Luc Tack: ‘Met klagen en zagen geraken we nergens’
Luc Tack heeft eindelijk zijn droomfusie gerealiseerd met de integratie van de weefmachineproducent Picanol in de gediversifieerde industriële holding Tessenderlo Group. Voor het eerst vertelt de West-Vlaamse rasondernemer hoe het verder moet.
Geen seconde gaat verloren in het drukke bestaan van Luc Tack. Snel nog even tikken op de laptop voor het gesprek start, en dan krijgen we een maquette onder de neus geschoven van het toekomstige nieuwe hoofdgebouw voor Picanol, de Ieperse thuisbasis van Tacks zakenimperium. “Daar kijken we naar uit”, zegt de Trends Manager van het Jaar 2014 stralend. “Al zal het nog twee jaar duren voor we erin zitten.”
Hoeveel zal het kosten?
LUC TACK. “Veel. Het bedrag stijgt iedere dag (lacht). Maar we moeten een aantrekkelijke werkgever zijn, we kunnen mensen ook niet in containers blijven steken. Het zal een campusgevoel geven aan bezoekende klanten. Zij sturen ook hun technici naar hier voor opleidingen. Het wordt een mooi visitekaartje, ook voor de volgende generaties.”
U hebt met de fusie van Picanol en Tessenderlo uw industriële holding gecreëerd. Wat is uw einddoel?
TACK. “Het doel is gewoon goed ondernemen. We zijn een verzameling van grote kmo’s die zich volledig moeten kunnen ontplooien. Dat vind ik ontzettend belangrijk. Duizenden gezinnen halen hun inkomen uit onze bedrijven. Ik wil er dus vooral voor zorgen dat dat allemaal blijft floreren.”
Kan dat, ondanks de donkere wolken?
TACK. “Wij zien zeker die donkere wolken. Neem de rentes. Veel bedrijven hebben winsten gemaakt dankzij financiering tegen nul procent. Dat is voorbij. Ook de optimalisatie van de aanvoerketens is voorbij, door de geopolitieke spanningen en het wegvallen van goedkoop gas uit Rusland. Ik ga ervan uit dat wij in de Europese chemie 20 à 30 procent van de productie verliezen en nooit meer terugzien. Het inflatieprobleem is nog een geest die je niet zomaar terug in de fles kunt stoppen. En de groene transitie heeft een forse kostprijs. We kunnen ze waarmaken, maar dan roep ik iedereen, ook de vakbonden, op daar mee voor te zorgen, want het is ook in hun belang. We hebben maar één oplossing: we have to grow the economy, de taart groter maken. Dat kan slechts als je de maakindustrie hebt, want die doet de dienstensector draaien. Dan kun je veel gemakkelijker uitdelen. Als de taart krimpt, hoe zullen we dan overleven, de pensioenen betalen, of de gezondheidszorg?”
Duizenden gezinnen halen hun inkomen uit onze bedrijven. Ik wil er dus vooral voor zorgen dat dat allemaal blijft floreren
Uw geloof in de maakindustrie is nog even onwrikbaar.
TACK. “Zeker! Al krijgen we zwaar tegen onze tanden. Ik geef een voorbeeld. Al vijftig jaar halen we de zouten voor onze chemiefabriek in Ham uit Wit-Rusland en Rusland. Door de oorlog kan dat niet meer. Nu halen we onze zouten uit Canada. We laden ze op de trein naar Vancouver en verschepen ze via het Panamakanaal naar Antwerpen. Dat is een ramp. Een oplossing heb ik nog niet. Intussen blijven de Russen verkopen – aan China, India, Brazilië enzovoort. En wij zitten met een veel duurdere logistieke keten.
“Dat zijn grote problemen en we kunnen het hele interview vullen met wat allemaal niet goed gaat. Dan komen we hier pessimistisch buiten. Maar ik ben niet pessimistisch over de toekomst. Neem de vrees voor een recessie. Daar wordt zo’n drama van gemaakt, maar ik zie vooral kansen. Never waste a good crisis. De textielconsumptie zal wereldwijd blijven groeien, omdat de middenklasse groeit. Maar goed, er komt hoe dan ook meer volatiliteit, en niet de sterkste bedrijven zullen overleven, wel de meest flexibele. Bedrijven die als het begint te stormen, als riet meebuigen met de wind. Als ze zich als een grote boom blijven gedragen, vliegen ze er met wortel en al uit.”
De verkiezingscampagne lijkt zich al op gang te trekken. Dat zal leiden tot een minstens gedeeltelijke politieke verlamming, terwijl zo veel probleemdossiers op tafel liggen.
TACK. “Het wordt ons inderdaad lastig gemaakt, maar in een hoekje zitten en bleiten, zal niet veel opbrengen. Ik word dus nooit negatief. Het leven is daarvoor te kort, en met klagen en zagen geraken we nergens. Picanol concurreert tegen Japan. Toyota is onze grootste concurrent. Zij hebben niet de problemen die wij hebben, geen inflatie en geen loonindexering. Maar we have to create ourselves out of the shit. Als één ding mij frustreert, dan is het mensen soms niet meekrijgen in verandering en creativiteit.”
U zei ooit in Trends dat u, telkens als u van een reis terugkeerde, vaststelde dat het hier beter is. Geldt dat nog altijd?
TACK. “In het Frans zeggen ze soms: nous sommes gâtés pourris. We zijn rotverwend. We beseffen niet genoeg wat we allemaal hebben, hoe wij hier gepamperd en verzorgd worden. Ik vind dat zo jammer.”
West-Vlaanderen kampt met extra veel uitdagingen. Hoe ziet u de toekomst van de provincie?
TACK. “West-Vlaanderen is het beste voorbeeld van transitie. Het heeft zich altijd heruitgevonden. Toen ik klein was, zag je in de hele streek vlas. Als ik met de fiets naar het college in Izegem reed, passeerde ik langs de schoenenfabrieken. Dat is allemaal weg, net als de meubelfabrieken. Heeft de conversie veel pijn gedaan? Natuurlijk. Ook mijn vader had een vlasfabriek. Als klein ventje heb ik meegemaakt dat we zonder geld zaten. Ik kreeg van mijn moeder dan een cheque van 1.000 frank, reed met mijn fietsje naar school, moest onderweg binnengaan bij de BBL om die cheque te innen. Daarmee moest mijn moeder het gezin met vier kinderen een hele week doen draaien. Maar we hadden niets te kort. We hadden onze moestuin, slachtten al eens een konijn en op vrijdag aten we eieren van onze kippen, want als katholieken mochten we op vrijdag geen vlees eten (lacht). Mijn vader is dan begonnen met een carwash, waar ik meehielp. Later ben ik begonnen met het importeren van Amerikaans eikenhout voor de meubelindustrie, waarin toen tienduizenden mensen werkten. Daarna ben ik noodgedwongen in het textiel gestapt. Maar had ik mijn textielbedrijven enkel in West-Vlaanderen gehouden en niet wereldwijd geïnvesteerd, dan bestonden wij ook niet meer.”
We zijn rotverwend. We beseffen niet genoeg wat we allemaal hebben, hoe wij hier gepamperd en verzorgd worden. Ik vind dat zo jammer
U bent een vaandeldrager van onze maakindustrie. Vaak zijn de ondernemers daarin einzelgängers. Kunt u niet beter front vormen?
TACK. “Moeilijk. Er zijn maar zoveel uren in een dag. Wij ondernemen dan wel sterk in België, maar zijn een pak groter daarbuiten. En gelukkig maar. Nogmaals: waren we in West-Vlaanderen gebleven, dan waren we om zeep. Nu is de groep actief in diverse sectoren en in ruim honderd landen. Altijd gaat het wel ergens slecht, maar ook altijd ergens goed. Net daardoor kunnen we overleven, én omdat we ons aanpassen, ook in crisistijden. Het probleem is soms dat dat intern wat moeilijker ligt. Men is altijd te bang, terwijl dat niet nodig is. Ze zouden moeten weten dat wat ik ook vraag, zeg of doe, dat altijd met de beste bedoelingen is.”
Bent u zelf ook bang geweest?
TACK. “Ik ben altijd bang. Als ik bezig ben aan grote nieuwe initiatieven of een grote overname, schiet ik de volgende nacht om 2 uur wakker, staat het zweet op mijn voorhoofd en denk ik aan wat verkeerd kan gaan (lacht). Als je de risico’s niet ziet, is het ook gevaarlijk. Belangrijk is dat je dat bespreekt in het team. Superman bestaat alleen op televisie. Je discussieert met elkaar, en als je niet tot een akkoord komt, is dat geen slechte zaak. Dan is iedereen verplicht zijn of haar case beter te verdedigen. Onze besluitvorming gaat dan iets trager, maar gewoonlijk veel beter. No gain without pain.”
Ligt u nu nog soms wakker?
TACK. “Als je het zou vragen aan mijn vrouw, zal die zeggen dat ik 24 uur per dag en zeven dagen per week werk, omdat mijn hoofd altijd maalt. Het is een passie, zoals een renner die de Ronde van Frankrijk rijdt. Die denk ook uitsluitend daaraan.”
Eind vorig jaar nam u de matrassen- en kussensproducent Latexco over.
TACK. “Onze prioriteiten zijn duidelijk. Eerst en vooral is dat investeren in onze bedrijven, zodat die top zijn. We hebben bijvoorbeeld in Ieper een gerobotiseerd magazijn gebouwd en zijn nu bezig met gerobotiseerde heftrucks, een gevolg van de automatische loonindexering die we moeten compenseren. Ten tweede, als we zien dat dat goed gaat en die bedrijven top zijn, bekijken we waar ter wereld we nog een nieuwe fabriek kunnen bouwen. Nu doen we dat in Ohio, Nederland en Frankrijk. Pas daarna kijken we of we nog zaken overnemen, waarbij we ‘zaaien naar de zak’, zoals ze hier zeggen.”
Is er een missing link, een activiteit waarin u graag nog actief zou worden?
TACK. “Wij hebben nooit iets gedaan in de financiële sector. Dat is misschien iets waarover we nog moeten nadenken, al is het nu niet aan de orde. Ik vind wel dat Ackermans & van Haaren zijn activiteiten nog meer gespreid heeft.”
Ackermans & van Haaren is hét voorbeeld?
TACK. “Je moet altijd je eigen weg gaan, opletten voor copy-paste. We proberen zo veel mogelijk te leren van wat rondom ons gebeurt. Maar je moet ook je plaats kennen. Wij zijn ook maar wat we zijn. Veel bedrijven zijn tien keer groter. Laat ons de voetjes op de grond houden.”
U nam in 2021 een belang van 22 procent in de kranenproducent Sarens over van de investeringsmaatschappij Waterland. Enkele maanden geleden verkocht u het aan de familie Sarens. Omdat u de controle niet kon verwerven?
TACK. “Nee. We kijken daar heel positief op terug. We hebben de familie kunnen helpen haar bedrijf terug te kopen. Voor mijn dochter en schoonzoon, die daar beiden aan de slag zijn geweest, was het ook leerrijk in een andere familiedynamiek mee te draaien. Zijn daar verbeterpunten? Altijd. Maar waarom altijd focussen op het negatieve?”
Hebt u spijt dat het belang de deur uit is?
TACK. “Maar neen. In het leven moet je genereus zijn. Niets is stommer dan naijver. Ik ben heel blij dat het gegaan is zoals het is gegaan.”
Is managen moeilijker, nu de groep zoveel ruimer is?
TACK. “Mijn moeilijkste periode was toen ik met vijftig medewerkers werkte, want toen moest ik het allemaal zelf doen en alles zelf plannen. Toen lag ik ’s nachts te denken: verdorie, ik heb de pallets niet klaargezet, dus kunnen ze om vijf uur niet beginnen. Maar het is altijd moeilijk geweest. Het gebeurt nu ook dat ik thuiskom en tegen mijn vrouw zeg: ‘Laat me eerst eten en mijn hoofd even tot rust komen, dan doen we wel een babbelke’.”
Wat is de belangrijkste les die u hebt geleerd als ondernemer en CEO?
TACK. “Dat je, om het even wat je doet, ervan moet uitgaan dat het volledig zal tegenslaan en je je moet afvragen of je dat kunt overleven. Dat is de eerste parameter in ons beslissingsproces: hoe goed we ook denken dat het is en hoe sterk we er ook in geloven, als het volledig tegenslaat, bestaan we dan nog? Als het antwoord nee is, is het niet voor ons.”
Wat was uw moeilijke moment?
TACK. “Er zijn zoveel moeilijke momenten geweest, maar het moeilijkste was toen ik nog zeer jong was. Ik weet nog dat ik in Amerika zat te wenen in mijn hotelkamer, omdat ik het niet meer zag zitten en dacht: zou ik niet beter weer auto’s gaan wassen in mijn vaders carwash? Maar dan sta je ’s anderdaags op en verman je je.”
In 2012 zei u dat Picanol onder geen beding van de beurs zou verdwijnen. Het is er toch van gekomen. Zou dat ook kunnen voor Tessenderlo Group, waarvan de freefloat richting 20 procent erodeert?
TACK. “Dat weet ik niet. Ik lig daar totaal niet wakker van.”
Ook andere bedrijven, zoals Sioen, zijn niet langer beursgenoteerd.
TACK. “Ik kan de overwegingen van anderen niet beoordelen. Beursgenoteerd of niet, wij zullen hoe dan ook altijd een familiebedrijf blijven. Ook mijn kinderen kiezen daarvoor. Zij hebben zelf een familiecharter opgesteld. We hebben professoren die hen daarbij begeleiden. Ik heb hun ook gevraagd wat zij willen, want voor mij hoeven ze het niet te doen. Wij beheren dit allemaal voor toekomstige generaties.”
Wat zijn nog de voordelen van een beursnotering?
TACK. (Blaast) “Je hebt een zeer goede transparantie, en er is financiële flexibiliteit. Picanol heeft in 2014 nog een kapitaalverhoging van 175 miljoen gedaan. En de beursbekendheid van het bedrijf helpt enigszins om talent aan te trekken. Nogmaals: een delisting is echt niet iets wat ons nu bezighoudt.”
Al zou het ooit kunnen?
TACK. “Je kunt niets uitsluiten in het leven. Alleen zotten veranderen nooit van gedacht.”
Een van de hoofdredenen van de fusie was een vereenvoudiging van de structuur. Misschien ook eenheid van commando?
TACK. “In Ham (waar Tessenderlo is gevestigd, nvdr) zitten de mensen niet te wachten tot ik een instructie geef. Dat wil ik duidelijk stellen. We zorgen ervoor dat we overal heel sterke teams hebben en ik geloof vooral in bottom-up.”
Wat doen uw kinderen?
TACK. “Onze jongste, Louis, werkt hier ondertussen zeven jaar (bij Picanol, nvdr). Hij is begonnen aan de montageketting, machines assembleren. Daarna ging hij mee met technici naar het buitenland om nieuwe fabrieken te installeren, en vervolgens heeft hij in de dienst na verkoop gewerkt. Toen de covid-pandemie uitbrak, hebben we hem teruggehaald uit Turkije, en nu doet hij commercieel-technische projecten. Hij is amper 25. Geef mijn kinderen alstublieft de kans zich te ontwikkelen, met vakkennis. In de functie die ze ooit zullen uitoefenen, is het heel belangrijk dat ze weten waarover ze spreken. Dat kun je maar leren door onderaan te beginnen en eraan te werken.
Ik ben altijd bang. Als ik bezig ben aan een grote overname, schiet ik om 2 uur wakker. Als je de risico’s niet ziet, is het ook gevaarlijk
“Met mijn andere zonen, Rémy en Gregory, is het in de textielbedrijven niet anders gegaan. Zij zijn dertigers nu en leiden Love Home Fabrics Group, de cluster van onze textiel- en latexbedrijven. Zij zitten vooral in een vliegtuig (lacht), want we hebben activiteiten van China en India tot in Mexico. Mijn dochter Laurie is bestuurder bij Tessenderlo Group. Ze heeft al heel veel gewerkt en zwaar gestudeerd, en heeft een klein kindje. Ze is dus ook bezig met haar gezin. Later zal ze weer meer tijd aan het professionele kunnen wijden. Mijn andere dochter, Aurélie, werkt als zelfstandige in digitaal ontwerp. Zij is niet actief in de groep.”
Hebben ze uw ondernemersgenen?
TACK. “Een kind is ook 50 procent de moeder. Toen Laurie heel goede punten haalde in Harvard, zeiden mensen dat ik geluk had met zo’n slimme dochter. ‘Niet moeilijk, met zo’n slimme moeder’, antwoordde ik. Het zou jammer zijn mochten we allemaal gelijk zijn. In de diversiteit schuilt de rijkdom, ook in een familie. Ze weten heel goed van elkaar welke talenten ze hebben. Als er een probleem is, weten ze wie van hen dat het beste kan oplossen.”
Droomt u ervan dat een van hen u ooit opvolgt?
TACK. “Neen. Ik zou heel graag hebben dat ze hun eigen droom najagen, en niet de mijne. Van mij hoeven ze niets.”
Geven ze aan er zin in te hebben?
TACK. “Ze werken gepassioneerd mee en ze werken niet minder dan ik, dus ja…”
Waar ziet u zichzelf staan over tien jaar?
TACK. “Ik zou het heel spijtig vinden als ik dan met pensioen zou zijn. Wat niet wil zeggen dat ik dan nog in dezelfde positie bezig zal zijn. Maar ik denk niet dat ik ooit zal stoppen met ondernemen.”
Wat voedt de passie?
TACK. “Nieuwsgierigheid en altijd willen bijleren. Een dag waarin ik niets heb bijgeleerd, is een verloren dag. Ik probeer altijd beter te worden en mijn mindere kanten te managen.”
Er wordt graag ingezoomd op uw fortuin. U staat in de Forbes-lijst van miljardairs. Stoort dat u?
TACK. (Haalt de schouders op) “Wij wonen al ons hele leven in dezelfde boerderij. Ik zou ook niet weten wat ons gelukkiger zou maken dan hetgeen we nu doen. Ook onze vakanties zijn vrij primitief. Die brengen we al vele jaren door in de Franse Haute-Savoie, in een klein dorpje tussen de koeien.”
U bent omschreven als timide en mediaschuw.
TACK. “Mediaschuw ben ik nooit geweest. Ik had gewoon geen tijd. Ik reis enorm veel. Een vliegende vogel vangt meer dan een zittende vogel. Vorige zondag ben ik naar Madrid gevlogen, maandag was ik in Zaragoza, dinsdag in Barcelona, en over enkele dagen vertrek ik naar Milaan voor een week. In de zomermaanden ben ik gewoonlijk in Amerika, omdat hier dan veel stilligt en ik daar kan voortwerken.”
U zwemt elke ochtend.
TACK. “Dat doe ik op aanraden van een sportdokter. Ik kwam ziek terug uit Amerika en vroeg een paardenmiddel, omdat ik een raad van bestuur had. Hij zei dat hij al diegenen die zwemmen er in zijn praktijk meteen kan uithalen. Dus ben ik tijdens de pandemie begonnen met zwemmen, en mijn vrouw en ik hebben ook een beetje op onze voeding gelet. We zijn samen 30 kilo vermagerd, maar we geven geen details over wie hoeveel” (lacht uitbundig).
Wat zou u nog graag doen?
TACK. “Ik leer graag talen, want zo leer je ook de cultuur van een land kennen. Ik heb mijn vrouw voorgesteld naar Buenos Aires te gaan, en er ’s ochtends Spaanse les te volgen en in de namiddag tangoles. Misschien lukt het ooit.”
Wat was uw meest recente euforische moment?
TACK. “Ik heb het grote geluk dat ik een goede, sterke vrouw heb en dat we elkaar graag zien. Ik heb veel te danken aan haar. Zij heeft altijd de boel samengehouden. We hebben vier kleinkindjes en komen regelmatig op zondagnamiddag om vijf uur met de familie samen om een boterham met hesp of kaas te eten (glundert). Dat zijn gelukkige momenten.”
Luc Tack is dit weekend te gast in Trends Talk op Kanaal Z.
Bio
· Geboren in Waregem, 61 jaar
· 2005: stapt in Picanol
· 2009: meerderheidsaandeelhouder van Picanol
· 2013: verwerft 27,5 procent in Tessenderlo Group van de Franse holding SNPE
· 2016: eerste poging om Picanol en Tessenderlo te fuseren mislukt
· 2023: delisting van Picanol, dat opgaat in Tessenderlo Group
· Eigenaar Begoos (koepel boven zes tankcleaningbedrijven, onder meer PB Terminal en Ecotack), Oostiep Group en Verbrugge (aandeelhouders Tessenderlo Group), Harmony Industries, Love Home Fabrics, de koepel boven textielbedrijven als Ter Molst (meubelstoffen), Oostrotex (garenextrusie), Clarysse (bad- en bedlinnen), Pieters Textiel (matrassenstoffen), Monks (matrassenstoffen), Symphony Mills (interieurstoffen)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier