Nederlandse supermarktketen zet vakbonden op straat
De Nederlande supermarktketen Jumbo gaat op eigen houtje afspraken over arbeidsvoorwaarden regelen. Dat betekent concreet dat er geen cao meer wordt afgesloten met de vakbonden. Dat maakte de keten maandag bekend.
Jumbo is naar eigen zeggen teleurgesteld in de opstelling van de bonden in het cao-conflict voor medewerkers van distributiecentra. De vakbonden willen voor de circa 3000 medewerkers onder meer 2,5 procent loonsverhoging en toezeggingen over vaste banen. Om hun eisen kracht bij te zetten, wordt in de distributiecentra al enige tijd gestaakt.
Volgens Jumbo distantieert het overgrote deel van de medewerkers zich van de handelwijze van de vakbonden. “Nog voordat de onderhandelingen goed en wel waren gestart, zijn FNV en CNV van tafel weggelopen om vervolgens niet meer terug te keren. Vanaf eind maart proberen wij de vakbonden weer aan tafel te krijgen, maar onze uitnodigingen werden stelselmatig afgewezen zonder duidelijke reden. Dat wij de vakbonden willen houden aan een gezamenlijke afspraak die zij vorig jaar zelf hebben ondertekend, vormt natuurlijk geen enkele legitimatie dat de vakbonden van de onderhandelingstafel wegblijven”, aldus CEO Frits van Eerd in een persbericht.
Kleinere loonsverhoging
Een arbeidsvoorwaardenregeling (AVR) wordt volgens Jumbo opgesteld in nauwe samenspraak met de centrale ondernemingsraad en medewerkers. In de nieuwe regeling houdt Jumbo vast aan de eerder aangekondigde loonsverhoging van 1,5 procent per 1 april. Ruimte voor eventuele verdere loonsverhoging, met terugwerkende kracht vanaf 1 april, hangt volgens Jumbo af van de afspraken die elders in de sector worden gemaakt.
“Onze huidige arbeidsvoorwaarden staan bekend als één van de beste in de sector. Ook met deze nieuwe AVR sta ik persoonlijk garant voor een buitengewoon goed pakket arbeidsvoorwaarden”, reageert van Eerd. “Wel is het van belang dat de verschillen in de sector niet verder oplopen en waar mogelijk verkleind worden om onze concurrentiepositie te kunnen behouden. Dit is essentieel voor de continuïteit van ons bedrijf en daarmee ook voor de werkgelegenheid.”