Autofabrikanten Nissan en Honda zetten hun rivaliteit opzij
De Japanse autofabrikanten staan onder druk van de golf van goedkope elektrische voertuigen uit China.
In de zomer van 2020, toen Financial Times meldde dat Japanse overheidsfunctionarissen hadden geprobeerd Honda en Nissan samen te voegen, omschreven sceptici het idee als “olie en water” mengen. Bijna vier jaar later zijn de tweede en derde grootste autofabrikanten van Japan (na Toyota) van plan hun krachten te bundelen om elektrische auto’s te ontwikkelen, in een poging de golf van goedkope modellen uit China te overleven.
Sinds hun oprichting hebben Nissan en Honda zeer verschillende wegen bewandeld. Nissan is uitgegroeid tot een gigantisch conglomeraat door middel van agressieve overnames, gefinancierd door de bedrijven naar de beurs te brengen. Honda is beroemd om zijn go-it-alone-strategie. Dat hoeft niet te betekenen dat de samenwerking gedoemd is te mislukken. Zowel Nissan als Honda heeft het tempo van de marktveranderingen in China verkeerd ingeschat. Beide missen de schaal en de middelen om concurrerende wereldspelers te blijven.
Partners nodig
Na een kwarteeuw hebben Nissan en zijn Franse partner Renault hun betrekkingen sterk teruggeschroefd, omdat beide bedrijven erkenden dat het partnerschap niet genoeg zou zijn om de ontwrichting van de industrie te overleven. Nissans CEO, Makoto Uchida, stelt dat het concern nieuwe partners nodig heeft, hoewel het bedrijf benadrukt dat de alliantie met Renault en Mitsubishi Motors niet wordt verbroken.
Ondertussen heeft Honda ingezien dat alleen verdergaan niet langer een levensvatbare strategie is. Het een verrassende samenwerking aangegaan met Sony, om in 2022 elektrische voertuigen te produceren. Honda heeft ook een alliantie met General Motors voor brandstofcelauto’s en zelfrijdende technologie, maar de twee autofabrikanten hebben vorig jaar plannen om samen betaalbare elektrische wagens te ontwikkelen geschrapt door meningsverschillen over de kosten.
Zowel Nissan als Honda heeft het tempo van de marktveranderingen in China verkeerd ingeschat.
Dat was een klap voor Honda’s CEO Toshihiro Mibe, die bij zijn aantreden drie jaar geleden verklaarde dat er in 2040 geen benzine- en dieselauto’s meer zouden rijden. Toch is Honda een van de traagste autofabrikanten om elektrische voertuigen op de markt te brengen.
Beide Japanse autofabrikanten, die elk ongeveer 4 miljoen voertuigen per jaar verkopen, hebben zich laten verrassen door de opkomst van China’s fabrikanten van elektrische wagens, terwijl Nissan een hausse in de verkoop van hybride voertuigen in de Verenigde Staten heeft gemist.
In een recent interview met FT zei Uchida dat Nissan partners als Honda nodig heeft, om schaalgrootte te verwerven en kosten te delen. “We moeten drastisch sneller gaan. Ik weet niet wat er over een half jaar of een jaar met de industrie kan gebeuren.”
Nissan en Honda zijn in januari gesprekken begonnen en hun samenwerking omvat software, auto-onderdelen en intelligente technologie. Maar tot nu toe is er alleen een niet-bindend memorandum ondertekend, en beide CEO’s lieten weten voorzichtig te zijn over hoever de samenwerking zich zou uitbreiden.
Aan het einde van hun gezamenlijke persconferentie vorige maand was er een ongemakkelijk moment, toen Uchida en Mibe een verzoek van fotografen om elkaar de hand te schudden afwezen. In veel opzichten is de fysieke afstand tussen de twee CEO’s symbolisch voor de uitdagingen in het overbruggen van hun verschillen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier