Ann Caluwaerts

‘In digitale maatschappij is kennis slechts startpunt’

Ann Caluwaerts EVP People, Brand & Corporate Affairs Telenet

We moeten afstappen van de klassieke kennis als startpunt. Dat zegt Ann Caluwaerts, topvrouw bij Telenet.

Veel bedrijven hebben er al meermaals voor gewaarschuwd: als we onze maatschappij niet klaarstomen voor de oprukkende digitalisering, dan dreigt onze economie daar een prijs voor te betalen. De Sociaal Economische Raad van Vlaanderen (SERV) trekt aan de alarmbel en legt een actieplan voor. Ons onderwijs blijft daarin een sleutelrol spelen. Maar we moeten afstappen van de klassieke kennis als startpunt.

Het is voor mij geen verrassing dat we er op de Europese index voor digitale economie en maatschappij op achteruitgaan: van de zesde naar de achtste plaats. Heel wat bedrijven hebben er al meermaals voor gewaarschuwd. Denk maar aan al die discussies over meer jongeren in STEM-richtingen (science, technology, engineering en mathematics).

Permanent bijscholen

Ik werk al meer dan 25 jaar in de telecomsector en moet me permanent bijscholen om bij te blijven. Ghandi’s uitspraak is mijn levensmotto: “Leef alsof je morgen zou sterven, leer alsof je eeuwig zou leven.” Leven en werken in de digitale maatschappij vergt een inspanning: we moeten onze digitale vaardigheden voortdurend aanscherpen. En dat niet alleen. We moeten onze sociale en cognitieve vaardigheden bijsturen, zoals probleemoplossend denken, creatief zijn, weten hoe je onderhandelt en hoe je samenwerkt met anderen.

Op dat voortdurende bijscholen moeten we ons al in het onderwijs voorbereiden. Daarbij moeten we afstappen van een traditionele aanpak. We moeten kijken naar wat de maatschappelijke en economische noden zijn en meer dan ooit grensoverschrijdend werken. Bedrijven en scholen moeten elkaar versterken, denk maar aan duaal leren.

Maar we moeten ook out of the box durven te denken. Jongeren die schoolmoe zijn, kunnen begeleid worden naar een job in de digitale economie via een niet-traditioneel opleidingstraject zoals bij de VDAB of via laagdrempelige professionele opleidingen. Er zijn een heleboel mooie en succesvolle initiatieven, maar toch blijft de uitdaging bijzonder groot.

In digitale maatschappij is kennis slechts startpunt

Kortom, we moeten ambitieuzer zijn, want bedrijven raken nu al in de problemen omdat hun werknemers niet kunnen volgen met de de digitale versnelling. Indien we willen bijbenen met de digitale versnelling, dan moeten we heel anders beginnen te denken én samenwerken. Het is daarom een goede zaak dat de SERV een groot actieplan voorstelt.

Telenet omarmt de digitale versnelling. Zo zetten we actief in op talentprogramma’s die de digitale, sociale en cognitieve vaardigheden van onze werknemers aanscherpen en ook hun weerbaarheid en wendbaarheid verhogen: zo stomen we onze mensen klaar zodat ze helemaal mee zijn in het digitale tijdperk.

We zetten ook in op het nieuwe werken waarbij we de samenwerking tussen teams bevorderen en mensen met een verschillende achtergrond en expertise bij elkaar brengen. Dat doen we bijvoorbeeld door bij projecten mensen met én zonder een IT-achtergrond samen te zetten. Zo weet de marketeer bijvoorbeeld ook hoe je een project omzet naar digitale platformen. En we versterken onze organisatie voortdurend met nieuw talent zodat we helemaal klaar zijn voor de toekomst. Wat wij op kleine schaal doen, moet Vlaanderen groots aanpakken, met als eerste, belangrijke stap de digitale transformatie van het onderwijs.

Mentaliteitswijziging

Om de uitdagingen beter aan te kunnen, is er dringend een mentaliteitswijziging nodig in het onderwijs. De discussie moet verder gaan dan het eindtermendebat. Pure kennis wordt slechts een startpunt, want we moeten ons meer inzetten op het versterken van digitale, sociale en cognitieve vaardigheden.

Naast het aanleren van digitale vaardigheden, moet het stimuleren van die sociale of zachte vaardigheden een van de speerpunten van kwalitatief onderwijs zijn. We moeten ons ervoor hoeden genoegen te nemen met de middenmoot of tevreden te zijn met een ‘zesjes-cultuur’. Slimme kinderen en jongeren zouden geen schroom moeten voelen als ze de kop boven het maaiveld willen steken. Initiatief en ondernemingszin moeten bij hen extra gestimuleerd en gevierd worden. En cognitief minder sterke kinderen, die het op school wat moeilijker hebben, moeten volop de kans krijgen – en actief gestimuleerd worden – om de vaardigheden te ontwikkelen waarin ze goed zijn.

Het heeft wat weg van een copernicaanse revolutie, die digitale transformatie van het onderwijs: aartsmoeilijk, maar noodzakelijk om bedrijven én onze maatschappij klaar te stomen voor de digitale versnelling. Maar ook bedrijven moeten al in actie schieten door intern anders samen te werken en af te stappen van een silostructuur. Dat kunnen ze door verschillende experts met diverse achtergronden vaker bij elkaar te brengen om zo van elkaar te leren en nog meer creatief en probleemoplossend te denken. Want bedrijven die ook intern te veel op hun eigen eilandje blijven zitten, zullen de digitale versnelling ook niet meer kunnen volgen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content