Michèle Sioen (Trends Manager van het Jaar 2017): ‘Het heeft geen zin te blijven klagen’
Michèle Sioen heeft er een intens jaar opzitten. In het huidige uitdagende internationale klimaat blijkt een consolidatiejaar best pittig. “Iedereen heeft het steeds moeilijker”, zegt de CEO van de West-Vlaamse textielgroep Sioen Industries.
Michèle Sioen heeft de fakkel van Trends Manager van het Jaar doorgegeven aan haar generatiegenoot Johan Thijs, de topman van KBC. Haar raad voor haar opvolger is kort maar krachtig, kenmerkend voor de pragmatische topvrouw van Sioen Industries. “Geniet ervan, het is echt een mooie erkenning.” Ook in de beursgenoteerde familiale textielgroep werd de bekroning van de CEO, de oudste dochter van stichter wijlen Jean-Jacques Sioen, gesmaakt. “Iedereen was supertrots, want het is niet enkel een erkenning voor de CEO, maar voor het hele bedrijf. Een succesvol bedrijf is nooit een onemanshow. Alle elementen moeten kloppen”, stelt Michèle Sioen. Ze ontvangt Trends met een beetje vertraging in haar ruime kantoor in het West-Vlaamse Ardooie. “Ik moet altijd hollen. Ik kom meestal net te laat, dat zit in mijn natuur”, lacht de topindustrieel die dit jaar onder meer de Franse president Emmanuel Macron tijdens een staatsbezoek aan ons land mocht onderhouden over innovatie, een van haar stokpaardjes.
We hebben hier al de hoogste energiekosten van Europa. Als die te hoog worden, maak je industriële bedrijven kapot
Hoe kijkt u terug op 2018?
MICHÈLE SIOEN. “Het jaar was heel druk en intens. We hebben geen overnames gedaan, maar we hebben gewerkt aan synergie en de incorporatie van onze acquisities van 2017. Het was een consolidatiejaar waarin we toch zijn gegroeid.”
Maar het was vechten?
SIOEN. “Vechten klinkt negatief en dat was 2018 beslist niet. We moesten wel afrekenen met een aanzienlijke stijging van de grondstoffenprijzen en hogere energieprijzen. Dat knaagt aan onze marges, dus moesten we onze prijzen verhogen. Dat is gelukt, met vertraging.”
De winst is de omzet niet gevolgd.
SIOEN. “De jaarresultaten zijn goed, ze zijn wat ze moeten zijn. Binnenkort hoort u er alles over. Maar kijk naar het eerste halfjaar: daarin steeg de bedrijfskasstroom met 12 procent, de nettocashflow met 32 procent en de groepswinst met 39 procent.”
De vestiging hier in Ardooie werd in augustus opgeschrikt door een brand in de vernisafdeling.
SIOEN. “Dat brandje is snel opgelost door onze mensen. We hebben een productiestilstand van enkele dagen gehad. We hebben in Frankrijk een fabriek die exact hetzelfde doet, dus hebben we de productie overgeheveld naar daar. Bovendien hadden we een bufferstock. Je verliest altijd iets, maar niets wezenlijks.”
Was dat traumatisch? Sioen werd begin jaren negentig getroffen door een zware brand.
SIOEN. “Als het zoals toen in zulke oude gebouwen brandt, verspreidt de brand zich door alle leidingen en is die moeilijk te stoppen. Maar nu hebben we moderne fabrieken met veel compartimentering waardoor de brand lokaal blijft.”
Sioen staat voor technisch textiel. Zijn er nog domeinen waarin u zeker nog actief wilt worden?
SIOEN. “We hebben grote investeringsplannen. We bouwen bijvoorbeeld in Italië een fabriek voor geotextiel, dat wordt gebruikt bij infrastructuurwerken, voor dijken of tunnelbouw. Dat bestaat uit zo sterk mogelijke vezels om erosie tegen te gaan, of voor het filteren. Onze klanten zijn vaak engineeringbureaus of vastgoedontwikkelaars. We focussen sterk op de ontwikkeling van weefsels die kunnen worden gerecycleerd of die bio-afbreekbaar zijn. En daarbij hanteren we steeds dezelfde strategie: in elke niche willen we marktleider worden.”
Wat zit voorts nog in de pijplijn?
SIOEN. “Een markt waaraan wij sterk hebben gewerkt, is die voor viskwekerijen op zee in Chili en Scandinavië, waarvoor we specifieke weefsels hebben ontwikkeld. Voorts zijn er onze groene muren (gevelmatten waarop planten kunnen groeien, nvdr) en hebben we projecten voor het kweken van algen. Veel van die ontwikkelingen doen wij samen met de klant. Zo komen bijvoorbeeld de pakken van de Parijse brandweer van ons. Die kledij moet veilig zijn én een optimaal draagcomfort hebben. Daarom organiseren we voor de brandweer seminars waar we hun alle mogelijkheden tonen. Bij de ontwikkeling van zo’n pak houden we rekening met hun wensen.”
Is dat een grote markt?
SIOEN. “Ja, maar we kunnen het nooit op prijs winnen, wel op techniciteit, dus moeten we, om competitief te blijven, altijd alles ter discussie stellen en innoveren in de productieprocessen om nog sneller, efficiënter en groener te produceren. Als je dat niet doet, val je snel uit de boot. Je mag nooit zeggen ‘ha, nu gaat het goed’. Je moet constant alert blijven, dagelijks zoeken naar betere oplossingen.”
Wordt de concurrentie heviger?
SIOEN. “Nee, maar je voelt wel dat iedereen het steeds moeilijker heeft en iedereen moet vechten, overal in de industriële wereld. Iedereen heeft dezelfde uitdagingen. Alles wordt duurder en klanten zijn steeds kieskeuriger en moeilijker. Ze willen evenveel voor een lagere prijs. En de industrie moet dat constant kunnen volgen en aanbieden.”
Er komen internationaal wel steeds andere bedreigingen bij, zoals de brexit, handelsoorlogen,…
SIOEN. “Precies. Er zijn heel wat fronten waarop we tegenwind krijgen. Dat zijn zaken die erbij komen en het moeilijker maken. En komt er een recessie, dan wordt het nóg moeilijker.”
Vloekt u dan?
SIOEN. “Ik kan weleens vloeken, maar na 30 seconden is dat gedaan, want het moet opgelost worden. Het heeft geen zin te blijven klagen. Ik ben gelukkig van nature ook altijd optimistisch. Ik geloof dat ze in het Verenigd Koninkrijk tot rede zullen komen en niet het hele land kapot zullen maken. De handelsoorlog met de Verenigde Staten is er en we moeten ons eraan aanpassen. We voelen dat ook. We hebben een fabriek in de VS, die exporteerde naar Azië. Nu moeten we 20 procent importheffingen betalen, en dan mag je het vergeten. Die markt zijn we kwijt. We verschuiven dat deel van de productie intussen wel naar het Verenigd Koninkrijk, waar we een gelijkaardige fabriek hebben. In Turkije hadden we een distributeur, maar omdat de munt plots 30 procent devalueerde, zijn wij plots 30 procent duurder.”
Wordt het dit jaar nog moeilijker?
SIOEN. “We maken onze budgetten altijd bottom-up. Onze mensen op de vloer en de commerciële mensen maken hun budgetten waarop we voortbouwen. Als ik die budgetten zie, voel ik niet echt pessimisme. Die zien het eerder positief. Maar in zijn totaliteit vertraagt de economie en dat zullen we ook voelen. Wij volgen die macro-economische trends, omdat wij volledig business-to-business zijn. Neem ons transporttextiel: 60 tot 70 procent van alle dekzeilen van vrachtwagens in Europa komt van ons. Wij zijn daarin marktleider. Maar als de economie erop achteruitgaat, weegt dat op transport, dus ook op ons.”
Een land als België moet investeren als het in het koppeloton van de Europese landen wil blijven
Is de brexit geen doemscenario?
SIOEN. “Als er importheffingen komen, is dat zeker een probleem. Voor sommige dingen zullen we minder competitief zijn. Als we bij de douane tien dagen in de rij staan, is dat uiteraard een probleem, maar we vallen er niet van omver. Het is geen horrorscenario.”
Een horrorscenario voor sommigen is de val van de regering eind vorig jaar. Wat denkt u daarover?
SIOEN. “Ik vind het spijtig dat de regering gevallen is. Vooral omdat er nog heel wat zaken moeten gebeuren. Het energiepact moet nog worden geschreven, het mobiliteitsbudget is nog niet gestemd, de arbeidsdeal is niet afgerond. We zitten nu in lopende zaken en er gebeurt niets meer tot na de verkiezingen in mei.”
U was lid van het strategische investeringscomité van premier Michel en werkte mee aan het investeringspact van 150 miljard. Komt daar iets van?
SIOEN. “Alles wat daarin staat, moet gebeuren. Zoals een bedrijf moet investeren, moet een land ook investeren. We moeten investeren in de verdere digitalisering van de overheid, we moeten investeren in mobiliteit, we doen het zeer slecht op dat gebied. Ook in energie, gezondheidszorg, overheidsgebouwen, enzovoort. Wij hebben al die zaken op een rijtje gezet en er kan worden gewerkt met publiek-private investeringen. Een land als België moet die investeringen doen als het in het koppeloton van de Europese landen wil blijven.”
U verwijst naar energie. Op dat gebied is er weinig veranderd, veel kerncentrales liggen deze winter uit. Hoe kijkt u als industrieel naar het energiedossier?
SIOEN. “Energie is heel belangrijk voor de industrie. We zoeken constant naar manieren om minder energie te verbruiken. Iedereen moet zijn huiswerk doen. De kernenergiestop in 2025 is te vroeg omdat we er niet klaar voor zijn. In dat debat zijn de kosten van de alternatieven ook heel belangrijk. We hebben hier al de hoogste energiekosten van Europa. Als die kosten te hoog worden, maak je industriële bedrijven kapot.”
In milieu en klimaat moeten we hier niet heiliger willen zijn dan de paus?
SIOEN. “Precies. Begrijp me niet verkeerd: we moeten investeren in alternatieven, maar we moeten blijven kijken naar de kostprijs daarvan. Anders maak je het industriële weefsel kapot.”
Hoe zwaar wegen de mobiliteitsproblemen op een bedrijf als Sioen?
SIOEN. “Mobiliteit is een probleem voor iedereen. Alleen al voor het transport. Al die vrachtwagens die in de file staan, kosten geld. Onze medewerkers die op weg zijn naar Nederland om klanten en leveranciers te bezoeken, verliezen soms twee uur rond Antwerpen. Dat kost ook veel te veel geld. En soms verlies je daardoor goede medewerkers. Als mensen de verplaatsingen beu zijn en ze vinden iets dichter bij huis, dan kan dat een aanleiding zijn om weg te gaan.”
Mobiliteit, energie. U hebt uw verlanglijstje al klaar voor de volgende regering.
SIOEN. “Het is een lange lijst. De tegenwind die wij als bedrijfsleiders en ondernemers krijgen en waartegen we constant moeten vechten, mag je niet onderschatten. Onze concurrenten in Azië werken met lagere loonkosten en goedkopere energieprijzen.”
Een ander knelpunt is de krappe arbeidsmarkt. Hoe gaat Sioen daarmee om?
SIOEN. “Wij zijn beursgenoteerd en een familiebedrijf. We spelen op de twee: de professionalisering van de beursnotering en het familiale aspect met mijn moeder en mijn zussen die hier actief zijn en op lange termijn denken. Dat helpt om professionals aan te trekken. Daarnaast proberen we een aantrekkelijke werkplek te creëren. Het is belangrijk dat mensen graag en gemotiveerd naar hun werk komen. Dat is een constante opdracht. Zo bieden we geregeld bepaalde incentives aan om de werktevredenheid hoog te houden.”
Werkt dat?
SIOEN. “Soms wel, soms minder. We zijn een groeibedrijf en constant op zoek naar nieuwe mensen. We hebben veel vacatures voor knelpuntberoepen zoals informatici, elektromecaniciens, ingenieurs. Vooral STEM-profielen. Daarom is het zo belangrijk dat we jongeren stimuleren STEM-richtingen te volgen.”
Zet die schaarste een rem op de groei van Sioen?
SIOEN. “Bij de IT-profielen is dat zo. We willen onze overnames altijd zo snel mogelijk integreren en overzetten naar ons SAP-platform, maar je moet daarvoor mensen hebben die dat kunnen doen. Er zijn zeker zaken die we niet snel genoeg kunnen doen omdat we niet voldoende mensen hebben.”
U bent geen voorstander bent van quota voor vrouwen in topfuncties. En dan wordt Steven Vanackere benoemd als directeur van de Nationale Bank als opvolger van Marcia De Wachter. Blijft u bij uw standpunt?
SIOEN. “Dat er geen vrouw actief is in de Regentenraad van de Nationale Bank is niet meer van deze tijd. Men moet evolueren naar meer diversiteit en dat gaat niet alleen over gender. Het is mijn ervaring dat meer diversiteit goed is voor de werking van een raad van bestuur, een groep of een team. Ik ben tegen het invoeren van harde quota, ik ben voor het principe comply or explain. Afwijken van de regel mag, als je maar motiveert waarom. Als je echt wil en hard zoekt, vind je de juiste mensen. Ik zie in raden van bestuur meer en meer vrouwen en dat is positief. Dat komt die raden van bestuur ook ten goede.”
‘Elke ervaring is verrijkend’
Michèle Sioen, een liefhebber van moderne kunst, opende in mei 2018 als voorzitter het museum voor moderne en hedendaagse kunst Kanal – Centre Pompidou. Het museum huist in de voormalige Citroën-garage aan de Willebroekkaai in Brussel. “Dat is een andere wereld, een andere ervaring”, zegt Sioen over het Kanal-project. “Elke ervaring is verrijkend. Je leert altijd iets bij, je ontmoet andere mensen met nieuwe inzichten. Ik vind het goed eens iets anders te kunnen doen.” In het iconische gebouw worden tot juni 2019 tentoonstellingen georganiseerd. Daarna wordt de garage helemaal verbouwd om tegen eind 2022 opnieuw open te gaan. Voorzitter Michèle Sioen is tevreden met hoe de zaken tijdens het proefjaar lopen. “De bezoekerscijfers zijn goed, ze stijgen maand na maand. Er is een heel divers aanbod. Kanal is niet alleen een museum, het fungeert ook als een culturele hub. Het is een mooi project voor het Brussels Gewest en een troef voor de kanaalzone in Molenbeek.”
Bio
· Geboren op 24 mei 1965 in Roeselare
· Getrouwd, drie kinderen: Jean-Charles (27), Audrey (25) en Antoine (21)
· Studies economie in Antwerpen, diverse postuniversitaire opleidingen, onder andere Vlerick Management School
· 1988: eerste baan bij Atoll
· 1990: start bij Sioen in een commerciële functie, wordt later CEO van de divisie Coating
· 2005: volgt haar vader op als CEO van de groep
· Van mei 2014 tot maart 2017: VBO-voorzitter
· Is: erevoorzitter VBO, lid van het VBO Strategisch Comité, bestuurder D’Ieteren, Sofina, Fedustria, Guberna, Koningin Elisabethwedstrijd, voorzitter van het Brusselse museum Kanal
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier