Spaarrente onder nul is voorlopig taboe voor Belgische banken

© Getty Images/iStockphoto
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

De centrale banken zijn vastbesloten om de rente voor lange tijd op een heel laag niveau te betonneren. In het buitenland kunnen mensen gratis geld lenen en kost sparen geld. In België is dat voorlopig niet aan de orde.

De wereld staat op zijn kop. In Denemarken kunnen gezinnen sinds vorige maand geld lenen voor de aankoop van een woning zonder dat ze ook maar één kroon rente moeten betalen. Bij Nordea Bank krijgen de Denen gratis krediet op twintig jaar. Jyske Bank hanteert zelfs een rente van minus 0,5 procent voor hypothecaire leningen met een looptijd van tien jaar. Dat wil zeggen dat een particulier die vandaag 100.000 euro leent bij de derde grootste bank van Denemarken enkel het kapitaal moet aflossen en elk jaar 500 euro rente op zijn rekening krijgt teruggestort.

Daar staat tegenover dat Jyske bank aan vermogende klanten met meer dan 7,5 miljoen Deense kronen of 1 miljoen euro op hun rekening een negatieve rente van 0,6 procent aanrekent. De klanten betalen die vergoeding aan de bank om hun geld veilig te bewaren. Bij de Zwitserse bank UBS moeten de klanten al 0,6 procent bijbetalen vanaf een half miljoen euro spaargeld. Wie vandaag 1 miljoen euro op zijn spaarrekening heeft, houdt daar na vijf jaar met zo’n negatieve rente nauwelijks meer dan 970.000 euro van over.

Ook Hamburger Sparkasse rekent ‘bewaarkosten’ aan zodra particuliere klanten meer dan een half miljoen euro op een spaarrekening stockeren. De grootste Duitse spaarbank staat daarin niet alleen. Tientallen Duitse banken zouden hun vermogende klanten al maanden een negatieve rente op hun spaargeld doen betalen. In Duitsland wordt het debat gevoerd of er een ban op negatieve rentevoeten moet komen om te voorkomen dat Otto Normalverbraucher binnenkort een ‘strafrente’ op zijn spaarcenten moet betalen.

De negatieve rente is de prijs die de grote spaarders betalen voor het goedkope krediet voor overheden, bedrijven en gezinnen. Stilaan mogen we alles overboord gooien wat we in onze kindertijd over sparen hebben geleerd. Wie geld spaart, verliest nu zienderogen geld. Wie alles op de pof koopt, wordt slapend rijk. Dat hebben we te danken aan de centrale banken.

Interpretatie van minister

De Europese Centrale Bank kondigt vandaag zo goed als zeker extra maatregelen aan om krediet nog goedkoper te maken. Aan het einde van de rit is het de bedoeling gezinnen aan het consumeren te zetten en bedrijven aan het investeren om de economie aan te zwengelen. Maar zo maken de centrale bankiers de belangrijkste taak van de banken – het omzetten van het spaargeld van de ene klant in een lening voor de andere klant – er niet gemakkelijker op.

De banken maken traditioneel winst dankzij het verschil tussen de rente die ze moeten betalen op spaargeld en de rente die de klanten aan de bank betalen voor hun lening. De Belgische banken zitten nog meer dan de buitenlandse geprangd tussen de rente die ze de spaarders moeten uitkeren en de rente die ze nog kunnen vragen voor leningen. Er staat een recordbedrag van 278 miljard euro op de gereglementeerde spaarrekeningen – de klassieke spaarboekjes – in ons land. Dat zijn rekeningen waarop de banken elk jaar minstens 0,01 procent basisrente moeten betalen, plus 0,1 procent getrouwheidspremie als het spaargeld een jaar lang niet is aangeraakt.

Die minima zijn begin 2015 opgedoken, maar staan in geen enkele wettekst gebeiteld. Febelfin, de sectorfederatie van de banken, noemt de bodem voor de spaarrente het gevolg van “een interpretatie” van wetteksten door het kabinet van de voormalige minister van Financiën, Johan Van Overtveldt (N-VA). De banksector vindt dat de wereld sinds 2015 veranderd is en stelt hardop de vraag of de minimumrente voor spaarders geen belemmering vormt voor het beleid van de ECB, aangezien het spaarvolume in ons land alleen maar groeit.

De Belgische banken kunnen die minimumrente al omzeilen door hun klanten in de van richting niet-gereglementeerde spaarrekeningen te dirigeren. Verschillende grootbanken hebben dat de voorbije jaren met hun bedrijfsklanten gedaan, maar voor de particuliere klanten ligt dat net iets moeilijker. Op de eerste 980 euro intrest op een gereglementeerde spaarrekening moet een natuurlijke persoon geen belasting betalen. Dat geldt niet voor de intrest op een niet-gereglementeerde spaarrekening.

Tastbare beleggingen

Bovendien kunnen particulieren gemakkelijker dan bedrijven hun rekening leeghalen en hun geld onder hun matras of in een kluis bewaren. Of ze kunnen tastbare hebbedingen kopen die waarde dragen, zoals kunst, wijn of oldtimers. Het is ook geen toeval dat goud en diens digitale en meer wisselvallige tegenhanger bitcoin hoogdagen beleven. Om nog niet over vastgoed te spreken. “In de jaren negentig was het onroerende vermogen goed voor minder dan 50 procent van het totale vermogen van de Belgen. Sindsdien is dat percentage geleidelijk gestegen en in 2018 maakte het vastgoedpatrimonium van de Belgen al 60 procent van hun vermogen uit”, merkt ING-econome Charlotte de Montpellier op. Die vlucht naar tastbare beleggingen weerhoudt de banken er voorlopig van ‘bewaarkosten’ voor cash aan te rekenen.

Zelfs voor de hele grote vermogens in ons land rekenen de banken geen negatieve rente aan. De Nederlandse klanten bij Van Lanschot Bankiers bijvoorbeeld betalen sinds juli 0,2 procent rente als ze meer dan 2,5 miljoen euro op een rekening hebben staan, en 0,4 procent voor meer dan 5 miljoen euro. In België heeft de Nederlandse private bank dat nog niet aangedurfd, omdat de concurrentie hier meer speelt dan bij onze noorderburen.

Bij dat alles valt een belangrijke voetnoot te maken: bankbiljetten, kunst, vastgoed kunnen letterlijk of figuurlijk in rook opgaan. Het geld op een spaarrekening daarentegen geniet overheidsbescherming tot 100.000 euro per persoon en per bank. Die beschermt spaarders bij een faillissement van een bank. Voor tastbare beleggingen moeten mensen ook een verzekering afsluiten, en die kost ook geld. De kans bestaat dat die beleggingen voldoende in waarde stijgen om die kosten te dekken, maar dat is geen zekerheid. De marktprijzen kunnen evengoed in elkaar stuiken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content