Peter Callant: ‘In het voetbal heerst de omerta’
KV Oostende overnemen, verzekeringsmakelaar Peter Callant zou het opnieuw doen. Toch klinkt hij vooral opgelucht dat hij zich weer op zijn bedrijf kan focussen. “De voetbalwereld is de mijne niet.”
Dit weekend start het nieuwe voetbalseizoen, maar Peter Callant blijft aan de zijlijn. Een jaar geleden stond de West-Vlaamse verzekeringsmakelaar als nieuwe voorzitter van KV Oostende en opvolger van Marc Coucke nog vol in de schijnwerpers. Nu concentreert hij zich weer voor honderd procent op zijn bedrijf.
“Ik heb een jaar lang keihard gewerkt voor KV Oostende, en dat is een beetje ten koste van Callant Verzekeringen & Financieel Advies gegaan”, vertelt hij. “We hebben vorig jaar onze doelstellingen voor interne groei voor het eerst sinds lang niet gehaald. Als eigenaar en CEO moet je tussen je medewerkers staan, hen bezielen en een bedrijfscultuur installeren. Dan krijg je veel meer gedaan.”
Nu hij de voetbalclub overgelaten heeft aan die andere West-Vlaamse ondernemer, Frank Dierckens van Diaz Sunprotection, wil Callant de groei weer aanzwengelen. Hij haalde een team binnen waardoor Callant Kempen, zijn afdeling in Geel, met 30 procent groeit. En hij staat op het punt een kantoor in Oost-Vlaanderen over te nemen, waardoor de omzet dit jaar met 20 procent zal toenemen.
Voor Trends wil Callant nog even terugblikken op zijn ervaringen als bedrijfsleider in het voetbalwereldje: “Het is niet mijn wereld. Ik hecht veel belang aan waarden zoals integriteit en transparantie. In het voetbal heerst een totaal andere cultuur, die van de omerta. Ik heb veel gezien en geleerd, maar na een jaar wist ik zeker nog niet alles.”
Mogen we het voorbije seizoen van KV Oostende als volgt samenvatten: financieel is de tering naar de nering gezet, sportief was het niet goed?
PETER CALLANT. “De overname was geen cadeau. Ik bouw graag zaken op, maar in Oostende moest eerst worden gesaneerd. Ik ben er bijna een jaar mee bezig geweest. Ik heb slapeloze nachten gehad, omdat er naast de continue financiële druk ook de druk was om sportief te presteren. Dat lukte niet omdat te veel transfers tegenvielen. Vooral dat heeft ons parten gespeeld.”
Is sportief succes met een voetbalclub veel minder voorspelbaar dan zakelijk succes in het bedrijfsleven?
CALLANT. “Het verschil tussen voetbal en toeval is slechts één letter. Voetbal is een aaneenschakeling van toevalligheden. KV Oostende stond op vijf minuten van de finale van de Beker van België, maar slikte dan nog twee doelpunten. De positieve boost die een finale ons had kunnen geven, kwam er niet. En zo raak je gaandeweg in een negatieve spiraal.
“Maar het fundamentele verschil tussen voetbal en het bedrijfsleven is dat in het voetbalwereldje, op de trouwe supporters na, iedereen een passant is: spelers, trainers, sponsors, voorzitters. In een waardegedreven bedrijf is de betrokkenheid en de bezieling van de medewerkers veel groter. Je kunt mensen gemakkelijker samen naar een doel laten werken.”
Heb je je verkeken op de erfenis die Marc Coucke achterliet bij zijn vertrek uit Oostende naar Anderlecht?
CALLANT. “Ik heb in de verzekeringsbranche al een vijftiental overnames gedaan, en bij elke overname zijn er verrassingen. Het probleem in Oostende was dat er heel wat spelers rondliepen die er geen belang bij hadden KVO te verlaten, want dan zouden ze minder verdienen. Het gevolg was dat we geld moesten toeleggen of slechte deals sluiten om van bepaalde spelerscontracten af te raken.”
Is een club als KV Oostende met een budget van 16 miljoen euro wel leefbaar?
CALLANT. “Ja, dat is een toptienbudget. Operationeel moet je daarmee gemakkelijk break-even kunnen draaien. En als dan af en toe een mooie transfer lukt, kun je een spaarpotje aanleggen. Maar bij Oostende was de opkuis zo groot dat we niet konden terugvallen op een stabiele spelerskern. We hebben twintig uitgaande en twaalf inkomende transfers gedaan. Daardoor bleef er weinig over om sportief op te bouwen. Dit jaar staat de club een stuk verder. De loonmassa is fors ingekrompen en er is meer ruimte om te investeren in ervaren of talentvolle jonge spelers.”
Heel wat kleinere Belgische profclubs trekken het niet en worden gedwongen zich te verkopen aan buitenlandse investeerders. Daar heeft de licentiecommissie volgens jou mee schuld aan.
CALLANT. “De licentiecommissie bekijkt de cijfers op jaarbasis. Als je een slecht jaar maakt, moet iemand het gat dicht rijden of je bent een vogel voor de kat. AA Gent heeft er jaren over gedaan om zijn financiën te saneren, dat zou vandaag met de werkzaamheden van de licentiecommissie niet meer mogelijk zijn. Een tekort van enkele miljoenen euro’s, dat is einde verhaal. Dus wat gebeurt er? Al die kleinere clubs komen in handen van buitenlandse investeerders, waardoor ze hun authenticiteit verliezen. En het Belgisch voetbal boet in aan kwaliteit, want de buitenlandse investeerders zijn niet geïnteresseerd in de opleiding van lokale jongeren. Het is er hen enkel om te doen buitenlandse spelers hier te stallen en ze door te verkopen. Zulke clubs worden louter boekhoudkundig geleid. De buitenlandse aandeelhouder heeft geen voeling met de ziel van de club of de passie van de supporters.”
De voetbalwereld is sterk afhankelijk geworden van spelersmakelaars. Hoe kijk jij als verzekeringsmakelaar tegen die evolutie aan?
CALLANT. “Er is een wereld van verschil tussen verzekerings- en voetbalmakelaars. Verzekeringsmakelaars werken met vaste commissies, iedereen is gelijk. Dat is wel even anders in het voetbal. KV Oostende kreeg facturen van een makelaar die werkte voor een speler die al weg was bij KVO en ook al bij zijn volgende club. Maar de makelaar moest worden vergoed gedurende de volledige looptijd van het oorspronkelijk gesloten contract. Dat is blijkbaar normaal. Er gebeuren zaken in de voetbalwereld waar ik niet bij kan.”
Is er niemand die je wegwijs maakt in de sector?
CALLANT. “Als voorzitter sta je altijd alleen. Je wordt bijgestaan door een directie, maar de uiteindelijke verantwoordelijkheid ligt enkel en alleen bij de voorzitter. Ik heb geleerd door voortschrijdend inzicht, door rond te kijken en mijn oren open te zetten. Elke dag zie je iets, en het duurt een jaar voor je zaken door begint te krijgen. En ik denk dat ik nog niet alles weet. Want in het voetbal heerst een zwijgcultuur. Je moet proefondervindelijk de zaken ervaren die niet luidop worden verteld. Terwijl ik in mijn bedrijf transparantie eis. Bij Callant Verzekeringen hebben we een feedbackcultuur, wat betekent dat mensen samenzitten en de zaken benoemen. Let’s sit down and talk. Zo wordt een organisatie beter.”
Zijn de makelaars de partijen die het meest verdienen in de voetbalsector?
CALLANT. “De makelaars zijn de nieuwe miljonairs. Sommigen verdienen meer dan hun speler. De meesten hebben maar één doel: zo snel mogelijk zo veel mogelijk euro’s verzamelen en ten koste van alles rijk worden. Integriteit nul komma nul. Spelers zijn vaak alleen met zichzelf bezig en weten niet wat er in een apart contract tussen de club en de makelaar wordt afgesproken. Het drama is dat alle clubs daaronder lijden.”
Zou je, met wat je nu weet, KV Oostende ooit hebben overgenomen?
CALLANT. “Ja, al heb ik mooie en minder mooie dagen beleefd. Aan de pluskant: ik heb een nieuwe sector leren kennen, de naambekendheid van mijn bedrijf is fors toegenomen, we hebben veel pr-acties met klanten gedaan. Ik heb aan de aan- en de verkoop van KV Oostende ook geen centen verloren, integendeel, het heeft mij financieel nog wat opgeleverd.
“Aan de andere kant heb ik vastgesteld dat de voetbalwereld niet de mijne is. Waarden als authenticiteit, integriteit en eerlijkheid, die voor mij heel belangrijk zijn, zijn er ver te zoeken. Bovendien heb ik een jaar gewerkt, en niet geleefd. Daar hebben mijn gezin en mijn bedrijf onder geleden.”
In welke mate heeft je bedrijf onder je voorzitterschap geleden?
CALLANT. “Vooral commercieel was er minder groei. De markt groeit met 1 procent, onze doelstelling voor interne groei bedraagt elk jaar minimaal 3 procent. Dit jaar liggen we daarvoor weer op schema. Vorig jaar was ik minder aanwezig en hebben we die doelstelling niet gehaald. De impact van een CEO-eigenaar is niet te onderschatten. Dat is anders werken voor de medewerkers, dat geeft een aparte bezieling. Mensen zetten gemakkelijker hun beste beentje voor. Ik probeerde mij vervangbaar te maken bij Callant Verzekeringen, maar ik ben daar niet in geslaagd.”
Ben je blij dat je uit het voetbalwereldje bent?
CALLANT. “Ik investeer liever in de verdere uitbouw van Callant Verzekeringen dan in een voetbalclub. Maar ik ben op een mooie manier in en uit het voetbal gestapt. Dat is bijna een unicum. Ik voel respect voor het werk dat ik als crisismanager bij Oostende heb geleverd. Ik verwacht dat die positieve naambekendheid op lange termijn vruchten zal afwerpen. Het wordt steeds moeilijker goede mensen aan te trekken. Verzekeringen zijn een knelpuntberoep geworden. Maar dankzij onze goede reputatie slaagt Callant er gemakkelijker dan andere makelaars in mensen te rekruteren.”
Je bent nu weer voor de volle honderd procent met je bedrijf bezig. Wat zijn de ambities voor de komende jaren?
CALLANT. “Callant is een groeibedrijf. Eerst en vooral willen we onze doelstelling van 3 procent interne groei per jaar halen. Daarnaast kijken we naar externe groei. In Geel hebben we een team van mensen aangetrokken, waardoor ons kantoor dit jaar met 30 procent zal groeien. We werken ook aan twee overnames. We staan heel dicht bij de overname van een kantoor in Oost-Vlaanderen, waardoor de omzet dit jaar met 20 procent zal stijgen. In vijf jaar willen we de omzet verdubbelen.”
Waarom is die grotere schaal zo nodig?
CALLANT. “Schaalgrootte maakt investeringen in IT, compliance en hr makkelijker. Bovendien gaat de consolidatie van de sector door. Vroeger was een verzekeringsmakelaar een verkoper, nu moet je een ondernemer zijn. Dat ondernemerschap is er te weinig in de sector. Ik merk dat de middelgrote makelaarskantoren met tien tot vijftig medewerkers verdwijnen. Ik denk dat twee soorten makelaars zullen overblijven: de grote spelers en de hele kleintjes, die meer agent dan makelaar worden. Dat verplicht ons een stap hogerop te zetten. Callant telt 120 medewerkers, wellicht moeten wij naar 200. ”
Je bent 53 jaar. Je zou ook je bedrijf kunnen verkopen en rentenieren.
CALLANT. “Het is mijn stoutste droom het bedrijf over te laten aan mijn kinderen. Ik heb drie kinderen tussen 9 en 17 jaar. Het is te vroeg om al concreet aan de opvolging te denken, maar we praten wel over het bedrijf aan de ontbijttafel. Ik wil nog minstens vijftien jaar doorgaan. Maar het zou mij heel gelukkig maken mocht ik later het bedrijf aan hen kunnen overdragen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier