Volgend weekend scheuren de formule 1-bolides over het asfalt van Spa-Francorchamps voor de GP van België. Onze landgenoot Stoffel Vandoorne is een van de deelnemers. Maar hoe zit het met de businesskant van Vandoorne en van Spa-Francorchamps?
West-Vlaming
De Belgische ogen zijn volgend weekend tijdens de vijftigste Grote Prijs van België op het circuit van Spa-Francorchamps gericht op Stoffel Vandoorne. De 25-jarige West-Vlaming rijdt zijn eerste volledige seizoen in de formule 1 in het McLaren-team. Hij wordt gezien als een toptalent, maar heeft dit jaar door mechanische problemen nog weinig potten kunnen breken. In 2007 wist hij zich in de kijker te rijden. In 2012 was hij kampioen in de Formula Renault 2.0 en won hij de award Driver of the Year van de Royal Automobile Club Belgium. In 2015 pakte hij het kampioenschap in de GP2, de laatste stap voor de F1. In dat jaar werd hij ook F1-testrijder voor McLaren Honda.
Hoge kosten
Om in een F1-zitje te geraken, heb je zo’n 8 miljoen euro nodig. Dat berekende Toto Wolff, de executive director en managing partner van Mercedes-Benz Grand Prix Ltd. De eerste stap is het karten. Daar aan de top te komen, vergt al 1 miljoen euro. Daarna volgt de F4-categorie, waar een seizoen 350.000 euro kost. Een F3-seizoen is goed voor 650.000 euro. De volgende stap is GP2, met 1,5 miljoen euro. Een zitje in de F1 kost doorgaans 2 tot 3 miljoen euro.
Geen ‘pay driver’
Stoffel Vandoorne heeft een gelijkaardig carrièrepad gevolgd, alleen voor het zitje heeft hij niet betaald. Het geld kwam van lokale sponsors, van de RACB en van hemzelf. Het prijzengeld investeerde hij weer in zijn sport. In 2015 zei Vandoorne in Sport/Voetbalmagazine: “Als ik morgen met een zak geld van 10 of 15 miljoen euro naar een team stap, dan is de kans groot dat ik wél in de formule 1 kan rijden. Maar dat geld heb ik niet en ik zou het ook niet willen betalen.” De stempel van pay driver (betalend rijder) raak je nooit kwijt, was zijn argument.
Salaris
Volgens de website TheDrive.com krijgt Stoffel Vandoorne voor zijn eerste volledige seizoen in de F1 bij McLaren een salaris van 300.000 euro. Dat is flink minder dan zijn Spaanse teamgenoot en ex-wereldkampioen Fernando Alonso, die 40 miljoen dollar krijgt.
De F1-teams halen behalve uit de sponsorgelden en de tv-rechten ook inkomsten uit merchandising. Op de site zijn T-shirts, petten, polo’s enzovoort te koop. Er bestaat ook een Stoffel Vandoorne-kledinglijn. De prijzen variëren van 30 euro voor een pet tot 65 euro voor een polo. Vorig jaar is tijdens de GP van België op Spa-Francorchamps voor 200.000 euro Max Verstappen-producten verkocht.
Vandoorne-tribune
Dit jaar is er op Francorchamps ook een Stoffel Vandoorne-tribune. Een weekendticket daarvoor kost 230 euro voor volwassenen en 120 euro voor kinderen. Dat zijn niet de duurste plaatsen. Een Gold-weekendticket (met pit-toegang) kost 580 euro, een Silver-weekendticket 370 of 385 euro. De goedkoopste weekendtickets kosten 145 euro.
Economisch belang
De Grote Prijs van België was voor de organisator Spa Grand Prix (100 % eigendom van de Waalse overheid) jaren een verliespost, met een put van 5 tot 8 miljoen euro per jaar. Dit jaar lijken de verliezen beperkt te blijven, of kan er zelfs winst zijn, gezien de grote publieke belangstelling. De verliezen van de GP werden altijd ruimschoots gecompenseerd door de inkomsten voor de regio.
