Loonakkoord: ‘Helft van bedrijven volgt afspraken binnen de sector’
Het langverwachte loonakkoord kreeg groen licht van de federale regering, maar niet alle bedrijven zijn van plan de richtlijn van 1,1 procent strikt te volgen.
Het zogenaamde interprofessioneel akkoord (IPA) 2017-2018 kreeg donderdag groen licht van de federale regering, nadat de sociale partners halfweg januari al overeenstemming hadden bereikt.
Dat interprofessioneel akkoord houdt voor de volgende twee jaar onder meer een stijging van de lonen met maximaal 1,1 procent in. Die stijging komt bovenop de index.
Hoewel de nieuwe loonnormwet in het parlement nog moet worden goedgekeurd, polste hr-dienstverlener SD-Worx bij duizend Belgische bedrijven hoe de bedrijfsleiders de loonsverhogingen zullen toepassen, want niet iedereen is van plan zich aan de strikte bepalingen binnen de sector te houden.
Bedrijven zijn weliswaar verplicht om de afspraken op te volgen die de sector waarvan ze deel uitmaken hierover maakt, maar er blijft nog ruimte voor een eigen loonbeleid.
Uit de peiling van SD Worx blijkt dat 53 procent van de gepolste bedrijven gewoon de sectorale invulling volgt. Dat betekent dat iets minder dan de helft van de bedrijven dat niet doet, of mogelijk niet doet.
Extraatje voor de werknemer
Iets meer dan een kwart (27 procent) wil een aanvullend deel van de loonsverhoging via een eigen loonbeleid regelen, en 19 procent is van plan bovenop de sectorale afspraken de werknemers nog een extraatje te bieden, op voorwaarde dat daar financiële ruimte voor is en aan de loonnorm wordt voldaan.
“Uit de cijfers blijkt dat de sector een grote impact heeft op het toepassen van de loonsverhogingen. Dat is duidelijk en goed. Daarnaast zien we dat een groot deel van de bedrijven liever zelf meer te beslissen zou hebben over hoe de loonsverhogingen toe te passen. Hoe groter het bedrijf, hoe groter die ‘goesting’ om zelf te kunnen bepalen”, verduidelijkt Jan Vanthournout, juridisch adviseur bij SD Worx.
Het blijft dus afwachten hoe bedrijven in de praktijk zullen omgaan met de goedgekeurde 1,1 procent loonsverhoging.
“Als een sector die verhoging collectief en lineair invult, zoals de 250 euro extra die enkele jaren geleden werd toegekend aan alle bedienden van het paritair comité 200, blijft er weinig ruimte over voor het individuele bedrijf om ‘iets’ te doen binnen de eigen baremastructuur of om goede presteerders extra te verlonen. Die extra’s hangen dan vooral af van de financiële resultaten”, merkt Vanthournout op. In dat geval is het voor een kleinere kmo makkelijker om ‘het momentum’ te verzilveren dan een groot bedrijf.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier