Experimenteren met AI: niet alle bedrijven even enthousiast

© Getty
Rachana Shanbhogue Adjunct editor bedrijfsleven van The Economist

Generatieve artificiële intelligentie biedt veel kansen voor bedrijven. Maar niet iedereen zal er snel mee uitpakken.

ChatGPT werd al snel na zijn lancering eind 2022 een sensatie. Binnen de twee maanden stelden 100 miljoen gebruikers allerlei ­leuke vragen, zoals ‘schrijf een rapnummer met ver­wijzingen naar Spongebob Squarepants’. Het aantal mensen dat googelde op ­‘artificiële intelligentie’ (AI) explodeerde en de manie maakte investeerders enthousiast. Maar de echte belofte is gelegen in het gebruik van de technologie in het bedrijfsleven. Ze zou sneller kunnen worden overgenomen dan eerdere innovaties, maar dat betekent niet dat het van de ene op de andere dag zal gebeuren.

Het potentieel is fantastisch. Volgens het adviesbureau McKinsey zal drie kwart van de zakelijke toepassingen van generatieve AI in vier gebieden gebeuren: klanten­activiteiten; marketing en verkoop; software-engineering; en onderzoek en ontwikkeling. Navigeren door een complexe belastingwet­geving of de samenvatting van een juridisch document kan een koud kunstje worden. Typ de juiste vraag (‘prompt’ in het jargon) in en een eerste concept van een marketingtekst verschijnt op magische wijze. Veel programmeurs vertrouwen nu al op Copilot, een coderingstool van Microsoft, om hen te helpen bij het schrijven van programma’s. Studies tonen aan dat werknemers met ­lager dan gemiddelde prestaties het meeste voordeel halen uit het gebruik van generatieve AI, wat een grote toename van de productiviteit voor bedrijven belooft.

Voorzichtig en aarzelend

Wat ook helpt, is dat veel genera­tieve AI-tools gemakkelijker ­toegankelijk zijn dan eerdere technologieën. Het is niet zoals bij pc’s of smartphones, waar werkgevers veel hardware moesten inkopen, en zelfs niet zoals bij e-commerce, waar veel winkels hun eigen infrastructuur moesten opzetten. Veel bedrijven zullen merken dat ze kunnen samenwerken met bedrijfjes die tools op maat ontwerpen. En bedrijven als Microsoft en Google integreren generatieve AI in hun kantoorsoftware, wat betekent dat iedereen die een document of spreadsheet opent binnenkort kan ­gebruikmaken van de tools.


Veel van de grootste bedrijven zijn al aan het experimenteren. De bank Morgan Stanley gebruikt AI om vermogensbeheerders te helpen. Het farmabedrijf Eli Lilly heeft een deal gesloten met een start-up die ‘autonome laboratoria’ runt om veelbelovende moleculen te identificeren. Zo’n 8 procent van de patenten die in 2020-2022 door grote techbedrijven werden geregistreerd, hadden iets te maken met AI.

Toch zijn niet alle bedrijven even enthousiast. Buiten de technische wereld zegt slechts een derde van de managers aan McKinsey dat ze regelmatig generatieve AI gebruiken. Ongeveer de helft heeft de technologie geprobeerd maar ­gebruikt ze niet, en ongeveer een vijfde heeft er helemaal niets mee te maken gehad. Er ontstaan twee andere kampen naast de enthou­siastelingen: de voorzichtige en de aarzelende.

Heldere inschatting

De voorzichtige bedrijven vinden dat er nog veel aan de technologie moet worden gesleuteld. Chatbots lijden weleens aan ‘hallucinaties’: ze verzinnen dingen die gevaarlijk aannemelijk klinken. En veel ­uitgevers en makers van content slepen de gebruikers van AI-modellen voor de rechter. Sommige bedrijven zijn op hun hoede voor die juridische risico’s, of voor het reputatierisico. De bank JPMorgan Chase heeft het gebruik van ChatGPT door medewerkers verboden, ook al experimenteert het bedrijf op een hoger niveau met AI.

Andere bedrijven aarzelen om hun teen in het water te steken. Er kunnen grote verschillen optreden bij het invoeren van technologie. Hoewel het internet al in de vroege jaren negentig door bedrijven werd gebruikt, duurde het tot het einde van de jaren 2000 voordat twee derde van de bedrijven in Amerika een website had. Veel bedrijven hebben verouderde systemen, waardoor het invoeren van geavanceerde technologie een hele opgave kan zijn. Managers in de publieke sector, of in sectoren die sterk gereguleerd zijn zoals nutsbedrijven, voelen misschien weinig noodzaak om te innoveren. Zulke sectoren vormen een groot deel van de ­economie. In Amerika zijn ze goed voor een kwart van het bbp.

De aarzeling kan ook van de werknemers komen. Hoewel de technologie belooft een einde te maken aan saai werk, zullen sommigen vrezen dat ze hen uiteindelijk zal vervangen. Uit een onderzoek van het adviesbureau BCG blijkt dat ­lagere werknemers eerder bezorgd en minder vaak optimistisch zijn over generatieve AI dan bedrijfsmanagers of -leiders. In extreme gevallen zouden de vakbonden de invoering van de technologie kunnen vertragen. Sommige zouden zelfs zover kunnen gaan als het schrijversgilde in Hollywood, dat een groot deel van 2023 staakte uit angst voor de gevolgen van AI voor hun baan.

Hoe moet de AI-bewuste baas dan over de technologie denken? Het helpt om een heldere inschatting te maken van de voordelen en de kosten van het gebruik van een nieuwe en risicovolle technologie, voordat je besluit of je een enthousiaste, voorzichtige of aarzelende adoptant wilt zijn. En het allerbelangrijkste is dat uw werknemers meedoen. Besteed aandacht aan hun angsten en overtuig hen van de voordelen van experimenteren.

Partner Content