De federale ministerraad schrapt de wettelijke verplichting voor de overheid om een meerderheid van de aandelen van Proximus en bpost in handen te houden.
Over een effectieve verkoop van aandelen is echter nog niets beslist. “Daarvoor zijn absoluut nog geen stappen gezet”, onderstreepten premier Charles Michel (MR) en bevoegd minister Alexander De Croo (Open Vld) vrijdag.
Op dit moment is de participatie van de overheid in Proximus en bpost wettelijk vergrendeld op minimum vijftig procent plus één aandeel. Die wettelijke grendel wordt nu weggenomen, waardoor de overheidsparticipatie in beide beursgenoteerde autonome overheidsbedrijven – eventueel – kan worden afgebouwd.
Of de regering daar snel mee wil gaan?
“Het is niet omdat je de optie creëert, dat je die optie ook gaat lichten”, onderstreepte De Croo. Vandaag is het niet aan de orde, maar “misschien zal die kwestie op een dag terugkeren”, zei ook premier Michel.
Daarnaast neemt de regering een reeks beperkingen weg waar Proximus en bpost vandaag nog mee kampen. Zo krijgen ze meer armslag voor het nemen van participaties in een ander bedrijf, vervalt de wettelijke verplichting om met statutair personeel te werken en mogen ze voortaan ook gebruik maken van onderaannemers en zelfstandigen.
En ook de benoeming en de werking van de raad van bestuur wordt gelijkgetrokken met normale beursgenoteerde bedrijven. Dat alles moet Proximus en bpost de kans geven ‘met gelijke wapens te strijden’ in de erg concurrentiële sectoren waarin ze actief zijn, besloot De Croo. “Het zijn vandaag zeer performante bedrijven, maar we moeten zorgen dat ze dat ook in de toekomst zullen kunnen blijven.” (Belga/BO)
