Philips verplaatst mogelijk zijn productie uit het Verenigd Koninkrijk als het tot een zogeheten harde brexit komt. Dat heeft topman Frans van Houten van het Nederlandse medische technologiebedrijf verklaard. Philips heeft zo’n 1.500 werknemers in het Verenigd Koninkrijk.
Van Houten noemt zo’n harde brexit, waarbij de Europese Unie en de Britten geen goede afspraken weten te maken over de toegang tot elkaars markten een ‘serieuze bedreiging voor het concurrentievermogen van onze Britse vestigingen’.
Philips is niet het eerste bedrijf dat oproept tot duidelijkheid over de aanstaande brexit en waarschuwt voor de gevolgen van een vechtscheiding. Jaguar Land Rover, Airbus en BMW gingen het bedrijf al voor.
Sinds de Britten in een referendum voor een brexit kozen, heeft Philips bovendien al te kampen met het beweeglijke Britse pond.
Voor Philips is de harde brexit een van de mogelijkheden waar rekening mee wordt gehouden. ‘We moeten plannen maken voor het slechtste scenario’, zegt van Houten.
Het ziet er momenteel, ten minste als het van de Britse regering afhangt, echter niet naar uit dat het tot een harde brexit zal komen. Vrijdag bereikte de regering een akkoord, waarin ze onder meer een vrijhandelszone voorstelt tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie (EU). Ook de EU wil een uittredingsregeling die een harde brexit vermijdt, maar Brussel en Londen zitten nog mijlenver van een akkoord verwijderd.
Philips heeft in Engeland onder meer een fabriek waar babyverzorgingsproducten worden gemaakt. Als het Verenigd Koninkrijk geen deel meer uitmaakt van een douane-unie met de Europese Unie, dan gaan de exportkosten van die producten flink omhoog. Sinds de Britten in een referendum voor een brexit kozen, heeft Philips bovendien al te kampen met het beweeglijke Britse pond.
Zelfs als Philips geen producten meer fabriceert in het Verenigd Koninkrijk, dan nog blijft het bedrijf actief op de Britse markt. Volgens Van Houten blijft Philips ‘toegewijd aan onze huidige en potentiële klanten’ in het land.
