De Ieperse weefgetouwenproducent Picanol wil zich in de toekomst nog beter wapenen tegen een daling in de conjunctuur. Dat zei CEO Luc Tack bij de voorstelling van de halfjaarcijfers die in vergelijking met 2013 een knauw kregen.
Zoals verwacht zijn de halfjaarcijfers van 2014 niet van het niveau van recordjaar 2013. “Dit is cyclisch. Er is een wereldwijde daling in de vraag naar weefgetouwenmachines”, aldus Tack.
Toch is de CEO tevreden met de resultaten die in lijn liggen met de goede jaren 2007 en 2012. “We zijn afhankelijk van de cyclus, maar het moet het doel zijn om onze pieken, zoals in 2013, steeds hoger te leggen”, aldus Tack. Die piek wordt nog niet verwacht in de tweede helft van dit jaar, want het orderboek staat nog niet overvol. Voorts is er een verdere afkoeling van de wereldmarkt en de muntfluctuaties blijven Picanol parten spelen.
Maar Picanol zet in op de lange termijn en op differentiatie. In dat opzicht werd eind vorig jaar een belang van ruim 27 procent genomen in de chemiegroep Tessenderlo. Dat belang leverde in het eerste semester een bijdrage van 5,5 miljoen euro in het nettoresultaat van Picanol Group.
Tack uitte trouwens zijn tevredenheid over Tessenderlo. “Het is een bedrijf in transformatie, maar met een lang verleden en vooral een lange toekomst.” Daarnaast wil Picanol verder inzetten op zijn poot ‘Industries’. In dat segment vermarkt Picanol de productie van bepaalde onderdelen voor derden, voorbeeld voor landbouwmachines. Die poot moet eventuele cyclische dalingen in de verkoop van weefgetouwenmachines opvangen. Picanol streeft ernaar een volcontinu systeem van de gieterij op poten te zetten. “Daar moeten we voor vechten, vandaar onze contracyclische investeringen”, aldus Tack.
Ook ‘Onderzoek en Ontwikkeling’ (O&O) blijft een belangrijke rol spelen. Zo opent Picanol op 11 september een nieuwe proefdraaizone en een trainingscentrum voor eigen personeel en klanten in Ieper. (Belga/BO)
