Nederlandse economie stagneert
De economie van Nederland is in de eerste drie maanden van dit jaar niet gegroeid, maar ook niet gekrompen ten opzichte van het vierde kwartaal van 2021. In de voorgaande drie kwartalen was er nog wel sprake van duidelijke groei.
Door het einde van de coronalockdown eind januari ging er in het eerste kwartaal meer geld naar de horeca, de cultuur- en recreatiesector en sportscholen, maar tegelijk gaf de overheid veel minder uit dan aan het einde van 2021, meldt het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dinsdag.
De Nederlandse overheid gaf 4 procent minder uit aan salarissen, goederen of diensten dan in het vierde kwartaal van 2021. Een precieze reden geeft het CBS niet. Een krimp in onder andere de zorgsector drukte volgens het statistiekbureau sterk op het bruto binnenlands product (bbp).
Naast de overheid gaven ook de Nederlandse gezinnen niet meer uit dan voordien, ondanks het feit dat de maatschappij weer van het slot ging. Ten opzichte van het vierde kwartaal van vorig jaar gaven ze zelfs 0,1 procent minder uit. Daarnaast voerde Nederland minder in en uit, mogelijk als gevolg van de oorlog in Oekraïne. Zo kwamen er in de Europese Unie nieuwe exportverboden tegen Rusland als vergelding voor de inval in het buurland.
De export bleef wel groter dan de import. Dat positieve handelssaldo droeg bij aan de economie. Daarnaast investeerden bedrijven meer, wat gunstig uitpakte voor het bbp. Ook groeiden bouwbedrijven en zakelijke dienstverleners – waar bijvoorbeeld uitzendbureaus onder vallen – hard.
Vergeleken met dezelfde periode vorig jaar groeide de Nederlandse economie met 7 procent. In het hele eerste kwartaal van 2021 gold nog een harde lockdown, met strenge beperkingen voor winkeliers, restaurants, cafés en sportscholen. Vergeleken met die periode gaven consumenten in het voorbije kwartaal veel meer uit aan onder andere etentjes, theaterbezoeken en kleding.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier