Michèle Sioen: ‘De industrie heeft hier echt wel een toekomst’

© ID/ photo agency
Alain Mouton

Michèle Sioen is geen fan van grote interviews, maar de leading lady van de Belgische industrie heeft wel iets te zeggen. Ze hamert op lagere loon- en energiekosten, een lagere vennootschapsbelasting, een sereen sociaal klimaat en meer innovatie.

Als we het gebouw van Sioen Coating in het West-Vlaamse Ardooie binnenstappen, valt de foto van wijlen Jean-Jacques Sioen meteen op. Vader Sioen stichtte het textielbedrijf in 1960 en bracht twintig jaar geleden ongeveer een derde van de aandelen van het familiebedrijf naar de beurs. Vandaag ontpopt het aandeel van Sioen Industries zich tot een van de sterkhouders van de Brusselse beurs. Het jongste jaar is de koers van het industriële aandeel met meer dan 60 procent gestegen. De industriële groep draait op volle toeren, de omzet steeg in het eerste halfjaar met 7 procent, de ebitda met 20 procent en de nettowinst met 21 procent. En dan zit de overname van het Duitse Dimension-Polyant, wereldmarktleider in de productie van zeildoek, nog niet eens in de cijfers. Het gaat om de grootste overname in de geschiedenis van de textielgroep.

We treffen dan ook een enthousiaste Michèle Sioen, sinds 2005 de CEO van Sioen Industries, voor een speedinterview over het bedrijf en haar rol in het economisch landschap als topvrouw van de werkgeversorganisatie VBO en voorzitster van de Groep van Tien. “Het is keihard werken, maar we doen het graag”, zegt de eerste vrouwelijke voorzitter van het Verbond van Belgische Ondernemingen. “Maar het is nooit een onewomanshow. In ons bedrijf kan ik rekenen op een team dat goed samenwerkt en vooruit wil, en ook bij het VBO is dat het geval. Het is een mandaat van drie jaar, heel intens, maar ook verrijkend.”

Het nieuwe werkjaar is onder een slecht gesternte gestart met het nieuws over de sluiting van Caterpillar en de herstructurering bij AXA. We krijgen het beeld dat het slecht gaat met onze arbeidsmarkt.

Sioen: “Nochtans gaat het beter met onze economie, mede dankzij de zwakkere euro en de lagere grondstoffenprijzen. De brexit blijft natuurlijk een factor van onzekerheid. Maar volgens de Nationale Bank zijn vorig jaar netto banen gecreëerd. Dit jaar zal het niet anders zijn. Kijk naar de halfjaarresultaten: de meeste bedrijven gaan erop vooruit. De economische activiteit herleeft dus duidelijk. Ik weet dat het in bepaalde sectoren niet vanzelfsprekend is. De lage rente laat zich voelen in de financiële sector, met als gevolg de herstructurering bij AXA. Ook in een gezond economisch weefsel heb je sectorgebonden schokken. De sluiting van Caterpillar is iets anders. Niemand heeft dat zien aankomen. Het is een triest verhaal, maar als je hoort dat het moederbedrijf al langer in moeilijkheden verkeert, dan lijken herstructureringen onvermijdelijk.”

U verwijst onder meer naar de brexit. Onderschatten Belgische bedrijven die?

Sioen: “De impact is moeilijk te voorspellen. Het referendum vond plaats in juni, vlak voor de zomervakantie. Ik denk dat we de effecten pas vanaf nu zullen beginnen te voelen. Voor veel Belgische bedrijven is de brexit een risico omdat we veel economische relaties hebben met Groot-Brittannië. Als we in pond verkopen, verliezen we ongeveer 15 procent marge. Elk bedrijf dat exporteert naar het Verenigd Koninkrijk moet de oefening maken: marge prijsgeven, de de prijzen aanpassen of andere producten uitvoeren. Ook produceren in het VK kan een optie zijn. Zeker voor de textielsector is de Britse markt heel belangrijk.”

Het VBO is positief over de lastenverlagingen die de regering-Michel heeft doorgevoerd. Ziet u al resultaten?

Sioen:“Zeker. De Belgische loonkostenhandicap was echt te groot. In absolute cijfers torsen de bedrijven nog altijd een handicap van 9 tot 12 procent. Als we de industrie hier willen houden, moeten we prioritair de loonkosten onder controle houden. De industrie heeft hier echt nog een toekomst, wat sommigen ook mogen beweren. Maar dan moeten we ook werk maken van lagere energiekosten. Het wordt niet altijd vermeld, maar de Belgische bedrijven ondervinden op dat gebied ook een nadeel. Een andere voorwaarde is dat bedrijven blijven inzetten op innovatie. Niet alleen in het product en het machinepark, maar ook in dienstverlening is innovatie nodig. Innovatie is een prioriteit.”

Het is een Europese doelstelling 3 procent van het bbp in O&O te investeren: 2 procent voor de bedrijven en 1 procent voor de overheden. België scoort niet goed. Moeten we een tandje bijsteken?

Sioen: “Inderdaad. Maar dat cijfer zegt niet alles. Mensen moeten in een bedrijf zelf ook innovatief denken. Het begint al aan de machines. De operatoren moeten mee kunnen nadenken over hoe we efficiënter kunnen produceren. Als onze aankoopverantwoordelijken bij de leveranciers zitten, moeten ze luisteren naar de nieuwe tendensen. En onze verkopers vangen ook zaken op bij hun klanten. Ze doen ideeën op. Innovatie is niet alleen de verantwoordelijkheid van het O&O-team, het is een state of mind die bij iedereen aanwezig moet zijn. We moeten ons constant durven heruit te vinden, alert blijven en ons aanpassen. Met een open vizier kijken naar wat er in de wereld gebeurt.”

Het VBO kwam met het voorstel de vennootschapsbelasting te verlagen naar 24 procent. In de federale regering zal er nog heel wat gediscussieerd worden eer er een hervormde vennootschapsbelasting komt. Hoe belangrijk is dat dossier?

Sioen: “Zeer belangrijk. Die belastingvoet is te hoog. We moeten van het tarief van 33,99 procent naar maximaal 24 procent gaan. Lager mag dus ook. Het belangrijke aan het VBO-voorstel is dat het volledig gefinancierd wordt door de inperking van een aantal belastingaftrekken. Het is niet dat we het geld elders gaan halen. Een lagere belastingvoet met minder aftrekken is transparant en eenvoudiger, en het zal buitenlandse investeerders naar hier halen.

U wilt wel de notionele-intrestaftrek behouden. Maar zulke gunstregimes staan Europees onder druk.

Sioen: “Voor alle duidelijkheid, het VBO wil de notionele-intrestaftrek behouden, maar niet in zijn huidige vorm. We bevriezen het systeem of we voeren een plafond voor aftrekken in. De prioriteit blijft de vennootschapsbelasting op zich te verlagen. Duidelijke fiscale regels zijn nodig en het is geen goede zaak als ze om de haverklap veranderen. Bedrijven willen rechtszekerheid. Een bedrijf wil een investering op vijf of tien jaar doen renderen, daarom is een stabiele fiscale omgeving nodig.”

Opereren de werkgeversorganisaties niet in gespreide slagorde? Kmo’s leggen vooral de nadruk op een lager nominaal tarief en liggen minder wakker van de notionele-intrestaftrek, grote bedrijven willen die aftrek per se behouden.

Sioen:“Een lager tarief blijft het belangrijkste, zowel voor grote bedrijven als voor kmo’s. Daarna zien we wel hoe de andere modaliteiten van de nieuwe vennootschapsbelasting eruit moeten zien.”

U zit als voorzitter van de Groep van Tien aan het stuur van het interprofessioneel overleg. Het sociaal klimaat is gespannen. Eind deze maand is een vakbondsbetoging gepland, en in oktober een algemene staking.

Sioen: “Ik kan weinig zeggen over de onderhandelingen in de Groep van Tien. Ik heb als voorzitter een neutrale positie. Ik kreeg negatieve reacties toen ik de open brief van Voka aan de regeringen heb ondertekend, ook al stonden daar niet zulke ophefmakende dingen in. Er werd gewoon gevraagd het hervormingsbeleid voort te zetten. Ik wil wel kwijt dat een sereen sociaal klimaat nodig is.”

AXA herstructureert en wil kiezen voor brugpensioen op 55 jaar. Is dat geen gemakkelijkheidsoplossing? Werpt dat geen schaduw op het sociaal overleg?

Sioen: (na even stilte). “Wij moeten langer werken.”

Michèle Sioen: 'De industrie heeft hier echt wel een toekomst'
© Sioen Industries

Even terug naar Sioen Industries. De halfjaarcijfers waren sterk, de beurskoers doet het goed. Sioen wordt nu ook gevolgd door buitenlandse analisten. Hoe ervaart u die kentering?

Sioen: “Ik ga hout vasthouden, alles kan zeer snel veranderen. Maar de economie herleeft en we hebben een goed team. Een bedrijf draait rond een groep mensen en de dynamiek van die groep. Dat werkt nu zeer positief. We hebben een zware crisis gehad in 2008 en 2009. We hebben afgezien, we waren toen zeer afhankelijk van de transportsector. Na een zware herstructurering hebben we ons productassortiment enorm gediversifieerd. We trekken daarmee naar heel veel markten. Dat zorgt voor die goede resultaten. We investeren ook veel in innovatie, onderzoek en ontwikkeling. Het duurt altijd wat langer dan je denkt voor dat resultaten oplevert, maar nu renderen die inspanningen. Ook voor de overnames is dat het geval. De jongste jaren krijgen we enorm veel dossiers op tafel, maar er was altijd wel iets waardoor we niet toehapten. Vorig jaar hebben we twee kleinere acquisities gedaan en dit jaar hebben we al twee grote overnames afgerond. Op een bepaald moment passen alle puzzelstukken in elkaar. Ik denk dat we nu de vruchten plukken van het werk van de jongste jaren. Het feit dat we nu gevolgd worden door Berenberg Bank is ook goed voor onze naambekendheid in het buitenland. Dat geeft weer een nieuwe dynamiek.”

Hoe verloopt de integratie van de recente overnames, de Italiaanse producent van geotextiel Manifattura Fontana en de Duitse zeildoekmaker Dimension-Polyant?

Sioen:“Het zijn markten die ons liggen. Het gaat om technisch weefsels. We zoeken naar markten die moeilijker zijn, met een hogere instapdrempel. Daar kunnen we het verschil maken. Nu moeten we de synergievoordelen maximaal benutten. Ook op het gebied van innovatie trouwens. Die bedrijven hebben machines en productieprocessen die wij niet hebben, en omgekeerd. De productie van de bedrijven die we overgenomen hebben, blijft ter plaatse. Het is de bedoeling die productiecapaciteit nog te optimaliseren. Door innovatie en samenwerking hopen we dat één plus één drie wordt.”

U hecht veel belang aan innovatie en knowhow. Is de markt voldoende bereid voor die hogere toegevoegde waarde te betalen?

Sioen:“We produceren veel arbeids- en veiligheidskledij. We kunnen daar alleen maar winnen door de techniciteit van onze producten te vergroten. In Azië worden onze pakken gekopieerd en ze vragen prijzen die tot een derde lager zijn dan onze prijzen. De prijs zal altijd belangrijk zijn, maar we verkopen een veiligheidsproduct. De garantie dat onze pakken effectief veilig zijn, is voor onze klanten een must. Veiligheid wordt almaar belangrijker, ook in de industrie.”

Het milieu en de veiligheid winnen als thema’s aan belang, maar vooral in het Westen. Hoe ziet u de verkoop evolueren in de groeilanden?

Sioen: “Zo’n 75 procent van onze omzet realiseren we in Europa, 25 procent buiten Europa. Daar is nog groeipotentieel en het is ook onze ambitie dat te realiseren.”

Sioen staat straks twintig jaar op de beurs genoteerd. Hoe kijkt u terug op die periode?

Sioen: “In de tweede helft van de jaren negentig trok een hele reeks bedrijven naar de beurs. Wij waren toen een van de eerste. De beursgang heeft ons de middelen gegeven om onze fabrieken uit te bouwen en om die verticale integratie voort te kunnen zetten. Nu zijn we als textielgroep volledig verticaal geïntegreerd. We spinnen, weven, coaten, doen snij- en laswerk en maken afgewerkte producten zoals beschermkleding. De beursnotering heeft ook gezorgd voor een zekere naamsbekendheid. Zonder die beursgang waren we waarschijnlijk nog een grote kmo, dankzij de beurs kregen we een grotere dimensie. De beurs heeft voor- en nadelen. Ze verplicht je doorgedreven te professionaliseren. Al blijft het familiale karakter van het bedrijf zeer belangrijk. Mijn zussen en mijn moeder zijn actief in het bedrijf. Onze familiale verankering staat garant voor de langetermijnvisie.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content