De balans van de stikstofscenario’s: landbouwsector vreest kaalslag

© National
Wolfgang Riepl
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

De landbouwsector is ronduit in paniek. Het voorstel van decreet van Open Vld en N-VA over stikstof betekent het einde van de vee- en varkensteelt in Vlaanderen, is de vrees.

Bij de vereniging van veevoederfabrikanten BFA circuleren twee scenario’s. Het eerste is gebaseerd op het voorstel van decreet van Open Vld en N-VA waarover de Raad van State zich heeft uitgesproken. “Dat voorstel betekent het einde van de professionele veehouderij in België en alle aanverwante activiteiten, zoals veevoederproductie, zuivelverwerking, stallenbouw en slachthuizen”, zegt Katrien D’hooghe, algemeen directeur van BFA. Door de strenge normen waaraan de uitstoters van stikstof moeten voldoen, verwacht de vereniging dat 7.000 van de 8.000 professionele veehouderijen zouden verdwijnen. Dat komt overeen met 4 à 4,5 miljoen ton veevoeder, of vier vijfde van de Vlaamse veevoederproductie.

Iets milder is het scenario op basis van het stikstofakkoord dat de Vlaamse regering in maart heeft bereikt. Maar ook dan is de impact van de afbouw van de veestapel gigantisch, zowel voor de productie, de omzet als de werkgelegenheid (zie schema). De vereniging benadrukt bovendien dat de markt vandaag al corrigeert. In 2022 daalde de productie van varkensvoeder met 9 procent door de zwakke prijzen voor varkensvlees toen. Die situatie is inmiddels wel gekeerd.

© National

Bron: Vereniging van Belgische Veevoederfabrikanten BFA

Melkimporteur

Ook de Belgische zuivelproducenten, verenigd in BCZ, houden hun hart vast voor de toekomst. Tot nu ging BCZ uit van een scenario waarin de melkveestapel en de melkleveringen met een tiende zouden dalen. “Terwijl onze sector eigenlijk was uitgegaan van een gematigde groei, en daarvoor ook had geïnvesteerd”, benadrukt gedelegeerd bestuurder Lien Callewaert.

In dat scenario verdampt 385 miljoen euro omzet aan melkproducten en sneuvelen 550 banen. De zuivelbedrijven zouden bovendien voor 115 miljoen euro aan bijzondere waardeverminderingen moeten boeken door de gedwongen inkrimping van de productiecapaciteit. “De export van zuivel zou met 300 miljoen euro dalen, waardoor het handelssaldo negatief kan worden”, zegt Lien Callewaert. “Heel belangrijk is ook dat onze zelfvoorzieningsgraad onder de 100 procent zou dalen. We zullen dus meer zuivel moeten invoeren dan we zelf produceren.”

Duurder vlees

De Belgische vereniging van slachterijen en uitsnijbedrijven FeBev maakte einde december 2021 een studie over de mogelijke impact van stikstofmaatregelen. Volgens gedelegeerd bestuurder Michael Gore blijft die studie nog altijd overeind. De slacht- en uitsnijsector heeft een omzet van 4,2 miljard euro, en biedt werk aan 6.100 mensen. Die omzet levert een overschot op de handelsbalans van 1,4 miljard euro. De export gebeurt vooral naar landen van de Europese Unie. Ook het zogenoemde ‘slachtafval’ is belangrijk. Dat vindt meestal zijn weg buiten de Europese Unie. “Dat soort producten wordt hier nauwelijks geconsumeerd, maar heeft wel een waarde buiten de Unie en is daarom uitermate belangrijk voor een gepaste vergoeding voor de producenten”, benadrukt Michael Gore. Het bekendste voorbeeld zijn wellicht varkenspoten: een lekkernij in China, gemeden in Vlaanderen.

Vorig jaar werden bijna 10 miljoen varkens geslacht. Indien de productie met een tiende zou dalen, betekent dat één slachthuis minder. In de praktijk zouden de slachthuizen de verminderde capaciteit wellicht onderling verdelen. En dat in een sector die sowieso al een rendabiliteit heeft die bijna twee derde lager is dan in de algemene voedingssector. Maar indien de capaciteit daalt, zal ook het aantal slachtdagen dalen. En dat zal de eindprijzen opdrijven, want de kosten kunnen over minder volumes worden gespreid. “Het vlees zal onvermijdelijk duurder worden voor de consument.” FeBev begroot de totale schade bij afbouw met een tiende van de varkensproductie op 190 tot 240 miljoen euro. 520 werknemers in de slachterijen, uitsnijbedrijven en toeleveranciers zouden hun baan verliezen. Mocht de rundveestapel met een tiende dalen, dan kost dat volgens FeBev 84 tot bijna 130 miljoen euro. Het banenverlies zou relatief beperkt blijven, met 75 jobs.

Die berekeningen houden nog geen rekening met de impact op de vleesverwerking: charcuterie, gehakt vlees, vleesbereidingen, enzovoort. De invloed op allerlei bijproducten is evenmin opgenomen in de berekening. Het darmslijm van varkens is een grondstof voor antistollingsmiddelen, varkenshaar wordt gebruikt in de borstelproductie. En met varkensbloed worden onder meer meststoffen geproduceerd. De alternatieven moeten wellicht buiten Vlaanderen of België worden gezocht.

Totaal onrealistisch

Arvesta is de Belgische marktleider voor de toelevering aan de landbouw, en een filiaal van MRBB, de financieel-economische holding van de landbouworganisatie Boerenbond. Het decreet van Open Vld en N-VA zou neerkomen op een daling van het aantal werknemers bij Arvesta met een achtste, of 240 mensen. De bedrijfskasstroom zou evenredig dalen, met 9,5 miljoen euro. “Dit scenario betekent het einde van de vleesteelt in Vlaanderen”, zegt woordvoerder Stéphanie Deleul. “Een totaal onrealistisch scenario, waar niemand rekening wil mee houden.”

Maar ook op basis van het stikstofakkoord van maart is het effect groot, met 100 werknemers minder en circa 4 miljoen euro minder bedrijfskasstroom. “De consumptie van dierlijke producten per capita stagneert in België”, besluit Stéphanie Deleul. “Als de productie in eigen land daalt, moet het vlees van elders komen. Terwijl Vlaanderen in kwaliteit, veiligheid, traceerbaarheid, dierenwelzijn en ecologische voetafdruk tot de beste van de wereld behoort.”

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content