Multinationals voelen weinig voor COP26-belofte rond ontbossing
Grote bedrijven die via hun productieketen ontbossing in de hand werken, doen weinig om de beloftes na te komen rond tropische ontbossing. Dat blijkt uit een analyse van 350 bedrijven en 150 financiële instellingen.
Een van de opstekers van de recente VN-klimaatconferentie in Glasgow (COP26) was de concrete belofte van wereldleiders om de ontbossing tegen 2030 een halt toe te roepen.
Maar uit een rapport van de Britse non-profit Global Canopy blijkt dat een meerderheid van de multinationals die zaken produceren of opkopen waar veel bos voor moet verdwijnen, zoals palmolie of rundvlees, nauwelijks maatregelen neemt om de ontbossing te stoppen.
Klimaat en soortensterfte
Bossen beschermen is cruciaal om zowel de teloorgang van de biodiversiteit als de opwarming van de aarde tegen te gaan. Vooral tropische wouden zijn in dat opzicht kostbaar, gezien de grote biodiversiteit en capaciteit om koolstof uit de lucht te halen. Tropische ontbossing wordt grotendeels aangezwengeld door de uitbreiding van landbouwareaal voor grondstoffen zoals palmolie, soja, vee en papier en hout.
“Vorig jaar zagen we ongekende politieke actie, aangezien meer dan 140 regeringen de dringende noodzaak erkenden om bossen te beschermen”, zegt Niki Mardas, directeur van Global Canopy. “Maar de meeste bedrijven en financiële instellingen met het grootste vermogen om ontbossing een halt toe te roepen, doen weinig of niets.”
Lippendienst
Het rapport lijst de 350 bedrijven en 150 financiële instellingen op met de grootste impact op de wereldwijde ontbossing. Minder dan een derde van de onderzochte bedrijven heeft een engagement uitgesproken om ontbossing tegen te gaan in hun volledige toeleveringsketen.
Van de bedrijven die wel een engagement hebben uitgesproken om ontbossing tegen te gaan, blijkt dat een op de drie hun leveranciers of hun eigen activiteiten niet controleren om na te gaan of de toeleveringsketen daadwerkelijk vrij van ontbossing is.
Bijna twee derde van de 150 banken en investeringsgroepen die deze bedrijven financieren, heeft geen beleid rond ontbossing. Daaronder de drie grootste vermogensbeheerders ter wereld: BlackRock, Vanguard en State Street.
Banken zoals Barclays, HSBC en JP Morgan hebben wel een eigen beleid, maar ze financieren tegelijk bedrijven die volop bos doen verdwijnen. Tezamen verstrekken de financiële onderzochte instellingen 4,4 biljoen euro aan bedrijven wiens toeleveringsketens ontbossing in de hand werken.
Van alle tropische bosproducten waarvoor traditioneel veel natuur vernietigd wordt, boekt de palmoliesector wel het meeste vooruitgang. Rundvlees daarentegen is de slechtste leerling van de klas.
Geen enkele van de onderzochte bedrijven had een integrale aanpak van mensenrechtenschendingen ingebouwd in hun toeleveringsketen. Met het verdwijnen van bosareaal worden nochtans ook bestaansmiddelen, woonplaatsen en watervoorzieningen van mensen verwoest.
Onvoorbereid
Binnenkort komt er nieuwe Europese regelgeving aan om producten die voortkomen uit ontbossing van de EU-markt te weren. Aangezien Europa wereldwijd de tweede grootste importeur van zulke producten kan dat mogelijk een grote impact hebben op de sector. Het rapport waarschuwt dat de meeste onderzochte bedrijven onvoorbereid zijn op dat scenario.
“Nu de regeringen van grote consumentenlanden de COP26-toezeggingen beginnen te vertalen in wetgeving, zijn bedrijven die ontbossing niet serieus hebben genomen, hopeloos onvoorbereid en lopen ze reële risico’s”, aldus Mardas.
De onderzoekers wijzen erop dat de grote bedrijven ontbossing ernstig moeten nemen om hun toekomstige zakelijke activiteiten veilig te stellen, en om het klimaat, de natuur en de gemeenschappen die ervan afhankelijk zijn te beschermen.
Lees ook: Tussen woord en daad: Wat betekent COP26 voor de toenemende ontbossing in Latijns-Amerika?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier