Exclusief interview met Marc Van Hool, de afgewezen bieder: ‘Faillissement van familiebedrijf maakt me intriest’

Marc Van Hool © Koen Bauters
Wolfgang Riepl
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

Marc Van Hool, medeoprichter en partner van het investeringsfonds CIM Capital, stond de voorbije maand ongewild in de schijnwerpers. De in 2001 uitgekochte familietelg zag zijn bod op een afdeling van het failliete voertuigenconcern Van Hool afgewezen worden. “Ik wil absoluut niet overkomen als een gefrustreerde verliezer. Maar ik heb het gevoel dat hier iets anders gespeeld heeft.”

Marc is de neef van Filip Van Hool, tot het faillissement de co-­CEO van de voertuigen­bouwer in Koningshooikt. Maar de familietak van Marc Van Hool en zijn vader Paul stapte in 2001 uit het familiebedrijf.

Nu is hij partner bij het investeringsfonds CIM Capital. Hij doet zijn verhaal op de vijfde verdieping van de kantoren in Antwerpen, met zicht op het MAS. Het is dinsdagnamiddag 16 april, aprilse grillen laten de wind gieren, de regen klettert tegen de ruiten. CIM Capital verwierf het voorbije decennium een behoorlijke reputatie. Marc Van Hool kreeg het koosnaampje ‘bedrijvendokter’, want de investeringsvennootschap koopt bedrijven in moeilijk­heden en brengt die weer op koers. De bekendste investeringen zijn de winkelketens Veritas (naai- en breigerief) en Neckermann (reiskantoren). Beide draaien beter dan initieel begroot. Zijn zoon Oscar Van Hool is partner en vennoot bij de bv CIM Ventures, die kleinere bedrijven in moeilijkheden aanpakt.

Hoe voelt het faillissement als telg van de familie?

MARC VAN HOOL. “Het maakt me intriest. Het is spijtig dat een erfgoed en een fantastisch merk verdwijnt. Ik heb er gewerkt van 1991 tot 2001. Na mijn studies werkte ik bij de Generale Bank. In de cel financiële engineering werkte ik mee aan fusies en over­names, en beursintroducties. In 1991 werd ik plots gevraagd door mijn vader Paul, de verkoopdirecteur voor bussen en touringcars, en mijn oom ­Alfons, de president-directeur generaal bij Van Hool. Ze hadden een overname gedaan, LAG Bus in Bree, en die overname werd moeilijk verteerd. Vanuit mijn achtergrond bij de bank moest ik een aantal zaken rechtzetten. Ik vond dat het nog iets te vroeg was, maar als je gevraagd wordt door de familie, dan doe je die stap. Ik heb er tot 2001 gewerkt. Op het einde was ik financieel verantwoordelijke, wat vandaag CFO wordt genoemd. Ik ben vertrokken toen mijn familietak werd uitgekocht door de andere vijf takken, die aandeelhouders zijn gebleven.”

Lees verder onder de stamboom

Wat hebt u meegenomen van die jaren in uw latere carrière?

VAN HOOL. “Ik ben opgegroeid in een ondernemers­familie, die altijd hard heeft gewerkt. Dat moet, als je succes wil hebben. Maar ik heb ook de keerzijde gezien. Je moet je omringen met bekwame partners en medewerkers, wil je succes hebben.”

Mensen van buiten de familie?

VAN HOOL. “Vooral ook die. En je moet anticiperen op veranderingen. Dat is vaak moeilijker in familiebedrijven. Ze houden te lang vast aan een stramien en een methodiek. ‘We hebben het altijd zo gedaan, waarom doen we dan zo niet voort?’ Familiebedrijven veranderen vaak te laat.”

Waarom verkocht uw familietak zijn aandelen?

VAN HOOL. “Er was vooral onenigheid over deugdelijk bestuur. Wij wilden een operationele leiding door niet-­familieleden. Daarnaast hadden wij een andere visie op de bedrijfseconomische strategie. Ook toen was er al nood aan een verschuiving van de productie naar lagelonenlanden. Die is er uiteindelijk wel gekomen, onder CEO Filip Van Hool. Maar misschien wat te laat” (in 2013 opende Van Hool een filiaal in Noord-­Macedonië, nvdr).

Anticiperen op veranderingen is vaak moeilijker in familiebedrijven

Plots deed u met CIM Capital een bod op de afdeling industriële voertuigen.

VAN HOOL. “Die afdeling heeft een efficiënte fabriek in Koningshooikt. De voorbije jaren werd daar continu geïnvesteerd in automatisering, met bijvoorbeeld lasrobots en lasersnijmachines. Die fabriek toont dat de maakindustrie in België nog altijd een toekomst heeft. Als je op de juiste manier investeert en het op de juiste manier organiseert, is maakindustrie in België wél mogelijk. Er is uiteraard een loonkostenhandicap. Maar in België zit ook veel stielkennis en technische ervaring.”

Toch gaat de Duitse Zuid-­Afrikaanse combinatie GRW Schmitz Cargobull met de buit aan de haal. Mist CIM Capital schaalgrootte voor een industriële activiteit?

VAN HOOL. “Wij wilden alleen die afdeling kopen, niet de onderneming Van Hool als geheel. De tak industriële voertuigen was voldoende rendabel. 2023 was zelfs een recordjaar. Als investeringsfonds hadden wij bovendien nog dingen kunnen optimaliseren. We lieten dat al begin maart aan crisismanager en co-CEO Marc Zwaaneveld weten. Voor ons leek toen al een doorstart nog enkel mogelijk via een faillissement, gezien de hoge schuldenlast.”

Als je op de juiste manier investeert en het op de juiste manier organiseert, is maakindustrie in België wél mogelijk. Er is uiteraard een loonkostenhandicap. Maar in België zit ook veel stielkennis en technische ervaring

Was uw familienaam een handicap bij de onderhandelingen?

VAN HOOL. “Ik weet het niet, ik hoop van niet. CIM Capital is een professionele investeringsvennootschap. Maar wij kregen geen toegang tot de nodige financiële informatie. En zonder een analyse van de boeken konden wij geen bod uitbrengen.”

Waarom kreeg u die informatie niet?

VAN HOOL. “Dat houdt mij nog altijd wat bezig. Er is ons altijd gezegd dat we op het geheel moesten bieden, zo niet kwamen we niet in aanmerking. Ik vond dat een rare redenering. Ik denk dat VDL Groep en GRW Schmitz Cargobull elk apart geboden hebben. Er is in de media gemeld dat die met elkaar verbonden waren. Maar dat was niet zo, is me bevestigd. Aparte biedingen waren dus wel degelijk mogelijk. Ook door ons.”

Ik hoop dat mijn familienaam geen nadeel was voor ons bod

Wilt u juridische stappen ondernemen?

VAN HOOL. “Ons advocatenkantoor Agio stelde diverse anomalieën vast in de afhandeling en een flagrant misbruik van de nieuwe wetgeving. Dus ja, we overwegen dat. Maar we kijken tegelijk naar het belang van het bedrijf. De fabriek mag niet te lang stil liggen. Ik weet overigens niet of GRW Schmitz Cargobull het bedrijf zo snel en omvattend zal heropstarten, zoals wij dat van plan waren. Wij wilden de afdeling gewoon voortzetten als zelfstandig bedrijf. Met de faciliteiten, de mensen en de machines die er waren. Daar werkten 700 mensen, we wilden het gros van hen behouden. Want die afdeling draaide goed.”

GRW Schmitz Cargobull wil 350 mensen behouden.

VAN HOOL. “Het zouden er minder zijn. Er wordt gesproken over 115 tot 120 mensen. Maar ik wil absoluut niet overkomen als een gefrustreerde verliezer. Wij doen vaak mee aan biedingen. Als iemand meer biedt, heb ik daar geen problemen mee. Maar ik heb het gevoel dat hier iets anders gespeeld heeft, waardoor wij nauwelijks hebben kunnen bieden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content