Hoe ondernemers de coronacrisis aanpakken en overleven
Covid-19 houdt het bedrijfsleven in een wurggreep. Voor zover mogelijk blijven de bedrijven aan de slag, maar niets loopt volgens de procedures van BC: before corona.
Op de site van de busbouwer Van Hool in Koningshooikt heerst stilte. De productie is er op 18 maart stilgelegd, zeker tot 5 april. “We kunnen de veiligheid van onze werknemers niet langer garanderen”, meldt CEO Filip Van Hool. De productie was al aanzienlijk verstoord door het stijgende ziektecijfer en de stokkende toelevering van onderdelen. Ruim 3450 werknemers zijn door overmacht tijdelijk werkloos om economische redenen. Van Hool heeft een tweede fabriek in Macedonië. Ook daar stijgt het ziektecijfer en verloopt de toelevering van onderdelen moeilijk.
Van Hool is niet het enige bedrijf dat zich door het coronavirus genoodzaakt ziet de deuren te sluiten door. Quick, Burger King, IKEA, Torfs, Volvo Cars en Volvo Trucks, DAF, ZEB: de lijst dikt aan. In enkele dagen moest de Belgische economie de remmen volledig dichtgooien opdat de ziekenhuizen niet overspoeld zouden raken met zwaar zieke mensen.
In de bedrijven die wel open blijven, gelden extra veiligheidsvoorschriften. In veel bedrijven is het hygiënische bewustzijn maximaal opgedreven. Deurklinken, liftknoppen en sanitaire ruimtes krijgen meer poetsbeurten dan gebruikelijk, terwijl de fysieke afstand tussen de werknemers nog nooit zo groot was.
Supermarkten
In tegenstelling tot veel andere bedrijven moesten de supermarkten net vol aan de bak. Toen twee weken geleden duidelijk werd dat België op een lockdown afstevende, kwam een enorme rush op de supermarkten op gang. Winkels werden leeggekocht. De supermarkten riepen publiekelijk op niet massaal te hamsteren. Er is voorraad genoeg. De lege rekken ontstaan doordat het winkelpersoneel ze niet snel genoeg kan aanvullen.
De paniekgolf hield bijna een week aan. Sinds de extra maatregelen van vorige woensdag, zoals de beperking van het aantal klanten per winkel, is het in de meeste supermarkten enkel ‘s morgens nog heel druk. “Mensen denken verkeerdelijk dat ze anders hun producten niet zullen vinden”, zegt Roel Dekelver, de woordvoerder van Delhaize. “Maar we blijven de hele dag door leveren.”
Precieze cijfers over die extra inspanningen zijn moeilijk te geven. Het winkelpersoneel maakt overuren en er zijn uitzendkrachten ingeschakeld. Colruyt Group en Delhaize, samen goed voor de helft van de markt, schakelden nog harder. Colruyt sloot tijdelijk zijn Dreamland-speelgoedwinkels en andere zusterketens, om zich volledig te kunnen concentreren op zijn supermarkten en zijn logistieke keten. Er zijn ook vrijwilligers ingezet uit de administratieve diensten. Delhaize zette een vergelijkbaar systeem van interne helpende handen op. Samen zouden ze daardoor enkele duizenden extra werkkrachten hebben ingezet. “Niet voortdurend”, klinkt het bij Colruyt. “Dagelijks laten wij ongeveer 500 à 600 extra medewerkers van elders in het bedrijf in de verkoop meedraaien. Ze wisselen elkaar af en combineren dat soms ook met telewerk voor hun eigenlijke functies.”
Voeding
Ook de voedingssector zit niet stil. De sector is erkend als een cruciale sector, waardoor onder andere in kinderopvang moet worden voorzien voor de werknemers. “Daar zijn we blij mee”, zegt Nicholas Courant, de woordvoerder van de Belgische vereniging van voedselmakers Fevia. “Maar veel moet nog worden verfijnd en uitgeklaard.”
In de Belgische fabrieken van het voedingsbedrijf Vandemoortele, een specialist in diepgevroren bakkerijproducten, margarines en vetten, bedraagt het absenteïsme 15 procent. “Dat is hoger dan in Italië. Daar is het vandaag 9 procent, terwijl dat normaal 6,5 procent is”, weet Jules Noten, de CEO van Vandemoortele. “Ik ben onder de indruk van onze mensen in Frankrijk en Italië. Zij zijn zich bewust van hun verantwoordelijkheid: de voedselketen moet blijven draaien. Wie in België ziektesymptomen heeft, moet uiteraard thuisblijven. Maar wie gezond is, moet uit burgerzin komen werken.”
Toch is de kans klein dat de komende weken voedseltekorten ontstaan in de winkels, klinkt het bij de vlees-, de zuivel- en de fruit- en groentebedrijven. “De productie in eigen land kan meer dan voldoende tegemoetkomen aan de nationale vraag”, stelt Michael Gore, de gedelegeerd bestuurder van de federatie van vleesproducenten Febev.
“We hebben veel grotere volumes aangeleverd aan de supermarkten. Dat is begrijpelijk, gezien het hamsteren, maar dat is ook nodig door de verschuiving van consumptie buitenshuis naar consumptie thuis. We verwachten dat die trend de komende tijd doorzet”, vertelt Dennis Duinslaeger, het hoofd investeerdersrelaties bij Greenyard, de grootste verdeler van fruit en groenten in België, die deels ook producent is.
“60 procent van onze zuivel wordt geëxporteerd”, weet Renaat Debergh, de gedelegeerd bestuurder van de Belgische zuivelindustrie. “We produceren dus volop, maar het moet uiteraard ook nog ter plaatse raken.”
Dat betekent dat er voldoende gezonde mensen moeten zijn die elke dag aan het werk gaan en extra inspanningen leveren. Duinslaeger: “We nemen heel duidelijke voorzorgsmaatregelen: telewerk, voldoende afstand houden op de werkvloer, onafhankelijk werkende teams, ontsmetting en extra aandacht voor de chauffeurs en de ontladers. Toch is het niet ondenkbaar dat ook bij ons een deel van de mensen ziek thuis zal zitten. Daarom is het positief dat onze beleidsmakers nu al inspanningen leveren, zodat bijvoorbeeld technisch werklozen kunnen worden ingezet of seizoensarbeid gemakkelijker wordt.”
In Italië en Frankrijk lag in sommige regio’s geen vlees meer in de rekken. Gore sluit niet uit dat ook bij ons “de bevoorrading een probleem kan worden, als steeds meer mensen ziek worden”. Daarom juicht hij de installatie van een crisiscoördinatiecel met de voedingssector toe. “De sectoren en de schakels in de keten moeten voldoende communiceren, zodat ze probleemsituaties signaleren en opvangen.”
Toch blijven er ook knelpunten. Gore: “Mensen die thuis kunnen werken krijgen extra voordelen, zoals een vrijstelling van de betaling van hun energiefactuur. Om de mensen te motiveren te blijven werken, worden die zaken het beste gelijkgeschakeld. Ook hebben we een tekort aan mondmaskers voor de bescherming van onze werknemers, al begrijpen we dat de zorg primordiaal is in deze tijden.”
“Het is heel belangrijk dat de Europese grenzen openblijven, want verpakkingen en bepaalde ingrediënten komen uit het buitenland”, stipt Debergh aan. “Daarom zijn wij als sector niet echt tevreden met het verbod op promoties door de overheid. Die producten waren al klaargemaakt, ze moesten nog enkel worden geleverd. Dat zijn heel specifieke verpakkingen, bijvoorbeeld vijf plus één gratis. We kunnen die niet snel even in een andere verpakking steken.”
De voedingsbedrijven boeken overigens geen megawinsten in deze tijden. Debergh wijst erop dat de verhoogde vraag in de winkels meer dan volledig wordt gecounterd door het wegvallen van andere marktsegmenten, zoals de horeca en de catering. “Bovendien zijn belangrijke exportmarkten stilgevallen door de fors gedaalde olieprijs. Het Midden-Oosten, Algerije en Nigeria zijn voor ons belangrijke afzetgebieden.”
De voedingsbedrijven sluiten prijsstijgingen niet uit. Gore: “Er is nog geen opwaartse prijsdruk. Maar de prijzen van mondmaskers en handgels zijn de voorbije dagen verveelvoudigd. Ik sluit niet uit dat andere producten volgen. Dat zal wellicht een invloed hebben op onze productprijzen.”
Duinslaeger vindt stijgende prijzen “op korte termijn onvermijdelijk. We hebben veel extra kosten om de keten draaiend te houden. Aan de andere kant start binnenkort het lokale seizoen. De bijkomende productie in de Benelux kan een tegengesteld effect creëren. Het is nog even afwachten.”
Transport
Dat de bevoorrading van het land niet stilvalt, is de verdienste van de transport- en de logistieke sector. “De grote uitdaging is in te schatten waar en wanneer de vrachtwagenvloot ingeschakeld kan worden”, zegt Benny Smets, de CEO van de Leuvense transportonderneming Ninatrans en de voorzitter van de transportfederatie Febetra. “Er zijn heel wat verschuivingen. Sommige klanten sluiten hun vestigingen, bij andere is het nu alle hens aan dek. We hebben ook wel chauffeurs die ziek zijn, maar onze mensen zijn heel gemotiveerd om hun verantwoordelijkheid te nemen.”
Dankzij zijn brede, gediversifieerde klantenbestand hoeft Ninatrans nog geen economische werkloosheid in te roepen. “Maar dat kan snel veranderen”, beseft Smets. “We hebben elke ochtend een crisismeeting om de transporten zo goed mogelijk te regelen. De gedaalde vraag bij de ene klant kunnen we voorlopig compenseren door extra opdrachten van andere klanten. Het is moeilijk in te schatten. Wij rijden bijvoorbeeld rond met dierenvoeding. Daar is de vraag met 50 procent gestegen.”
De transporteur is vooral bezorgd om de financiële impact van de coronacrisis. “Onze sector rekent op de steun van de banken en de overheid, zodat we ademruimte krijgen om deze crisis door te komen.”
Energie
Bij Engie Electrabel moet iedereen in administratieve functies thuiswerken, als dat kan. “Dat was al de aanbeveling voor de verscherpte maatregelen (van vrijdag 13 maart, nvdr) van kracht werden, sindsdien is het een verplichting. Ook onze callcenters worden bemand door thuiswerkers”, weet woordvoerder Anne-Sophie Hugé. Niet-noodzakelijke vergaderingen, opleidingen en reizen zijn geschrapt.
Tegelijk is het voor de energievoorziening in ons land levensbelangrijk dat de elektriciteitsproductie in alle veiligheid kan voortgaan. “Daarvoor hebben we een continuïteitsplan, om te garanderen dat we op de juiste momenten en plaatsen altijd over de juiste mensen beschikken, ook in noodgevallen zoals deze.”
De energiegroep activeerde haar dispatchingcentrale in Linkebeek, waar geregeld wordt welke centrale wanneer moet produceren. “Nu is er een team in Brussel en een in Linkebeek. Ze kunnen elkaar niet kruisen bij het aflossen.”
In de energiecentrales zijn altijd mensen nodig. Daar gelden de klassieke regels om afstand te houden in de refter, waar vooral voorverpakte broodjes worden geserveerd. Ook daar gebeurt de overdracht van de ploegen per telefoon. De verhoogde veiligheidsmaatregelen in de kernreactor Doel 4, waar in 2014 sabotage werd vastgesteld, blijven wel gelden: een aantal ruimtes mag niet alleen worden betreden, al geldt uiteraard wel de regel om afstand te houden. “In Doel 1 en 2 lopen de werken voor de verlenging van de levensduur zo veel mogelijk verder. De bedoeling is nog altijd dat Doel 2 op 10 april opnieuw operationeel wordt.”
De groep is ook belast met het onderhoud van de energievoorzieningen in ziekenhuizen. Ook die activiteiten lopen verder. Niet-dringende of niet-noodzakelijke werken worden zo veel mogelijk uitgesteld. “Mensen begrijpen het dat we het onderhoud van hun ketel verplaatsen naar later.”
Bouw
In de bouwsector is het beeld verdeeld. In principe moet een bouwwerf enkel sluiten als het onmogelijk is de vereiste afstand van anderhalve meter te bewaren. In dat geval is voor die bouwvakkers tijdelijke werkloosheid mogelijk.
Het grote Mechelse aannemingsbedrijf Willemen bouwt al zijn activiteiten volledig af. “Een bouwploeg werkt nauw samen”, redeneert CEO Tom Willemen. “Het is onmogelijk alle veiligheidsregels te respecteren. Bij ongewijzigd beleid zou op termijn naar verwachting 20 tot 30 procent van de mensen naar huis moeten omdat ze besmet zijn. Dat houd je niet vol op een werf.”
Het Limburgse aannemingsbedrijf Mathieu Gijbels huurt sinds vorige week bij Leaseplan individuele bedrijfswagens voor de bouwvakkers. “Zo hoeven ze niet meer in groep naar het werk te komen. Dat is verboden, omdat ze dan te dicht bij elkaar zitten”, legt hr-directeur Herman Verwimp uit. “We houden elf van de zeventien werven open. We werken voor heel wat bedrijven aan nieuwe gebouwen. Die zullen ze broodnodig hebben, zodra de economie na de crisis weer op gang komt. Wel zijn we erg streng op de veiligheid. Wie niest of zwaar hoest op het werk, wordt gevraagd naar huis te gaan, desnoods met een taxi.”
Ook Ghelamco neemt strengere maatregelen. “Sommige werven blijven open, als we alle regels rigoureus kunnen naleven”, stelt Paul Gheysens, de topman van Ghelamco. “In België is er een bezetting van 10 procent. Op onze werven in Polen is dat 40 procent. Wij hanteren de regel dat we 2 meter van elkaar blijven. We schakelen een eigen veiligheidsdienst in, die strikt controleert dat maar één persoon de lift gebruikt en dat aan het einde van elke gang de handen worden gewassen.”
De beperkte bouwstop hoeft geen drama te zijn, vindt Gheysens: “We hebben nog winters gehad waarin we werven meer dan twee maanden moesten sluiten door de vrieskou. Nu al is elke aannemer bezig met een plan dat de heropstart regelt. Misschien kan worden overwogen het bouwverlof wat in te korten, om het verlet in te halen.”
Autodealers
De beursgenoteerde D’Ieteren Group is onder meer de invoerder van de automerken van de Volkswagen Group in België, met onder meer VW, Audi, Porsche en Skoda. De Belgische garages zijn dicht sinds vorige week woensdag. Enkel dringende interventies kunnen nog. “2019 was nog een heel robuust jaar, met een verkoop van 515.000 nieuwe wagens”, zegt CEO Francis Deprez. “Voor dit jaar gingen we uit van een daling van 7 tot 9 procent door de onzekerheid over het beleid rond elektrische wagens. Daarin zit het effect van het coronavirus nog niet verrekend. De verkoop valt stil doordat de autofabrieken stilliggen. Daarnaast zullen we moeten bekijken wat het effect is op het vertrouwen van de consumenten en de bedrijven.”
“De coronacrisis is een volledig nieuw en onverwacht fenomeen. Ik denk niet dat veel mensen al zo’n crisis hebben meegemaakt. Onze groep heeft een hoge cashpositie. Daar zijn we vandaag zeker blij mee. Maar dat is nu niet onze grootste bezorgdheid. Vandaag gaat het in de eerste plaats om de gezondheid van onze werknemers en onze klanten. We reageren daar heel snel op. Ik heb gelukkig sterke managementteams. D’Ieteren Auto is een lokale Belgische activiteit. Moleskine (notaboekjes en handtassen, nvdr) is in 120 landen actief, Belron (bekend van Carglass, nvdr) in 35 landen. De situatie en de maatregelen verschillen van land tot land. Onze drie activiteiten passen elke dag opnieuw hun zakenmodel aan.”
“Bij ons filiaal in China voelden we de impact vanaf eind januari. Intussen zijn die winkels weer open, al draaien ze op een lager pitje dan voor de uitbraak van de corona-epidemie. De economie in China veert weer op. Als je dat als voorbeeld kan nemen, zie je dat de economie enkele weken plat gaat en dan weer opstart. In China zitten we nu opnieuw aan 70 tot 75 procent van het aantal klanten voordien.”
IT
De ICT-dienstverlener Cheops maakt mee wat de enorme piek in telewerk meebrengt. Het van oorsprong Antwerpse bedrijf levert IT-diensten en specialisten aan kmo’s. “Sinds vorige vrijdag werken al onze interne medewerkers thuis. Als specialist in IT-infrastructuur en clouddiensten konden we snel schakelen naar telewerk”, zegt CEO Geert Degezelle. “We hebben ook externe consultants, die bij klanten komen. Zij proberen maximaal te telewerken. Voor dringende interventies ter plaatse volgen ze strikt de regels voor hygiëne en sociale afstand. We hebben ook consultants die onze klanten normaal ter plaatse ondersteunen (onder meer als helpdesk- of IT-supportmedewerker, nvdr). We gaan ervan uit dat we een tijdelijke impact voelen in bepaalde klantensegmenten, die nu de opdrachten even stopzetten. Anderzijds zien we dat klanten net meer een beroep doen op onze consultants. Hun medewerkers zijn ziek uitgevallen of ze kunnen nieuwe krachten niet laten starten.”
Boven op het inplannen van nieuwe opdrachten en het verschuiven van medewerkers is het ook achter de schermen heel druk. “Onze hoofdprioriteit is nu bij onze klanten de continuïteit te garanderen door middel van telewerk”, zegt Degezelle. “Onze servicedesk heeft de handen vol. Het aantal binnenkomende oproepen is met 300 en soms tot 400 procent gestegen. De vragen gaan voornamelijk over het uitbreiden van telewerk of de ondersteuning van de telewerkers bij onze klanten.”
Callcenter
Bij het callcenter Memo, dat meer dan de helft van zijn omzet haalt uit telefoniediensten voor medische beroepen, is het alle hens aan dek. De omzet in het medische deel ligt 40 procent hoger dan normaal, weet de technologie- en innovatiedirecteur Michael De Decker. “We draaien mee in een crisis. Het is nu zaak zo veel mogelijk mensen te helpen. We werken voor de maatschappij, het financiële is even het minste van onze zorgen. De directie keert zichzelf deze maand geen loon uit.”
Het bedrijf was bezig met de ontwikkeling van een tool voor videoconsultaties. “Die hebben we vervroegd gelanceerd. We bieden hem nu gratis aan. Op die manier kan een dokter patiënten screenen zonder rechtstreeks contact. We hebben ook een grote partij mondmaskers besteld. Daarvan zullen we er zowat 200 zelf gebruiken, de rest doneren we aan de ziekenhuizen.”
Stijn Fockedey, Luc Huysmans, Kurt De Cat, Hans Brockmans en Wolfgang Riepl
Productie mondmaskers in België is niet voor morgen
De levering van 5 miljoen mondmaskers uit China op de luchthaven van Bierset eind vorige week en van 6 miljoen mondmaskers begin deze week, zorgde voor wat opluchting in de ziekenhuiswereld. Het nijpende tekort aan chirurgische mondmaskers in onze ziekenhuizen is een symptoom van de verregaande globalisering.
De massaproductie van die levensreddende beschermingsmiddelen naar hier halen, is op korte termijn niet vanzelfsprekend, horen we in de textielsector. De aanvoerketen van dat volumeproduct zit grotendeels in het Verre Oosten, van de grondstoffen, over de machines tot en met de knowhow.
Toch is de dadendrang binnen en buiten onze textielindustrie groot om achter de naaimachines te gaan zitten en manueel mondmaskers te produceren voor de professionals in de zorg. Zo schakelt de beursgenoteerde lingerieproducent Van de Velde tijdelijk een deel van zijn stiksters in het Oost-Vlaamse Schellebelle in om FFP1-beschermingsmaskers te produceren. Ook andere bedrijven, sociale organisaties, de ateliers van de gevangenissen, hobbygroepen en handige particulieren dragen hun steentje bij.
Sioen, dat internationaal actief is in technisch textiel, heeft geen weefsels die voldoen aan de eisen om medische mondmaskers te produceren. “We krijgen nu veel vragen en voorstellen om met andere stoffen te werken, maar het laatste wat wij willen doen, is iemand een vals gevoel van veiligheid geven met een product dat niets tegenhoudt”, zegt Bart Vervaecke, de CEO van de Apparel-divisie van de beursgenoteerde textielgroep. Sioen zou wel confectiecapaciteit kunnen vrijmaken in Roemenië en Tunesië. “Maar ons grootste struikelblok zijn de grondstoffen”, ervaart Vervaecke.
500 tot 600
medewerkers die elders in het bedrijf werken, zet Colruyt in zijn supermarkten in om de drukte aan te kunnen.
300 tot 400
procent bedraagt de stijging van het aantal binnenkomende oproepen bij de ICT-dienstenverlener Cheops.
Overzicht: de economische impact van het coronavirus
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier