‘Motivering AB InBev-Belgen in Ageas-zaak overtuigt niet’

© BELGA

Patrinvest, een vennootschap rond de Belgische familiale AB InBev-aandeelhouders Van Damme en Van der Straten-Ponthoz, haalt bakzeil in een rechtszaak in eerste aanleg tegen Ageas.

De zaak draait rond de aankoop door de AB InBev-Belgen van Fortis-aandelen, en de misleidende informatie die de bank-verzekeraar toen zou hebben gegeven. “De motivering van Patrinvest overtuigt niet”, vindt Ageas-advocate Françoise Lefèvre.

Heeft Fortis de belegger in 2007 en 2008 correct geïnformeerd? De AB InBev-Belgen vinden van niet. Zij trokken half december 2012 naar de Brusselse rechtbank van koophandel tegen Ageas. De verzekeringsgroep bevat de verzekeringsactiviteiten en is de rechtsopvolger van het voormalige Fortis.

De AB InBev-Belgen kochten in 2007 en 2008 voor minstens 205 miljoen euro Fortis-aandelen, via de vennootschap Patripart. De volle dochter van Patrinvest werd in november 2014 ontbonden. Patripart had toen al lang geen activiteit meer, want de Fortis-aandelen waren in mei 2009 met een reusachtige waardevermindering verkocht. In zijn boekjaar 2008-2009 boekte Patripart uitzonderlijke kosten voor 199,2 miljoen euro, te wijten aan waardeverminderingen op financiële vaste activa. Lees: de verkoop tegen een fiks lagere prijs van de Fortis-aandelen.

Via de rechtszaak wilden de bierbaronnen een deel van hun geld recupereren. De rechtbank stuurde hen maandag met lege handen naar huis. Trends sprak met Françoise Lefèvre. De advocate van Linklaters is de huisadvocaat van Ageas voor de ex-Fortis-dossiers.

Françoise Lefèvre: “Patripart kocht Fortis-aandelen op diverse ogenblikken. In september 2007, tijdens de kapitaalverhoging van Fortis, voor de overname van een deel van de Nederlandse bank ABN AMRO. Een tweede deel eind oktober 2007. Vervolgens is Patripart blijven kopen, in 2008. Wanneer juist weet ik niet, want dat werd ons niet meegedeeld. Maar het is blijven kopen, zeker tot september 2008. Uit een document van juni 2008 blijkt dat Patripart tot dan voor 205 miljoen euro Fortis-aandelen had gekocht. In mei 2009 heeft Patripart dan die aandelen verkocht. Maar de rechtszaak gaat enkel over de aandelen die in 2007 werden gekocht.”

Patripart eist dus niet zijn volledige minderwaarde terug?

Françoise Lefèvre: “Nee. De teruggeëiste minderwaarde wordt begroot op 145 miljoen euro. Patripart vraagt enkel de gerealiseerde minderwaarde voor de aandelen die het kocht in 2007. De aankoopprijs bedroeg 165 miljoen euro, en de aandelen werden verkocht voor 20 miljoen euro.

Waarom kocht Patripart de aandelen?

Françoise Lefèvre: “Daarrond draait heel de rechtszaak. Patripart pleit dat het de aankoop deed, omdat het werd aangespoord door valse informatie in het prospectus voor de kapitaalverhoging van Fortis. Het prospectus zou te weinig hebben gewaarschuwd voor de risico’s van de zogenoemde subprimes, de risicovolle hypotheekleningen of herverpakte rommelkredieten in de Verenigde Staten waaraan Fortis was blootgesteld. Volgens ons is dat een onjuiste voorstelling. Het prospectus was volledig en correct. Bovendien is Patripart aandelen blijven kopen, tot in september 2008. Toen had Fortis al enorme bijzondere waardeverminderingen geboekt op die subprimes. Fortis communiceerde heel duidelijk in de loop van 2008 over de ontwikkeling van de portefeuille herverpakte rommelkredieten. Ook over de aangelegde voorzieningen, van circa 3 miljard euro. Maar Patripart is Fortis-aandelen blijven kopen, tot net vóór de overname in oktober 2008 door de Franse bank BNP Paribas.

De Amerikaanse vastgoedcrisis woedde toch al volop in september 2007, toen Fortis zijn kapitaalverhoging deed?

Françoise Lefèvre: “Fortis was daar op dat moment niet door getroffen. Het had tot de kapitaalverhoging nooit één euro verloren aan die subprimes. Fortis bezat toen geen risicovolle hypotheekleningen, en vond bijzondere waardeverminderingen onnodig op het moment van de kapitaalverhoging. Maar nadien gingen de risicovolle hypotheekleningen ook de meer kredietwaardige hypotheekleningen besmetten. Vanaf dan moest Fortis wel voorzieningen aanleggen. In zijn prospectus in september 2007 heeft Fortis dus wel degelijk gemeld dat het blootgesteld was aan hypotheekleningen. Maar de risico’s zouden de nettowinst niet aantasten. Er werd toen van uitgegaan dat het om een kleine storm ging, die wel zou overwaaien. Niemand zag toen de enorme orkaan aankomen die leidde tot de bankencrisis.”

Patripart is het niet eens met die uitleg.

Françoise Lefèvre: “Patripart vindt dat Fortis het precieze bedrag van blootstelling aan subprimes en de omvang van de mogelijke verliezen had moeten melden. Als Patripart die cijfers had gezien, zou de vennootschap nooit in Fortis hebben geïnvesteerd, luidt de motivering. Maar dat overtuigt niet. Want nadien is Patripart blijven Fortis aandelen kopen, op een moment dat de verliezen met de subprimes steeds duidelijker werden.

Precedent?

De vraag is of het oordeel van de rechtbank in eerste aanleg precedentwaarde heeft. Er zijn nog meer rechtszaken over de eventuele onvolledige en misleidende informatie in het prospectus uit 2007. Advocaat Laurent Arnauts heeft een schadeclaim ingediend namens 1400 voormalige Fortis-aandeelhouders. Andere rechtszaken die zich ook hierop baseren, zijn van het juridisch advieskantoor Deminor en de advocaat Geert Lenssens. Ook in Nederland lopen rechtszaken die zich deels baseren op eventuele misleidende communicatie door Fortis in 2007.

In 2014 vernietigde een Nederlandse rechtbank in beroep een boete voor Ageas voor eventuele foute communicatie in het prospectus.

Patrinvest wordt vertegenwoordigd door advocaat Raphaël Prioux, van het kantoor LMBD Prioux. Namens de advocaat meldt Patrinvest dat het niet wil reageren op de uitspraak van de rechter van afgelopen maandag.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content