Rika Coppens (House of HR): ‘Werk is bijna een beladen woord geworden’

Rika Coppens © Jonas Lampens
Bert Lauwers
Bert Lauwers redacteur bij Trends

De hr-dienstengroep House of HR groeit als kool onder leiding van Rika Coppens, de Trends Manager van het Jaar 2022. Aan ambitie geen gebrek bij de Oost-Vlaamse zelfverklaarde missionaris van werk, die ook onze politici tot de orde roept. “Verander de arbeidswetgeving en zorg dat in de bedrijven flexibeler kan worden gewerkt.”

2022 was in vele opzichten een sleuteljaar voor House of HR, de uitzendgroep die ontsproot uit het uitzendbedrijf Accent Jobs, dat 29 jaar geleden is opgericht door Conny Vandendriessche en Philip Cracco. In 2022 verwierf de Amerikaanse private-equityspeler Bain Capital de meerderheid in de groep, die toen 3.000 werknemers en 500 kantoren telde en een omzet van 2,9 miljard euro draaide. Onder het goedkeurend oog van Bain en Vandendriessche bouwde Coppens verder aan het imperium van House of HR, dat intussen vlot de grens van 800 kantoren is gepasseerd, richting 6.000 voltijdse equivalenten gaat en een omzet van 3,4 miljard noteert. Daarmee groeit de groep, met een focus op uitzendbedrijven die gespecialiseerde profielen plaatsen, sneller dan de markt. Dat heeft House of HR onder meer te danken aan zijn uitgebreide digitale hr-diensten, waarin het een voorloper was.

Waar wilt u naartoe met House of HR?

RIKA COPPENS. “Goh, ik ben misschien niet altijd de grote planner, maar ik hou wel van ambitieuze plannen. We zien wel waar ze ons brengen. We hebben altijd gezegd dat we graag elke vijf jaar zouden verdubbelen. Dus gaan we dat proberen” (glimlacht).

Lees ook: ‘Beursgang is een van de mogelijkheden mocht Bain eruit stappen’

Wat is de grootste uitdaging?

COPPENS. “Demografie, flexibeler werken en artificiële intelligentie (AI) zijn de maatschappelijke trends waar wij een antwoord op proberen te bieden. Het zijn meteen ook kansen. Neem de arbeidsflexibiliteit. Het denkbeeld van ‘ik doe misschien één job in mijn hele carrière’ moeten we loslaten. Steeds meer jongeren combineren banen, omdat ze veel ervaringen willen opdoen. Daar kunnen wij een grote rol in spelen. Een deel van de oplossing voor de vergrijzing van de arbeidsmarkt zal komen van flexibiliteit. De verpleegkundigen zeggen bijvoorbeeld allemaal dat ze bereid zijn meer te werken, op voorwaarde dat ze kunnen kiezen wanneer. Een tweede oplossing is actieve arbeidsmigratie. Daarin kunnen wij met onze hubs in Polen en Roemenië een bijdrage aan leveren. Eventueel kan ook buiten Europa worden gezocht – mensen van andere continenten hier op een tijdelijke uitwisselingsbasis ervaring laten opdoen.

“We blijven nadenken over wat onze toegevoegde waarde is voor onze klanten en proberen daar constant in te vernieuwen. Dus moeten we de innovatieve kracht blijven stimuleren. Dat heeft zeker ook betrekking op AI, voor mij de grootste uitdaging. Je kunt AI beter als een collega beschouwen dan als een bedreiging. We hebben AI ook heel snel omarmd, bijvoorbeeld met NowJobs, waarmee we bedrijven en jobkandidaten automatisch aan elkaar linken, als een soort datingapp.”

NowJobs is gegroeid uit een brainstormingsessie over hoe…

COPPENS. (Vult aan) “…hoe we onszelf kapotmaken? How to kill Accent Jobs? Inderdaad. Dan was de vraag: ‘Willen we Uber zijn? Of gaan we Kodak worden?’ Ja, dan willen we liever Uber zijn natuurlijk. Al weet ik niet of die het momenteel zo fantastisch doen, maar bon. Die denkoefening gebeurde in 2016 voor ik CEO werd. Maar daaruit kwam het idee om een volledig digitaal uitzendkantoor te creëren, zonder menselijke interventie.”

U vindt het systeem van actieve arbeidsmigratie in België veel te rigide.

COPPENS. “Omdat we ook actief zijn in Nederland en Duitsland, kunnen we de markten heel goed vergelijken. We hebben in België een competitief nadeel om goede mensen aan te trekken. Als werkgever hebben wij geen mogelijkheid om hen huisvesting aan te bieden. Arbeidscontracten en huurcontracten moeten hier losgekoppeld zijn. Als je in Nederland iemand huisvest en die zijn baan verliest, kan die nog enkele weken in die woning blijven. Omdat ons systeem zo rigide is, hebben we hier ook veel illegale detachering uit het buitenland. Denk aan de zaak-Borealis (op een werf van het chemiebedrijf in Antwerpen waren Bengaalse en Filipijnse arbeiders illegaal en onderbetaald aan het werk, nvdr). Die mensen komen naar hier en zijn in abominabele omstandigheden onder de radar aan de slag. Je hebt er geen greep op. En als die mensen hun baan verliezen, staan ze ook meteen op straat. De overheid loopt daardoor ook veel socialezekerheidsbijdragen en belastingen mis.”

‘Demografie, flexibeler werken en artificiële intelligentie zijn de maatschappelijke trends waar wij een antwoord op proberen te bieden’

Is het roepen in de woestijn?

COPPENS. “Ik denk dat de ideeën aan het rijpen zijn. Maar migratie is natuurlijk niet het meest populaire politieke onderwerp. Heel veel politici zijn zich ervan bewust dat we er iets aan moeten doen, maar voorlopig gaat niemand op de barricaden staan voor actieve arbeidsmigratie, gewoon omdat het te veel stemmen zou kosten. Ik heb een nota over de arbeidsmarkt geschreven en naar de politici gestuurd. Ik hoop dat een aantal dingen daarvan terug te vinden zullen zijn in de regeerakkoorden.”

Maakt u zich zorgen over de politieke aanpak in ons land?

COPPENS. “De politieke aardverschuiving in Wallonië stemt mij positief. Maar als ik dan lees dat het opnieuw moeilijk gaat worden om de Senaat op te heffen, denk ik: verdorie, waar zijn we mee bezig? We zijn het zwaarst belaste land. Meer belastingen heffen om aan die miljarden te komen, is gewoon naïef. Men rekent zich heel vaak rijk. Er is de befaamde Laffer-curve (vernoemd naar de econoom Arthur Laffer, over de correlatie tussen belastingtarieven en overheidsinkomsten, nvdr), die aantoont dat als de belastingen te hoog zijn, je er niet op moet rekenen dat er meer belastinggeld zal binnenkomen. Integendeel, want dat zet aan tot ontsnappingsgedrag. En dat ontsnappingsgedrag zal er uiteindelijk toe leiden dat bedrijven afhaken, dat internationale groepen zich niet meer in België komen vestigen. Dan belanden we in een neerwaartse spiraal.

“We moeten vooral mikken op het activeren van mensen en op minder uitgaven en minder overheidsbeslag. We hebben een veel te grote overheid in België en ik zie ik spijtig genoeg geen tekenen van oplossingen die drastisch genoeg zijn. Spanje en Italië hebben heel diep in de crisis gezeten. De eurocrisis gaf hen een alibi om heel zwaar in te grijpen, en dat begint te lonen. Ik denk dat we ook hier echt een soort crisismoment nodig hebben om dat te verwezenlijken, maar ik zie het niet aankomen.”

Wat distilleert u uit de voorbije verkiezingen en de regeringsvorming?

COPPENS. “Dat de tijd is rijp voor het beperken van de werkloosheid in de tijd en dat langdurig zieken, als dat mogelijk is, sneller weer moeten worden geactiveerd. Politici beseffen dat de structurele krapte op de arbeidsmarkt de economische groei in België afremt en zelfs verhindert dat bepaalde bedrijven zich in België komen vestigen. Maar als het er dan op aankomt dat om te zetten in beleidsmaatregelen, botsen we heel vaak op de complexiteit van België. Als bedrijf is het frustrerend om te zien dat de politieke agenda vaker zwaarder weegt dan het algemeen belang. Zonde!”

“Er zijn heel veel systeemfouten die kunnen worden rechtgezet. Als uitzender of detacheerder word je soms scheef bekeken. Wij verdienen veel te veel geld, wordt gezegd. Of ook: we lokken mensen weg bij bedrijven om ze nadien duurder terug te plaatsen. Er is veel commentaar, terwijl ik ervoor probeer te zorgen dat bedrijven zichzelf beter en flexibeler kunnen reguleren. Neem de uurroosterregelingen, die dateren van de jaren zestig. Je moet nog altijd formeel voor een uurrooster kiezen. Verander die arbeidswetgeving en zorg dat ook in de bedrijven flexibeler kan worden gewerkt, zonder dat er uurroosters opgehangen hoeven te worden. Mensen zitten zo niet meer in elkaar. Dat is waarom flexi-jobs een succes zijn, en meer mensen naar freelanceoplossingen grijpen: ze willen zelf die flexibiliteit kunnen organiseren.”

‘We hebben in België een competitief nadeel om goede mensen aan te trekken’

Kunnen we lessen trekken uit onze buurlanden?

COPPENS. “Zeker. In Nederland was uitzendarbeid niet gereguleerd. Je hoefde geen erkenning te hebben als uitzendkantoor, met als gevolg dat het aantal uitzenders is scheefgegroeid, met een hoop cowboys waarop geen controle was. In België is de markt veel beter gecontroleerd. Arbeidsmigratie is wel beter gereguleerd in Nederland, maar ook daar is niet alles perfect. Door de organisatie van de huisvesting heb je daar appartementsgebouwen aan de rand van de steden, puur voor arbeidsmigranten. Dat is niet goed. Je mag de fouten uit het verleden niet opnieuw maken. Arbeidsmigranten zou je moeten spreiden. Ze zouden in gewone woningen moeten wonen, zodat ze zich kunnen integreren in de samenleving. Dat lijkt mij veel beter dan getto’s te creëren. Samenwonen om economische reden is trouwens verboden in België, terwijl het bijvoorbeeld in Parijs, Londen en Amsterdam schering en inslag is dat je om economische redenen gaat samenwonen. Dat moet worden aangepakt om een goede huisvesting mogelijk te maken voor arbeidsmigranten.”

‘Voorlopig gaat niemand op de barricaden staan voor actieve arbeidsmigratie, gewoon omdat het te veel stemmen zou kosten’

U hebt zich omschreven als missionaris van werk?

COPPENS. “Er zijn ergere titels. Kijk, ik word gek op maandagmorgen in de auto als het op de radio gaat over blue Monday, omdat de werkweek begint. Of dat ik hoor ‘Thank God, it’s Friday en bijna weekend’. Werk is bijna een beladen woord geworden en dat is echt zonde omdat het zo’n fundamenteel onderdeel van het leven is. Het helpt je vooruit, zorgt dat er eten op tafel komt, dat je op reis kunt gaan, dat je dingen kunt realiseren. We moeten ons veel meer eigen maken dat werk niets negatiefs is. Ik word trouwens ook onnozel van de term work-lifebalance. Niemand is ooit gestopt met ademen zodra die een kantoor binnenstapte, hè! Je hebt privémomenten en werkmomenten. Het is dus werk-privé. Ik zal altijd corrigeren.”

Heel veel mensen zien op tegen langer werken.

COPPENS. “Het is logisch dat we met z’n allen langer werken. Werken is een onderdeel van het leven. Het is je brein bezighouden, je handen bezighouden. Ik neem altijd het voorbeeld van mijn oma. Die deed alleen haar schort uit als ze ’s zondags naar de mis ging, En zo heeft mijn pa ook gewerkt, tot z’n 80ste. Veel minder intensief, maar hij is bijvoorbeeld altijd nog een aantal betonstudies blijven doen. Ik denk dat we veel meer met het concept van nuttig blijven bezig moeten zijn. Ik sprak onlangs met iemand van een groot consultancybedrijf, waar je verplicht op zestig met pensioen moet. ‘Als we een reünie hebben met de ex-partners, kan ik diegenen die nog werken er zo uithalen’, zei hij. Gewoon door hun fysieke voorkomen.

“Het punt is, door bezig te blijven, door je ’s ochtends te moeten aankleden en je te verzorgen, door de sociale contacten op je werk en je een onderdeel van de maatschappij te voelen omdat je bijdraagt, houd je mensen langer betrokken en gezond. Voor de staatskas is dat positief. Die hoeft minder uit te geven aan ziekenzorg en de sociale zekerheid in het algemeen, en haalt meer inkomsten uit arbeid. In december las ik dat de eerste toekomstige 135-jarige is geboren. Er zal dus ooit iemand 135 worden. Dan hoef je geen genie te zijn om te beseffen dat iemand die 135 jaar leeft meer dan 47 jaar van zijn leven zal moeten bijdragen door te werken. Vandaar dat het zo belangrijk is werk veel meer werkbaar te maken en daar veel flexibeler mee om te gaan.”

‘Als bedrijf is het frustrerend om te zien dat de politieke agenda vaker zwaarder weegt dan het algemeen belang’

Wat is het beste advies dat u ooit hebt gekregen?

COPPENS. “Jezelf blijven. Ik ben wie ik ben. Ik draag geen masker, ik heb geen pokerface. Dat heeft voordelen maar soms ook nadelen (lacht). Maar dat ik volgens mij altijd authentiek ben gebleven, is voor mij belangrijk. Gewoon de waarheid vertellen en niet liegen. Ik ben ook katholiek opgevoed, en dat zit er allicht nog diep in. Doe niet met anderen wat je niet wilt dat ze met jou doen.”

Welk advies geeft u aan jonge collega’s?

COPPENS. “Mijn voornaamste advies is dat je plezier moet hebben in wat je doet. Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd, zeg ik altijd. Er gaat hier geen vergadering voorbij zonder dat ik de een of andere dwaze grap vertel. Alles is relatief en uiteindelijk is het leven al kort en soms moeilijk genoeg. Als je plezier hebt in wat je doet, zal je het ook met passie en goesting doen en er meer inspanningen voor doen, en komt er automatisch een pay-back uit voort.”

Is dat een advies dat u zelf ook hebt gekregen?

COPPENS. “Mijn ouders hebben mij altijd gezegd dat ik moet doen wat ik graag doe. Mijn pa was burgerlijk ingenieur bouwkunde met een eigen studiebureau. Hem opvolgen zou een relatief makkelijke oplossing zijn geweest, maar mijn ouders hebben me daar nooit in gedwongen. Dus deed ik geen burgerlijk ingenieur, maar heb ik gestudeerd voor handelsingenieur, omdat ik dat iets breder van opleiding vond en ik toen nog geen zin had om te kiezen. Ik ben daar thuis nooit scheef voor bekeken, zo van: ‘dat is dom, want je had de zaak kunnen overnemen’.”

Wat wilde u worden als kind?

COPPENS. “Ik ben van de Top Gun-generatie, dus wilde ik F-16-piloot worden. De snelheid sprak mij aan. Het was vrij concreet. Ik trainde er ook voor, honderd keer pompen enzovoort, om door de fysieke proeven te raken. Ik had ook de proeven voor het ingangsexamen opgevraagd. Maar om piloot te worden moest ik ook het toelatingsexamen burgerlijk ingenieur doen, en dat zag ik dan weer niet zitten. Maar ik hou van snelheid, op alle vlakken, ook in het bedrijf. Het moet allemaal niet te lang duren.”

Wat doet u in uw vrije tijd?

COPPENS. “Een beetje van alles. Met vrienden afspreken, familie bezoeken, met de hond wandelen, reizen, weekendjes, af en toe pianospelen. Ik probeer twee à drie keer per week ’s ochtends op de crosstrainer te staan. Maar een grote sporter ben ik nooit geweest. Ik heb ook nog maar weinig mensen zien lachen, terwijl ze liepen (lacht). Dus nee.”

‘Het CEO-schap is nooit een zaak van één persoon’

Hoe kijkt terug op uw verkiezing tot Trends Manager van het Jaar?

COPPENS. “Ik heb een beetje playing hard to get, gedaan omdat het CEO-schap natuurlijk nooit een zaak is van één persoon. Dus wilde ik daar eigenlijk niet aan deelnemen. En toen zei Saar (group executive management assistent Saar Demeyer, de rechterhand van Coppens, nvdr): ‘Ja maar, Rika, jij zegt altijd dat vrouwen veel te bescheiden zijn en te weinig op een podium durven te staan. Dus vind ik dat je moet deelnemen.’ Daar heeft ze me op mijn eigen woorden gepakt (lacht).
“Ik heb gewonnen en ik moet zeggen dat in het bedrijf de trots groot was. Het was heel fijn om te zien dat mensen zo trots waren daar deel te kunnen van uitmaken. Het voelde dus uiteindelijk echt aan als een groepsprestatie. Dankzij Saar.”

Bio

– Geboren in Massemen, 51 jaar
– 1996:
handelsingenieur KU Leuven
1996: auditmanager PwC
2002: CFO Bureau van Dijk
2005: CFO Zenitel
2010: CF0 EFR Group
2014: CEO EFR Group (nu Eurogarages)
2017: CEO House of HR
Onafhankelijk bestuurder Colruyt en La Lorraine en Mulder Breakfast Cereals; voorzitter van de commissie Uitzendarbeid bij Federgon

Partner Content