Rudy Aernoudt over Europese bedrijven: ‘Anticiperen op de geopolitiek is de boodschap’

RUDY AERNOUDT. "Europa dereguleert, Amerika tarifeert en China anticipeert."
Baptiste Lambert Journalist bij Trends-Tendances/Canal Z

Hoe moeten we omgaan met geopolitieke stormen? Tijdens zijn toespraak op de Trends Summer University presenteerde de econoom Rudy Aernoudt een overlevingsstrategie voor onze bedrijven, die niet altijd goed voorbereid zijn. Nochtans hebben zulke stormen een veel grotere impact dan doorgaans wordt gedacht.

In een wereld waar instabiliteit de norm is geworden, waar oorlog, inflatie, sancties en verstoringen van de toeleveringsketen dagelijkse kost zijn, kunnen bedrijven het zich niet langer veroorloven op buikgevoel te navigeren. Volgens Rudy Aernoudt, econoom en de kabinetschef van de MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez, is het tijd om na te denken over de manier waarop bedrijfsleiders de geopolitiek benaderen. “Gemiddeld besteedt een CEO 1 procent van zijn tijd aan geopolitiek, terwijl die soms 45 tot 75 procent van zijn rentabiliteit bepaalt.”

Veel bedrijven hebben een strategische blinde vlek. Ze zijn te veel gericht op operationeel management en negeren de mondiale dynamiek die de spelregels aan het veranderen is. Dat maakt hen kwetsbaar. Geopolitieke crises zijn niet langer anomalieën. Ze zijn systemisch geworden.

De veerkrachtbarometer

Sinds de pandemie is de wereld geëvolueerd van een kapitalisme gebaseerd op voorspelbaarheid naar een tijdperk van permanente instabiliteit. De covidcrisis werd gevolgd door de crisis in de toeleveringsketen, toen kwam de energiecrisis en nu de handelsoorlog en de val van de dollar. En niet alleen de multinationals worden erdoor getroffen.

Volgens de consultant McKinsey kost één logistieke verstoring van dertig dagen 3 tot 5 procent van de bedrijfskasstroom van een onderneming. Op lange termijn knagen verstoringen in de toeleveringsketen 42 procent van de winst. En toch, merkt Rudy Aernoudt op, “vragen veel bedrijven zich nog altijd af wat ze over vier weken zullen verdienen, in plaats van na te gaan in hoeverre ze in staat zijn zulke schokken op te vangen. Er moet een mentaliteitsverandering komen. Niet de winstgevendheid van volgende maand telt, maar de soliditeit van het model op lange termijn.” Hij stelt voor een nieuwe strategische indicator te creëren: de veerkrachtbarometer.

Zo’n cultuuromslag vereist dat de bedrijfsleiders hun verantwoordelijkheid nemen. “Informeer je, en doe iets met die informatie”, zegt de econoom. Een scenario-analyse vindt hij het meest effectieve hulpmiddel: de verschillende mogelijke scenario’s identificeren, hun impact op het bedrijf testen en vervolgens het model aanpassen (zie kader Een aanpak met vier pijlers). “In de autosector bijvoorbeeld weten we niet of de toekomst waterstof, elektrisch of olie zal zijn. Daar moet je dus alle opties overwegen. Zo’n aanpak is geen luxe voor multinationals. Het moet op elk strategisch niveau worden geïntegreerd.”

De cijfers zijn duidelijk: bedrijven die echt aan scenariodenken doen, hebben een 22 procent hogere winstgevendheid en groeien dubbel zo snel als bedrijven die dat niet doen. Het is een veeleisende discipline, maar wel een die loont”, zegt Rudy Aernoudt.

VS zijn onzekere factor

Niet alle sectoren ondergaan dezelfde risico’s. Volgens Aernoudt is de auto-industrie een van de meest kwetsbare sectoren, zowel vanwege haar afhankelijkheid van geglobaliseerde waardeketens als vanwege de technologische onzekerheden rond de motorisering van morgen.

De chemische sector is vooral gevoelig voor de krimp van de wereldwijde vraag. De farmaceutische industrie is dan weer opmerkelijk veerkrachtig, dankzij haar hoge marges en lage prijselasticiteit: “Zelfs met een Amerikaans importtarief van 25 procent zou de impact niet groter zijn dan 0,5 procent van de omzet”, aldus de econoom. Dat is geruststellend voor België, waar de farma een strategische sector is die voorlopig relatief weinig last heeft van de internationale handelsspanningen.

De Verenigde Staten, die lang werden gezien als een baken van stabiliteit, zijn nu een bron van onzekerheid voor de Europese bedrijven. Het protectionisme dat begon onder het eerste bewind van Donald Trump is nu geïnstitutionaliseerd.

In economische kringen doen drie verontrustende hypotheses de ronde: een door stijgende prijzen veroorzaakte inkrimping van de consumptie in de Verenigde Staten; vergeldingstarieven van landen die getroffen werden door de Amerikaanse heffingen; en het politieke gebruik van handelstarieven om het overheidstekort terug te dringen. Het slechtste scenario van Rudy Aernoudt? Een winstdaling van 47 procent voor de Amerikaanse bedrijven in het geval van een algemene handelsoorlog en een verlies van gemiddeld 2.800 dollar per jaar voor de Amerikaanse burger.

Voor de Europese bedrijven betekent dit dat ze hun afhankelijkheid van de Verenigde Staten moeten definiëren: in termen van bevoorrading, afzetmarkten of directe concurrentie. Want de wereldleider is een risicozone.

Een scenario-analyse vindt Aernoudt onontbeerlijk: de verschillende mogelijke scenario’s identificeren, hun impact op het bedrijf testen en vervolgens het model aanpassen.

China en Rusland

Het Chinese risico is monetair en industrieel. Terwijl de vastgoedmarkt er instort (-30%), sparen de gezinnen massaal, tot 120 procent van het bruto binnenlands product (bbp). De binnenlandse vraag daalt en de export naar de Verenigde Staten droogt op. Het resultaat: een productieovercapaciteit, die Peking in Europa zou kunnen dumpen.

Met een deflatie voor industriële goederen van 3,7 procent, vergeleken met 2 procent inflatie in Europa, zijn Chinese producten nu 6 procent competitiever, om nog te zwijgen van de loonkosten. Het risico dat de Europese markten overspoeld worden, is reëel, vooral voor intermediaire industriële goederen, stelt de econoom. “Het is tijd om te reageren. Anders krijgen we een tsunami van goedkope importproducten.”
Rusland, dat officieel weinig schulden heeft, financiert zijn oorlogseconomie eigenlijk via de banken.

efensiebedrijven lenen veel, niet omdat ze solvabel zijn, maar omdat de banken verplicht zijn aan hen te lenen. “We hebben het over 400 miljard dollar. Dat model is niet houdbaar, het is een tijdbom”, zegt Rudy Aernoudt. Volgens hem kan er een einde komen aan de oorlog in Oekraïne, niet door diplomatiek of wapens, maar door de economie. “De implosie van het Russische banksysteem zou het einde van het conflict kunnen bespoedigen.”

Europa

Volgens de econoom heeft Europa drie grote handicaps ten opzichte van zijn concurrenten: een productiviteitstekort als gevolg van een chronische onderinvestering in innovatie; energie die duurder is dan waar dan ook; en een inflatie van regelgeving die het concurrentievermogen verstikt. “Ursula von der Leyen heeft in vijf jaar 13.000 nieuwe Europese wetten gemaakt. Dat zijn er tien per dag”, grapt hij.
De Europese Unie heeft nog maar zes landen in de top twintig van de wereld staan als het gaat om concurrentievermogen. België is sinds vorig jaar vijf plaatsen gezakt naar nummer achttien.

Maar Aernoudt ziet wel wat bewegen in Europa. “In de Green Deal van Frans Timmermans werd met geen woord gerept over de industrie, maar het rapport van Mario Draghi en Thierry Breton heeft daar verandering in gebracht.” De industrie staat weer centraal in het Europese project. Hij verwelkomt ook initiatieven als het Competitiveness Compass en het Omnibus Package. De econoom vat de situatie zo samen: “Europa dereguleert, Amerika tarifeert en China anticipeert.”

​Rudy Aernoudt sluit zijn lezing af met een eenvoudig maar krachtig beeld: “Als je op een fles ketchup drukt en en er komt niets uit, dan druk je nog eens. En nog eens, en misschien nog eens. Tot er een enorme kwak ketchup uit spuit. Dat is wat bedrijven te wachten staat als ze de geopolitiek niet integreren in hun strategie.”
Veel bedrijven passen zich opmerkelijk goed aan de geopolitieke stormen aan. Maar andere werden met hun neus op de feiten gedrukt. Voor hen is het tijd te anticiperen op schokken in plaats van ze te ondergaan, om veerkrachtmechanismen op te zetten in plaats van haastig oplossingen in elkaar te flansen. z

Een aanpak met vier pijlers

Rudy Aernoudt stelt een duidelijke methode voor waarmee onze bedrijven de geopolitieke stormen kunnen trotseren.

1. Operationele wendbaarheid. Herzie de structuur van contracten en toeleveringsketens.

2. Geografische diversificatie. Diversifieer leveranciers en klanten. Produceer weer in Europa. In Bulgarije en Roemenië liggen de lonen dicht in de buurt van die in China.

3. Intelligente clausules. Neem geopolitieke risico’s op in contracten.

4. Scenariodenken. Introduceer een cultuur van dynamische planning en voortdurende controle. Managers moeten stresstests uitvoeren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content