Het proces dat lingerieproducent Van De Velde uit Wetteren heeft ingespannen tegen zijn voormalige huisbankier KBC, moet overgedaan worden omdat één van lekenrechters vastgesteld heeft dat hij iemand bij een van de procespartijen kent.
Dat heeft Belga vernomen van meester Philip Walravens, de advocaat van Van De Velde. De advocaat hoopt nu dat er snel een nieuwe datum wordt vastgelegd voor de behandeling van het geding.
De lingerieproducent uit Wetteren eist van KBC 3,45 miljoen terug die het bedrijf had belegd in zogenaamde “collateralised debt obligations” of CDO’s, beleggingsproducten waarvan de prestatie gelieerd is aan een korf leningen en obligaties. Toen de kredietcrisis in 2008 uitbrak, daalde de waarde van die beleggingen catastrofaal.
Twee weken geleden werd er gepleit en vrijdag zouden de debatten gesloten worden. “Maar donderdag kregen we bericht van de griffie dat een van de lekenrechters zich moet terugtrekken”, zegt meester Walravens.
“Bij lezing van het dossier zou die rechter vastgesteld hebben dat hij iemand kent bij een van de procespartijen, zodat hij meent dat er sprake is van een belangenconflict en niet meer kan oordelen. Wat de precieze relatie is tussen de rechter en die persoon is niet bekend, maar er is zeker geen sprake van enig financieel belang in welke zin dan ook.”
Meester Walravens hoopt nu dat er snel een nieuwe datum wordt vastgelegd voor het proces, maar voorlopig is dat nog niet het geval.
