijke bewustzijn beter te doorgronden.”

U hebt de boeddhistische monnik Matthieu Ricard in uw lab doorgelicht. Door tienduizenden uren te mediteren zijn diens hersenen veranderd.

LAUREYS. “Mediteren verandert daadwerkelijk de structuur van het brein. Afhankelijk van welke meditatieoefening je doet, ga je bepaalde netwerken veranderen. Bij Matthieu Ricard was dat spectaculair. De verhouding tussen zijn grijze massa en zijn witte massa is heel anders dan bij stervelingen zoals u en ik. Hij heeft een sterk ontwikkelde witte massa, wat betekent dat elektrische signalen veel efficiënter heen en weer flitsen. Een effect daarvan is dat hij zijn gedachten, percepties en emoties veel beter kan sturen.”

U hebt ook vrijduikers onderzocht. Is er een verband tussen dat onderzoek en meditatie?

LAUREYS. “Extremen onderzoeken is leerrijk. Zij tonen tot wat de geest in staat is in uitzonderlijke situaties. Een vrijduiker als Guillaume Néry gaat meer dan 100 meter onder water op één ademteug. Als jij en ik onze adem inhouden onder water, dan happen we naar lucht als we boven komen. Als hij bovenkomt, is hij de rust zelve. Wanneer ik hem hoor praten over hoe hij die toestand ervaart, doet mij dat denken aan wat de monniken me vertellen tijdens diepe meditatie.”

Laten we het over pijn hebben. Kungfu-monniken kunnen hun adem zo sturen, dat je een stok op hun hoofd kunt stukslaan zonder dat ze een kik geven. Niet dat ze geen pijn voelen, maar ze kunnen die zo kanaliseren dat ze niet kermend instorten.

LAUREYS. “Pijn is per definitie subjectief. De inbreng van het mentale is enorm. In het ziekenhuis in Luik hebben we een traditie in operaties onder hypnose. Meer dan 10.000 mensen hebben er ingrepen ondergaan die klassiek onder totale narcose gebeuren.”

Hoe bereid je iemand daarop voor?

LAUREYS. “In ons ziekenhuis? Niet. De chirurg stelt het voor, de patiënt gaat erop in of niet. Het is een vorm van zelfhypnose, de patiënt moet het zelf doen, de anesthesist peilt vooraf waaraan de patiënt wil denken – een boswandeling, de zee, bergen, sneeuw. Tijdens de ingreep kan er, zo nodig, worden overgegaan op farmacologische narcose, maar dat gebeurt heel zelden. Erg indrukwekkend. We onderzoeken momenteel de verschillen en overeenkomsten tussen hypnose en meditatie. Die inzichten gebruiken we in de pijnkliniek, voor mensen die aan chronische pijnen lijden.”

U schrijft patiënten meditatie voor bij slaapproblemen, hoofdpijn en angststoornissen. Slaat dat aan? U kent de Belgen: ze willen pillen en de farma levert ze.

LAUREYS. “Ik ben er zeker van dat we binnen een paar decennia hoofdschuddend zullen terugkijken op de tijd dat alle heil verwacht werd van medicatie. In de geneeskunde van morgen zal de patiënt zelf veel actiever bijdragen aan zijn genezing. Ik schrijf uiteraard medicijnen voor als dat nodig is, maar ik heb het met mijn patiënten ook over algemene levenshygiëne: lichaamsbeweging, slaapkwaliteit, eetgewoonten, sociale contacten. Ik probeer zo goed mogelijk naar hun behoeften te luisteren en dan een behandeling aan te reiken. Als clinicus is het een meerwaarde als ik in het arsenaal van therapeutische middelen meditatie kan voorstellen. De enige voorwaarde is dat patiënten ervoor openstaan.”

STEVEN LAUREYS
STEVEN LAUREYS “Ik blijf een wetenschapper, ik ben geen prediker, ik heb niks te verkopen.”© FOTOGRAFIE DEBBY TERMONIA

En is dat zo?

LAUREYS. “Veel mensen doorkruisen eerst een dal vooraleer ze meditatie ontdekken. Dat dal heet dan een burn-out of spanningshoofdpijn. Ik spreek voor mezelf: is het is niet bizar dat ik als zorgverlener zo lang niets van meditatie afwist? In de opleiding wordt daar met geen woord over gerept. In onze westerse cultuur gaat er aandacht naar ons lichamelijk welzijn, maar ons mentale welzijn blijven we verwaarlozen. Terwijl dat eigenlijk op school al zou moeten worden geleerd. Meditatie zou structureel in het lessenpakket moeten zitten. Met leraars die daarvoor opgeleid zijn, net zoals voor de lessen lichamelijke opvoeding.”

Meditatie zou structureel in het lessenpakket moeten zitten. Met leraars die daarvoor opgeleid zijn

Denkt u echt dat meditatie lukt in een klas roerige pubers?

LAUREYS. “Ik geef lezingen in scholen en bevraag dan jongeren over hun mentale behoeften. Dat is heel confronterend. Pakweg acht op de tien snakken naar meer rust, lijden aan stress, slapen slecht. Dat zijn twaalfjarigen! Als ik met hen meditatieoefeningen doe, ben ik positief verrast hoe ze daarin meegaan. Ik besef dat het niet altijd vanzelfsprekend zal zijn een klas mee te krijgen. Maar ik denk dat het kan. En zeker dat het nodig is.”

U signaleert dat bedrijven meer en meer meditatie mogelijk maken voor het personeel. Een bepaalde filosofische school zal dit een ‘biopolitiek instrument’ noemen, om werknemers beter te laten renderen.

LAUREYS. “Ik ben niet zo cynisch. Studies tonen trouwens aan dat meditatie werknemers assertiever maakt. Ik ben er zeker van dat momenten van meditatie op het werk veel stress en emotionele uitputting kunnen voorkomen. We kennen de koffiepauze en de rookpauze. Waarom niet ook de meditatiepauze doen inburgeren? Sommigen zullen die het liefst in isolement beleven, anderen in groep, en het bedrijf kan voor de gepaste ruimtelijke inrichting zorgen.”

Er staat een briljante bedenking in uw boek. Ze komt van uw vrouw: “Verlichting bereiken is niet moeilijk voor boeddhistische monniken. Ze moeten immers nooit boodschappen doen of voor de kinderen zorgen.”

LAUREYS. “Heel terecht. De monnik Matthieu Ricard is intussen een vriend, ik heb het er met hem over gehad: hoe zou de wereld eruitzien als we allemaal waren zoals hij? Dan zou niemand zijn best doen om een olympische wedstrijd te winnen, om maar iets te zeggen. Wie een bedrijf heeft, moet zorgen dat er winst wordt gemaakt. Zelf werk ik ook in een heel competitieve omgeving. Toch denk ik dat je ambitieus kunt zijn en doelen kunt nastreven, en tegelijk waarden in acht kunt nemen die daarbovenuit stijgen. Ook voor mij is het een evenwichtsoefening. Ik blijf eraan werken.”

Steven Laureys, Het no-nonsense meditatie oefenboek, Borgerhoff & Lamberigts, 144 blz., 22,99 euro

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content