Ondernemers met een handicap vragen aangepaste steun
De meeste Vlaamse ondernemers met een beperking missen de nodige financiële steun. “De maatschappij wil te veel voor ons ‘zorgen’, terwijl wij gewoon willen ondernemen.”
“We kunnen toch beter werken dan van een uitkering leven”, vraagt Luc Demarez retorisch. Hij is rolstoelgebruiker en directeur van Handicap Zelfstandig Ondernemend (HAZO), dat belangen van ondernemers met een arbeidshandicap verdedigt. Als ondernemer botsen zij op een financiële muur.
Een ondernemer met een beperking geniet een Vlaamse ondersteuningspremie (VOP). Die bedraagt de eerste vijftien maanden ongeveer 600 euro per kwartaal en daarna 400 euro. Een werkgever die een gehandicapte in dienst neemt, is veel beter af. Hij recupereert via de VOP elk kwartaal 40 procent van de totale loonkosten. Dat kan na een jaar zelfs tot 60 procent oplopen bij een zware handicap, als de werkgever die verhoging aanvraagt en een goedkeuring krijgt.
De VOP ontstond als stimulans voor werkgevers om gehandicapten aan te werven. “De VOP voor zelfstandigen is daaruit afgeleid, maar is niet aangepast aan de situatie van ondernemers met een beperking”, zegt Demarez. “De premie kan bijvoorbeeld alleen verkregen worden in hoofdberoep en niet in bijberoep, terwijl onze leden juist vaak fysiek niet in staat zijn om voltijds te werken. Een hogere premie zou dan een compensatie kunnen zijn.”
“Sommige ondernemers hebben ook nood aan assistentiepersoneel en daartoe is de VOP sowieso veel te beperkt. HAZO pleit voor een arbeidsassistentiebudget”, verklaart Demarez.
Recht op werk
Naast de VOP op Vlaams niveau bestaat er voor gehandicapten de federale inkomensvervangende tegemoetkoming. Die kan worden toegekend aan al wie die door zijn beperking niet kan werken of niet over een inkomen kan beschikken, of aan al wie maximaal een derde kan verdienen ‘van wat een valide persoon op de algemene arbeidsmarkt kan verdienen’. Dit moet door een bevoegde arts worden vastgesteld.
“Van dit stelsel kunnen de meeste zelfstandige ondernemers geen gebruik maken, want zij kunnen meestal meer verdienen. Tegelijk ligt de VOP dan weer te laag om een eigen zaak overeind te houden.” Demarez spreekt van een ontmoedigingseffect en een werkloosheidsval. “Personen met een handicap die geen job in loondienst kunnen vinden, worden aangemoedigd om van een uitkering te leven. Ze nemen het risico niet en passen voor een avontuur dat veel inspanning vergt.”
Zelfstandige ondernemers met een handicap hebben nood aan redelijke aanpassingen, een dekking voor het rendementsverlies of, bij een zware beperking, aan een persoonlijke assistent. Rijst de rekening dan de pan niet uit? “Je moet denken aan de terugverdieneffecten via belastingen”, zegt Demarez.
“En er zijn ook de maatschappelijke kosten van iemand die thuis zit zonder werk. Hoe is het met zijn psychisch welbevinden gesteld? Personen met een handicap worden nog vaak geweerd uit bedrijven, dus moet je hen de kans geven zelf een zaak op te starten. Het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap formuleert het recht op werk en op zelfstandig ondernemen. Wij willen en mogen werken en het werk moet worden mogelijk gemaakt.” (JDC)
Lees het volledige artikel en getuigenissen van ondernemers met een handicap in Trends van deze week.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier