Kunnen de verzekeraars de factuur van de overstromingen betalen?

ravage na de overstromingen in de Waalse gemeente Pepinster © belga
Patrick Claerhout
Patrick Claerhout redacteur bij Trends

De zware regenval en overstromingen zullen de Belgische verzekeringsmaatschappijen een pak geld kosten. Dat hoeft geen onoverkomelijk probleem te zijn, want de sector maakt sinds 2015 steevast meer dan 2 miljard euro winst per jaar.

De voorbije jaren lagen de Belgische verzekeraars vooral wakker van de lage rente. In een studie van PwC uit 2019 kwam dat als hun voornaamste kopzorg naar voren. Over de gevolgen van de klimaatverandering maakten ze zich minder zorgen dan hun collega’s in de rest van de wereld. Dat kwam waarschijnlijk omdat we in België lange tijd gespaard zijn gebleven van grote natuurrampen. Sinds vorige week weten we beter.

In 2016 werd ons land al eens getroffen door een zware storm en overstromingen. Toen waren er 27.000 aangiften en keerde de sector in totaal voor 143 miljoen euro schadevergoeding uit. Deze keer zal de rekening hoger uitvallen, liet Wauthier Robyns, communicatiedirecteur van Assuralia, verstaan. Hij spreekt van minstens 150 miljoen euro, maar geeft toe dat dit een uiterst voorzichtige schatting is. Wellicht zal de schade, als ze volledig is opgemeten, een heel pak hoger zijn en vele honderden miljoenen bedragen.

Zwaarste calamiteit

In Duitsland, waar de ramp nog erger was dan in ons land, spreekt de sectorfederatie van verzekeraars van de zwaarste calamiteit sinds 2002. “We denken dat de verzekerde schade tussen 4 en 5 miljard euro zal uitkomen”, zei CEO Jörg Asmussen donderdag. “Waarschijnlijk valt de rekening hoger uit dan in augustus 2002, toen overstromingen 4,65 miljard euro schade veroorzaakten.”

Verzekeringsmakelaar Aon wees er eerder op dat Duitsland en andere landen van Europa in juni ook al het slachtoffer waren van noodweer. De onderneming denkt dat de factuur voor de juni-stormen in heel Europa kan oplopen tot 4,5 miljard dollar (3,8 miljard euro), waarvan 1,7 miljard euro voor rekening van de Duitse verzekeraars.

En dat is enkel de verzekerde schade, de reële economische schade ligt nog hoger. Aon wijst erop dat zowat de helft van de huizen in Duitsland niet verzekerd zijn tegen extreme weersomstandigheden. In een recent rapport raamde de ECB de economische kostprijs van extreem weer in de eurozone in 2019 op 120 miljard euro. Daarvan was slechts 30 procent gedekt door verzekeringspolissen.

Spaarpotje

Waarnemers zijn het erover eens dat de verzekeringssector de hoge schadevergoedingen aankan. In de eerste plaats omdat zij zich zelf indekken door een beroep te doen op herverzekeraars. In de tweede plaats omdat ze de voorbije jaren minder schade moesten vergoeden dan er premie-inkomsten binnen kwamen, waardoor ze een spaarpotje konden aanleggen. Zo was het covid-jaar 2020 voor de meeste verzekeringsmaatschappijen een prima jaar, zeker in schadeverzekeringen. Er waren bijvoorbeeld veel minder auto’s op de baan, wat in de tak autoverzekeringen leidde tot een gevoelige afname van het aantal schadedossiers.

De Belgische verzekeringsbedrijven realiseerden in 2020 een gezamenlijke winst van 2,8 miljard euro, goed voor een return op eigen vermogen van 12,5 procent, blijkt uit cijfers van de Nationale Bank. Dat is meer dan de winst uit 2019, die op 2,3 miljard euro uitkwam. De voorbije vijf jaar maakten de verzekeraars jaarlijks meer dan 2 miljard euro nettowinst, vooral dankzij de goede resultaten in schadeverzekeringen.

Bewustwording voor klimaatverandering

De bewustwording voor de gevolgen van de klimaatverandering is intussen fors gegroeid. Extreem weer zorgt voor steeds meer schade aan huizen, auto’s en bedrijven, beseffen verzekeraars. Wereldwijd zien ze die evolutie in hun cijfers. Aon becijferde dat natuurrampen zoals bosbranden, tornado’s en overstromingen in de eerste zes maanden van dit jaar al voor 42 miljard dollar (36 miljard euro) verzekerde schade zorgden. Dat is twee keer zoveel als de gemiddelde kosten over de voorbije veertig jaar.

Op de vraag wat de belangrijkste langetermijnuitdaging voor de sector is, antwoordde Jef Van In, de CEO van AXA Belgium, zonder verpinken: de klimaatopwarming. Hij wees op de grote impact die weerfenomenen hebben op de resultaten van verzekeraars en de nood om de transitie te maken naar een groene en duurzame economie. ‘Corona is maar het aperitief voor de klimaatcrisis’, luidde de veelzeggende titel boven het interview.

Als verzekeraars systematisch meer schade moeten vergoeden als gevolg van het extreme weer, zullen ze hogere premies aanrekenen. Maar de verwachting is dat de premieverhogingen niet iedereen even hard zullen treffen. Verzekeraars houden bij het berekenen van de premies immers rekening met het risico op schade. Wie zich in een potentieel overstromingsgebied vestigt, zal dus meer betalen dan wie niet in een risicogebied woont, of zal misschien geen verzekeraar meer vinden die het risico wil dekken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content