Over de alternatieven voor plastic verpakkingen: ‘Er bestaat niet zoiets als ecologisch materiaal’
Slechts 9 procent van het plastic wordt gerecycleerd. Zo’n 12,7 miljoen ton belandt jaarlijks in zee. Plastic verpakkingen boeten in aan populariteit, maar is dat ook terecht?
In hun zoektocht naar minder vervuilende verpakkingen vervangen veel bedrijven plastic door natuurlijke materialen. Zo ontwikkelt de Paper Bottle Company (Paboco) een papieren verpakking voor vloeibare producten. Carlsberg, Coca-Cola, Absolut en L’Oréal investeren in het project. Begin juni lanceerde ook Unilever een papieren fles voor wasmiddelen, die begin 2022 voor het eerst zal worden gebruikt in Brazilië. Ook bioplastics zijn een populair alternatief. Ze worden gemaakt van natuurlijke grondstoffen en bestaan zowel in composteerbare als niet-composteerbare vorm. In 2007 lanceerde Coca-Cola bijvoorbeeld zijn PlantBottle Packaging, die deels is gemaakt uit plantaardig materiaal als suikerriet. In 2017 kondigden ook Nestlé en Danone een waterfles in bioplastic aan.
Alternatieve materialen veranderen evenwel niets aan het feit dat ruim de helft van de verpakkingen na zo’n 12 minuten in de vuilnisbak belandt. Volgens Karine Van Doorsselaer, docente materialenleer en ecodesign aan de Universiteit Antwerpen, zijn alternatieve materialen dan ook geen oplossing voor het afvalprobleem. “Er bestaat niet zoiets als ecologisch materiaal. Er bestaan enkel ecologische manieren om materiaal te gebruiken.” Bedrijven vragen zich dan ook beter af of hun verpakkingen passen in de circulaire economie en dus recycleerbaar, herbruikbaar of volledig vermijdbaar zijn.
De Europese Green Deal eist dat alle verpakkingen tegen 2030 volledig herbruikbaar of recycleerbaar zijn. Om verpakkingen beter recycleerbaar te maken, raden experts monomaterialen aan, zoals monoplastic, -glas, -aluminium en -staal. “Alleen hebben verpakkingen uit monomateriaal niet altijd de functionaliteiten van verpakkingen met meerdere materiaallagen”, zegt Bart Calis, onderzoeker en docent aan de Artevelde Hogeschool. Verpakkingsbedrijven werken daarom aan technologische innovaties die recyclagepotentieel combineren met de functionaliteiten van meerlagige verpakkingen. Het Australische verpakkingsbedrijf Amcor ontwikkelde bijvoorbeeld in samenwerking met Nestlé een volledig recycleerbaar alternatief voor gesteriliseerde, flexibele verpakkingen voor kattenvoeding.
Duurzaam ontwerp
De recyclage van materialen is evenwel de laatste stap in de levenscyclus van materialen en de minst impactvolle kring in de circulaire economie. Een duurzame verpakkingsstrategie houdt rekening met de volledige levenscyclus van de verpakking, inclusief de grondstoffenwinning, de productie, de distributie en het gebruik. Daarom tellen bij het ontwerp van een verpakking factoren als milieuvervuiling, uitstoot, energie- en waterverbruik mee.
Om die factoren te becijferen wordt vaak gebruikgemaakt van life cycle assessments (LCA’s). Die verzamelen data over verschillende schakels in de keten, om de impact van alternatieven te vergelijken, al zijn de gebruikte factoren volgens Van Doorsselaer veelal subjectief.
Het afvalprobleem raakt echter niet opgelost door de impact van verpakkingen nauwgezet te berekenen. Een betere vraag bij de ontwikkeling van een duurzame verpakking is of die verpakking past in de circulaire economie.
Soms kan de aanpassing van een product er zelf voor zorgen dat de verpakking anders kan. Zo verkopen Belgische merken zoals ecopods, Brauzz en Yokuu geconcentreerde schoonmaakmiddelen in capsule-, poeder- of parelvorm, en in herbruikbare verstuivers. Gemengd met water uit de kraan kunnen klanten hun schoonmaakmiddel zelf brouwen in telkens dezelfde fles. Ook shampoobars zijn een voorbeeld van een verpakkingsvrij product dat de verpakte variant moeiteloos kan vervangen. Dat soort alternatieven verlaagt bovendien de uitstoot van het transport en overconsumptie.
Zulke voorbeelden zijn inspirerend en uitdagend. Voor zo’n omschakeling zouden sommige bedrijven, zoals Coca-Cola, hun productie- en verpakkingslijnen volledig moeten herbekijken. Bovendien kiezen klanten zelf hoe ze producten in concentraatvorm doseren, wat een impact kan hebben op de verkoop. “Voor sommige merken leiden discussies over de verpakking dan ook tot discussies over het businessmodel”, aldus Bart Calis.
In de circulaire transitie is dan ook een rol weggelegd voor bedrijven die verpakkingssystemen herbruikbaar maken. Een voorbeeld is het Finse RePack, dat herbruikbare tassen aanbiedt als circulaire verpakking voor webshops. Inclusief het transport bespaart RePack daarmee naar eigen zeggen 80 procent CO2-uitstoot tegenover eenmalige verpakkingen. In België vervangt Billie Cup wegwerpbekers in koffiezaken door herbruikbare meeneembekers die klanten in elke deelnemende zaak kunnen inwisselen.
Ketensamenwerking
Het lijkt weinig waarschijnlijk dat consumenten verschillende herbruikbare verpakkingen na gebruik één op één zullen terugbezorgen aan de producenten. Het onderzoeksproject Hack the Pack van de Artevelde Hogeschool bevestigt dat het gebruiksgemak van verpakkingen voor de consument primeert, en dat de prijs en de kwaliteit van het product doorslaggevend blijven voor een aankoop.
Experts pleiten daarom voor gestandaardiseerde herbruikbare verpakkingen die kunnen dienen voor diverse producten. Denk aan een uniform bierflesje waarbij de merkaanduiding gebeurt via etikettering. Grote volumes van uniforme verpakkingen zijn een sleutel tot succes voor herbruikbare verpakkingen.
Om zulke oplossingen in te voeren is ketensamenwerking nodig in en tussen sectoren. Koepelorganisaties en sectorfederaties kunnen daarin een centrale rol spelen door kennis te verzamelen en te verspreiden, en overkoepelende oplossingen uit te werken. Zo lanceerden Comeos, Fevia en Detic in samenwerking met VIL en Ovam de Green Deal Anders Verpakt, waarbij bedrijven op zoek gaan naar andere distributie- en consumptiemodellen voor verpakking. Valipac en FostPlus lanceerden dit voorjaar Pack It Better, een platform dat kennis verzamelt en bedrijven helpt om bewuste verpakkingskeuzes te maken.
Circulaire verpakkingssystemen gaan ook hand in hand met korteketensamenwerking. Voorverpakte voedingswaren kunnen bijvoorbeeld opnieuw plaatsmaken voor verse producten, die dankzij een korteketensamenwerking niet artificieel lang vers moeten worden gehouden. Digitale oplossingen kunnen onze sorteer- en recyclageprocessen bevorderen. Zo kunnen digitale merktekens worden gebruikt om de verschillende materialen te herkennen en van elkaar te scheiden. “De consument hoeft niet wakker te liggen van de verschillende gebruikte materialen,” besluit Van Doorsselaer. “Uiteindelijk ligt de verantwoordelijkheid bij de producent.”
12 minuten duurt het gemiddeld voor een verpakking de vuilnisbak ingaat.
Change the Game
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier