Melk is uitgemolken: plantaardige dranken winnen aan populariteit
De Brusselse start-up Tiptoh heeft nog eens 187.000 euro opgehaald om te investeren in zijn erwtendrank. Die nieuwkomer moet een aanvulling worden op de haver-, amandel- en sojadranken die intussen niet meer zijn weg te denken uit de koffiebar of de winkelrekken. Waarom grijpen we steeds vaker naar alternatieven voor koemelk? En zijn die dranken even voedzaam en duurzaam?
Een cappuccino met haverdrank of een flat white met sojadrank. In de koffiebar kijken barista’s al lang niet meer op van de plantaardige alternatieven die klanten in hun bakje troost willen. Dat de mogelijkheden erg uitgebreid zijn, met erwtendrank als de jongste nieuwkomer, maakt dat heel wat drankgelegenheden verschillende opties moeten aanbieden.
“In koffies werk ik standaard met haverdrank, omdat die de neutraalste smaak heeft”, zegt Jafna De Wilde. “Maar ik heb ook kokos- en sojadrank voor wie dat wil.” De Wilde is zaakvoerder van Taartwerk in Dendermonde, een kleine plantaardige bar gespecialiseerd in zoete lekkernijen. De koeltoog is gevuld met brownies, chocoladecake, wortelbodding en ander lekkers. “Al wat je hier ziet, is volledig vegan. Een groot deel van het aanbod is ook glutenvrij”, zegt De Wilde. “In de keuken was de zoektocht naar een plantaardig alternatief iets moeilijker. Sojadranken hebben een uitgesproken smaak die naar voren kan komen in gerechten. Haver is bevat vaak gluten, waardoor het niet allergeenvriendelijk is. Zo ben ik twee jaar geleden erwtendrank beginnen te gebruiken. De ongezoete versie van Tiptoh kan ik in elke bereiding gebruiken, zelfs in de bechamelsaus van mijn vegan lasagne. En geloof me: dat is een van de moeilijkste sauzen om na te maken zonder koemelk.”
Twee jaar geleden was De Wilde een van de pioniers die de erwtendrank een kans gaf en gebruikte in haar gerechten. Daarna werd ze een van de eerste afzetters in een horecazaak. Nu ligt Tiptoh ook onder meer bij de supermarktketen Delhaize in de rekken. “We hebben onze groei aan die kleine ondernemers te danken”, zegt medeoprichter Louis Curtil. “Zij hebben ons aangeraden aan hun vaste klantenbestand.” Tiptoh heeft net een derde kapitaalronde opengesteld. Via een Winwinner-campagne heeft de erwtendrankproducent nog eens 187.000 euro opgehaald. Vorig jaar legden de impactinvesteerder Jef Colruyt en de Vlaamse investeringsmaatschappij PMV elk al 100.000 euro op tafel.
Gele spliterwt
Tijdens de coronalockdowns zocht vrijwel iedereen nieuwe bezigheden en hobby’s. Zo ging Louis Curtil, kinesist van opleiding, in zijn keuken aan de slag met de blender. Samen met zijn schoonbroer Arnaud Muylaert die mee aan boord was gekomen, is hij bij de erwt uitgekomen. “Voor de goede orde: we hebben het hier over de gele spliterwt”, benadrukt Curtil. “De kleur van drank lijkt op die van een melkdrank en is geen groene brij, zoals sommigen vrezen. Er bestond al een pionier in Amerika, maar in Europa beperkte de markt zich tot enkele start-ups die de mogelijkheden onderzochten.”
De interesse van Curtil en Muylaert nam verder toe toen ze leerden dat erwtenmelk dezelfde voedingswaarden als koemelk heeft, maar ecologisch interessanter en allergievriendelijker is. Toen het gewenste resultaat uitbleef met eigen experimenten, is het duo naar Proef! getrokken. Dat Oost-Vlaamse foodlab helpt bedrijven hun recepten op punt te stellen. Dat het klimaat belangrijk is voor het duo, komt ook terug in de naam Tiptoh: “We willen op de tippen van onze tenen staan om onze voetafdruk kleiner te maken”, legt Curtil uit. “Onze erwtenproteïne komen grotendeels uit het noorden van Frankrijk. De productie gebeurt in het Pajottenland.”
Naast een ongezoete all-roundversie bestaat ook de gewone versie met een lichte vanillesmaak en een met chocoladesmaak. Op termijn sluiten de schoonbroers niet uit nog andere producten op de markt te brengen: een baristaversie van de erwtendrank om een marktaandeel bij de koffiebars te verwerven, naast plantaardige alternatieven voor yoghurt of ijs. Deze zomer wil het duo daarom nóg een kapitaalronde openstellen.
Wereldspeler
Het piepjonge Tiptoh stapt in een markt die al decennia bestaat, maar die vooral de laatste jaren flink gegroeid is. De fabriek van Alpro langs de Leie in Wevelgem staat er al veertig jaar. Ze is uitgegroeid tot de grootste plantaardige productiesite van Europa. “Het eerste product werd geboren uit de ambitie om de hoogwaardige eiwitten die in soja zitten in een drank te vatten”, blikt woordvoerder Jasmien De Gussem terug. “Tien jaar geleden verruimde Alpro de markt door het lanceren van plantaardige producten op basis van amandelen en hazelnoten. Dat was het begin van de verdere exponentiële groei.”
Alpro werd in 2017 overgenomen door Danone. Onder impuls van die wereldspeler blijft innovatie bovenaan op de agenda staan. “We willen meer consumenten overtuigen om vaker voor plantaardig te kiezen op verschillende momenten in de dag”, zegt De Gussem. “Smaak is daarbij vaak een terughoudende factor, dus we blijven innoveren om plantaardig te positioneren als een smakelijke, gezonde en duurzame keuze. Alpro heeft daarvoor een mooie troef in handen met meer dan veertig jaar ervaring.” Het zegt daarom ook de opkomst van andere spelers op de plantaardige markt toe te juichen, zodat ze gezamenlijk meer consumenten kunnen engageren.
Alpro ging vorig jaar nog een stap verder met de lancering van een nieuwe plantaardige drank, This Is Not M*lk. De smaak en de textuur ervan moeten nog dichter in de buurt van een traditioneel zuivelproduct komen, om de diehard koemelkconsumenten alsnog te overtuigen.
Zweeds succes
De naam van het nieuwste drankje in de Alpro-familie is wel een heel vette knipoog naar de slogan van de Zweedse haverdrankproducent Oatly: ‘No milk. No soy. No… eh… whatever’. Die kwam er nadat lobbygroepen rechtszaken hadden aangespannen om te eisen dat de term ‘melk’ alleen gebruikt mag worden als aan de productie een uier te pas kwam. De Europese Commissie heeft daar gehoor aan gegeven. Maar geen enkele koffiebar zal u de deur wijzen als u gemakzuchtig een cappuccino met sojamelk bestelt.
Oatly heeft van de nood een deugd gemaakt en de juridische uitspraak als een tegendraadse middenvinger in zijn marketing gebruikt, al vertellen campagnes als ‘It’s like milk, but for humans’ en ‘Tastes totally normally’ een ander verhaal. Door die gewaagde strategie geloven heel wat consumenten dat Oatly een nieuw product is, maar de haverdrankproducent zag het levenslicht al in 1994. Pas een dikke twintig jaar later werd het – na een CEO-wissel, rebranding en herpositionering als duurzaam product – een flitsend alternatief. Dankzij de baristavariant vond het product heel snel zijn weg in de hippe koffiebar.
De grote groei volgde nog eens vier jaar later, toen het Belgische investeringsfonds Verlinvest, een vehikel van de AB InBev-familie de Spoelberch, samen met een Chinese partner, geld pompte in het bedrijf. Die kapitaalinjectie zorgde ervoor dat de Zweedse dranken razendsnel Europa, de Verenigde Staten en China konden veroveren. In 2021 trok Oatly naar de beurs van New York, waar het bedrijf onder meer de tv-legende Oprah Winfrey, de rapper Jay-Z en de financiële reus Blackstone kon overtuigen.
De gehypete beursgang kon de torenhoge verwachtingen niet inlossen. Productie-, lever- en kwaliteitsproblemen leidden een halfjaar later al tot tegenvallende resultaten en het aandeel kreeg klappen. Die problemen lijken nu van de baan. In het derde kwartaal van 2022 zag Oatly zijn omzet met 7 procent groeien tot 183 miljoen dollar in vergelijking met dezelfde periode een jaar eerder. Op de jaarresultaten is het wachten tot eind deze maand.
Gezond en groen
Plantaardig heeft ook een ruimer publiek. Naast de vegans en de vegetariërs is er een groeiende groep flexitariërs. Uit een rondvraag van EVA en iVox vorig jaar blijkt dat 28 procent van de Belgen minstens drie keer per week vlees of vis uit hun maaltijden weert. In 2016 was dat nog maar 13 procent. En volgens het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) koopt ondertussen 60 procent van de Belgische gezinnen minstens één keer per jaar een plantaardig alternatief voor melk.
Ook wie kiest voor meer duurzame voeding, kijkt naar plantaardig. Het uitgebreide aanbod aan haver-, soja- of amandeldranken is niet alleen bestemd voor de unlucky few die zich door een allergie of lactose-intolerantie ver van koemelk moeten houden.
Maar hoe duurzaam zijn de plantaardige alternatieven echt? En zijn ze even voedzaam als zuivelproducten? “Als je alleen naar het nutritionele aspect kijkt, is koemelk de meest volledige drank in vergelijking met plantaardige alternatieven”, zegt Barbara Duquenne, zuivelexperte van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), het onafhankelijk wetenschappelijk onderzoeksinstituut van de Vlaamse overheid. “De eiwitten zijn van hoogwaardige kwaliteit, de noodzakelijke koolhydraten en natuurlijke vetten zijn aanwezig. Daarnaast bevat koemelk onder meer ook jodium en calcium. Dat laatste is een essentieel mineraal om de botten van kinderen en ouderen zo gezond mogelijk te houden.”
“Aan plantaardige alternatieven worden vaak voedingstoffen toegevoegd om een zo compleet mogelijke drank te verkrijgen”, zegt Keshia Broucke van ILVO. Volgens die onderzoekster is vooral de kwaliteit vaak een probleem. Die hangt onder meer af van het gehalte aan essentiële aminozuren. Het lichaam kan die niet zelf aanmaken en moet die stoffen dus opnemen via de voeding. Zo heeft haver een lager gehalte aan het aminozuur lysine. Het tekort aan die essentiële stoffen zie je ook bij erwtendranken. Maar die komen samen met sojadranken dan weer wel in de buurt van het eiwitgehalte in koemelk.
Dat neemt niet weg dat de koolstofvoetafdruk van koemelk hoger ligt dan die van om het even welk plantaardig alternatief. Veerle Van linden, een andere experte van ILVO, verwijst daarvoor naar een uitgebreide en betrouwbare Franse databank. “Die kijkt naar het volledige plaatje”, aldus Van linden. “Je moet niet alleen de CO2-uitstoot in rekening brengen, maar de hele milieu-impact. Het gaat dan bijvoorbeeld ook over het waterverbruik of het aanreiken van nutriënten. Daarnaast worden alle stappen in de keten meegerekend, tot en met de consumptie.”
Melk komt nog altijd van een dierlijk productiesysteem. Die volledige levensloop, van de veevoederproductie over de methaanuitstoot van de herkauwers tot het waterverbruik in melkveebedrijven, is nu eenmaal sterk vervuilend. Op termijn moet de CO2-uitstoot met 30 procent verminderen, maar daar zijn we nu nog lang niet.
Gezond dieet
Toch zijn er ook sterke verschillen in het plantaardige aspect. Soja komt in de database als beste uit de bus. Toch komt ook daar geregeld kritiek op, omdat voor soja regenwoud gekapt zou worden. “Voor onze producten klopt dat niet”, weerlegt Jasmien De Gussem van Alpro. “Het grootste deel van onze sojabonen komt uit Europa, het restant wordt per boot aangevoerd uit Canada. Er wordt dus geen Amazonegebied gekapt om soja voor onze producten te telen en al onze sojabonen zijn gmo-vrij” (genetisch gemodificeerd, nvdr).
Bovendien wordt soja een uitstekend rotatiegewas genoemd. Het capteert stikstof uit de lucht, waardoor er minder bemesting nodig is voor het volgende gewas. Ook haverdrank scoort goed, maar heeft zoals gezegd minder goede nutritionele waarden. Amandeldrank hoort bij de slechtste leerlingen van de klas, door het enorme waterverbruik bij de teelt. “Samengevat: ecologisch bekeken zijn plantaardige dranken wenselijker”, zegt Van linden. “Maar daarmee is niet gezegd dat elke vorm van dierlijke productie te verketteren is.”
“Ik denk dat koemelk hoe dan ook geïntegreerd mag zijn in een gezond dieet”, besluit Broucke. “Wie toch voor plantaardig kiest, combineert het best verschillende dranken om tot een zo volledig mogelijk nutritioneel profiel te komen.”
60 procent
van de Belgische gezinnen koopt minstens één keer per jaar een plantaardig alternatief voor melk.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier